Selectie van gemeentelijke uitgaande brieven - Opwijk
1914
Mijnheer de Gouverneur,
als gevolg aan uwen brief van den 8 oogst laatstleden, hebben wij de eer U.E. te verzoeken om
aan de maalderij "Drij Fonteinen te Vilvoorde' de toelating te willen geven van voor onze
gemeente 10 000 kilogrammen meel af te leveren, aangezien bijna al onze bakkerijen reeds
uitgeput zijn van meel.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering onzer hoogachting.
Op bevel :
De Secretaris De Burgemeester en Schepenen
(Get.) B. De Smedt
Monsieur Ie Chef de Section
principal.
Comme suite a votre lettre n° 6607, en date du 12.8.1914, j'ai l'honneur de vous faire savoir
que nous nous sommes mis d'accord, et ce depuis quelques jours, avec Monsieur Ie Chef de Station
d'Opwyck, pour la surveillance de la voie ferrée.
Je vous prie donc de vouloir bien me donner les instructions nécessaires,
Agréez, Monsieur Ie Chef de Section etc,
A Monsieur Ie Chef de Section principal a Malines.
N° 875 Verkoop van brood en meel Opwijk, den 27 Augusti 1914.
Mijnheer de Gouverneur, Aangezien ons in de provincie Brabant alle vervoer per ijzeren weg is afgesloten, hebben wij de eer UEd. te verzoeken, van aan eenen der maalderijen "Op de Beeck" van Mechelen of Reypens van Boom" de toelating willen geven van voor onze gemeente zoohaast mogelijk 10.000 kilogrammen bloem af te leveren, aangezien bijna al onze bakkerijen reeds uitgeput zijn van meel. Terzelfdertijd verzoeken wij UEd. uwe briefwisseling met onze gemeente te willen zenden naar het gemeentebestuur van Buggenhout. Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering onzer bijzondere hoogachting. De Burgemeester & Schepenen (get.) B. De Smedt De Heer Gouverneur der Provincie Antwerpen, te Anwerpen
N° 876 Aankoop van bloem en kruidenierswaren Opwijk, den 21 September 1914.
Mijnheer de Gouverneur,
Wij hebben de eer UEd. onzen brief te herinneren van den 27 Augusti laatstleden n° 875, waardoor
wij UE. de toelating hebben gevraagd van voor onze gemeente 10.000 kilogrammen bloem te mogen
aankoopen bij Mijnheer Reypens te Boom, aangezien al onze bakkerijen uitgeput zijn van meel.
Daar wij desaangaande van UEd. nog geen antwoord ontvangen hebben, komen wij opnieuw smeeken ons
de gevraagde toelating te willen toestaan.
Terzelfdertijd verzoeken wij UEd. aan onze gemeente de toelating te willen verleenen
omkruidenierswaren aan te koopen in de provincie Antwerpen.
In afwachting, Mijnheer de Gouverneur, om drager dezer een gunstig antwoord te willen geven,
bieden wij UEd. met onze voorafgaande dankbetuigingen, de verzekering onzer bijzondere
hoogachting.
Op bevel: De Secretaris (Heyvaert)
De Burgemeester & Schepenen (get.) B. De Smedt
De Heer Gouverneur der Provincie Antwerpen, te Anwerpen
N° 883 Voeding van het vee Opwijck, 3 December 1914.
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan den brief van heer Voorzitter van het provinciaal hulp- en voedingskomiteit,
dagteekenende van den 25 November laatstleden, hebben wij de eer UE. te verzoeken voor onze
gemeente te willen doen leveren, voor de voeding van het vee, 100 zakken zemels, 100 zakken
lijnmeel en 100 zakken maïs.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering mijner bijzondere achting.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Den Heere Goossens, Voorzitter der provinciale landbouwcommissie, te Assche.
N° 884 Voeding der bevolking Opwijk, den 3 December 1914
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan den brief van heer Voorzitter van het provinciaal hulp- en voedingskomiteit,
dagteekenende van den 25 November laatstleden, hebben wij de eer UE. te laten weten, dat het
invenaris van tarwe, rogge en spelt dat in onze gemeente op 15den November nog bestond, U reeds
sedert den 19den derzelfder maand is toegestuurd.
Terzelfdertijd laten wij UE. weten, dat onze gemeente 6400 inwoners, meer 100 Duitsche soldaten
te voeden heeft. Van deze bevolking mag men ten hoogste afrekenen 2500 personen van
landbouwfamilies die nog graan bezitten, de overige 4000 inwoners moeten gevoed worden met ieder
250 gram meel per dag; dus hebben wij noodig eene totale hoeveelheid meel per dag van 1000
kilogrammen.
Het graan dat er te veel was, is reeds gerequisitioneerd en verbruikt.
Onze gemeente verbindt zich den prijs van het tarwebrood vast te stellen aan 40 centiemen den
kilo, hetwelk door de bakkers zal verkocht worden.
Wij durven U dus verzoeken van voor de voeding der bewoners onzer gemeente, zoohaast mogelijk
ogte wilen doen leveren 20.000 kilogrammen tarwemeel, 500 kilogr. Rijst, 500 kilogrammen zout,
200 kilogr. Erwten en 200 kilogrammen boonen.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
De Heer Goossens, Voorzitter der Provinciale Landbouwcommissie te Assche.
N° 885 Hulp aan de afgebrande
inwoners Opwijk, den 3 December 1914
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan den brief van den heer Voorzitter van het provinciaal hulp- en voedingskomiteit,
dagteekenende van den 25 November laatstleden, hebben wij de eer UE. te verzoeken, hulp te
willen verlenen aan de inwoners van tien huisgezinnen die in onze gemeente tijdens den oorlog
zijn afgebrand.
1° Op zaterdag 26 september laatstleden, rond 1 ure namiddag, zijn er tengevolge van een gevecht
tusschen Belgische en Duitsche troepen, in onze gemeente op het gehucht, eexken door de Duitsche
soldaten, tien woningen met gansch den inhoud (oogst, meubelen, beesten, kleedingstukken,
beddegoed enz.) afgebrand.
2° Deze huisgezinnen zijn samengesteld als volgt:/span>
1. | Aerts Ludovicus | 3 mannen (75, 26 en 25 j.) | 2 vrouwen (69 en 39 j.) |
2. | De Clerck Ildefons | 4 mannen (74, 34, 7 en 6 j.) | 4 vrouwen (72, 6, 3 en 1 j.) |
3. | Aerts Paulus | 1 man (46 j.) | 4 vrouwen (15, 12, 10 en 7 j.) |
4. | Vereecken Joannes |
5 mannen (72, 45, 14, 9 en 6 j.) | 2 vrouwen (42 en 21 j.) |
5. |
De Keersmaeker Frans-Xaveer | 2 mannen (19 en 8 j.) | 4 vrouwen (24, 23, 16 en 12 j.) |
6. | Michiels Henricus | 3 mannen (79, 44 en 40 j.) | 1 vrouw (46 j.) |
7. | Waverijns Egied-Frans | 2 mannen (32 en 31 j.) | 1 vrouw (21 j.) |
8. | Van den Broeck Guillaume | 1 man (25 j.) | 2 vrouwen (24 en 1 j.) |
9. | Luypaert Ludovicus | 1 man (52 j.) | |
10. | Van der meeren Theophiel | 4 mannen (58, 18, 14 en 6 j.) | 2 vrouwen (59 en 27 j.) |
3° Wij verlangen voor bovenvermelde huisgezinnen
een hulp te ontvangen, in kleedingstukken, beddegerief en deksels.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heer Goossens, Voorzitter der Provinciale Landbouwcommissie te Assche.
N° 889 Armes Opwijck, le 9
Décembre 1914.
Monsieur le Président,
Nous avons l’honneur de vous faire savoir que lesarmes de notre commune ont été envoyées au
début de la guerre à Monsieur le Commandant supérieur de la position fortifiée d’Anvers.
Agréez, Monsieur le Président, l’assurance de notre considération distingué.
Le Bougemestre & Echevins (signé) B. De Smedt
A Monsieur le Président de l’administration civile à Bruxelles
N° 890 Journeaux Opwijck, le 9 Décembre
1914.
Monsieur le Président,
Nous avons l’honneur de vous faire savoir que depuis le commencement de la guerre aucun journal
n’est édité dans notre commune.
Agréez, Monsieur le Président, l’assurance de notre considération distingué.
Le Bougemestre & Echevins (signé) B. De Smedt
A Monsieur le Président de l’administration civile à Bruxelles
N° 891
Sujets Français-Anglais ou Russes. Opwijck, le 9 Décembre 1914.
Monsieur Ie Président,
Nous avons l'honneur de vous faire savoir qu'il n'existe pas des sujets Français-anglais ou
Russes dans notre commune.
Agréez, Monsieur Ie Président, etc.
Les Bourgmestre et Echevins
(Signé) B. De Smedt
A Monsieur Ie Président de l'Adm. Civile a Bruxelles.
N° 896
Registratie van gesneuvelde Belgische soldaten
Opwijck, le 11 Décembre 1914.
Monsieur le Procureur du Roi,
J'ai l'honneur de vous prier de bien vouloir me faire connaitre, si nous devons dressé dans nos
registres de 1'état civil l'acte de décès des soldats belges trouvés sur le territoire de notre
commune.
Agréez, Monsieur le Procureur du Roi, 1'assurance de ma considération distinguée.
Le Bourgmestre
(Signé) B. De Smedt
A Monsieur le Procureur du Roi à Bruxelles.
1915
N° 902 Opwijk, 7 Januari 1915
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben wij de eer UE. grootelijks te bedanken, voor de kleedingstukken die gij aan onze
noodlijdende afgebranden hebt willen verleenen. In hunnen naam onzen besten en welgemeende dank.
Ingevolge uwen brief van den 28ste December laatstleden, hebben wij de eer UE. te laten weten,
dat onze gemeente in nood verkeert.
Wij hebben reeds 12000 franken geleend aan de Maatschappij van het Gemeentekrediet, voor
krijgsvergoeding aan de bloedverwanten der soldaten onder de wapens, de gesneuvelden der
gemeentebedienden en onderstand aan het Bureel van Weldadigheid, alsook nog 2000 franken aan
bijzonderen voor dezelfde redenen.
Onze gemeente zou wekelijks 1400 frank moeten uitgeven om de volledige uitbetaling der
krijgsvergoeding te kunnen doen.
Gelief ons in onze noodwendigheden ter hulp te komen en ons een voorschot te verleenen, ten
einde bedoelde betalingen te kunnen blijven uitvoeren.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, met mijne voorafgaande dankbetuigingen,de verzekering mijner
bijzondere hoogachting
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heer Voorzitter van het Provinciaal Steun- en Voedingskomiteit, eikstraat n° 16.
N° 903 Hoornvee - Mond- en Klauwzeer Opwijck, 12 Januari 1915.
Mijnheer de Keizerlijke Krijgs-Chef
Wij hebben de eer U.E. te laten weten, dat volgens de verklaring van den heer Vereertbrugghen
Jozef, veearts te Cpwijck, een geval van monden klauwzeer bij runderen ontstaan is in de stal
van eenen landbouwer, wonende in deze gemeente hulstraat.
Aanvaard, Mijnheer, de verzekering mijner hoogachting. De Burgemeester (Get.) B. De Smedt
Aan den Kaiserlichen --- Kreischef
Brussel
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben de eer U.E. vriendelijk te verzoeken van ons te beginnen van heden, 75 zakken meel te
willen toestaan in plaats van 50 zakken, noodig om de voeding der bevolking onzer gemeente. Het
getal der noodlijdende personen is merkelijk vermeerderd, daar de weinige voorraad tarwe, die
nog in onze gemeente bestond reeds is uitgeput. Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, met onzen
voorafgaanden dank, de verzekering onzer hoogachting. De Burgemeester (Get.) B. De Smedt
Den Heere Janssens, Voorzitter van het Provinciaal Hulp en Voedingskomiteit te Brussel.
N° 906
Eeksken - Hulp. Opwijck 15 Januari 1915.
Wij hebben de eer U.E. vriendelijk te verzoeken van ons eene hoeveelheid beddegoed en deksels te
willen verleenen, te voordeelen van de tien afgebrande huisgezinnen onzer gemeente, waarvan wij U.E.
reeds den lijst hebben toegezonden.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, met mijnen voorafgaanden dank, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester (Get.) B. De Smedt.
Den Heere Janssens, Voorzitter van het Provinciaal Hulp-en Voedingscomiteit te Brussel.
N° 913
Hulp aan de familie van militairen Opwijck, Ie 9 février 1915,
Monsieur Ie Président,
Nous avons 1'honneur de vous faire parvenir en doublé expédition, une délibération de notre College
Echévinal relative a une demande de secours.
Nous avons défensé jusqu'a ce jour comme rémunération aux families se trouvent dans le besoin
parceque la guerre leur a enlevé leurs soutiens, une somme de 22 450 francs, dont 10 000 francs nous
ont été avance par votre comité.
Les sommes qui doivent encore être payées de ce chef, s'élèvaient au 1 février a 14 033 Fr. . La
défense par semaine est de 1 400 frs. Dans 1'espoir, Monsieur Ie Président, que notre demande sera
favorable-ment accueillie, nous vous présentons avec nos remercements anticipés 1'hommage de nos
sentiments tres respectueux. Le Bourgmestre et Echevins. (Signé) B. De Smedt.
A Monsieur le Président du Comité National de Secours et d'Alimentation è Bruxelles. Rue du chène n°
16,
N° 917
Hulp en bijstand. Opwijck le 15 février 1915.
Monsieur le Président,
Nous vous remercions tres sincèrement pour la quantité de farine que vous avez bien voulu nous
accorder jusqu'a ce jour pour 1'alimentation d'habitude de notre commune.
En même temps nous vous faisons savoir que nous avons dressé 746 bons contenant 4 242 personnes
auxquelles nous avons accordé 105 kilo par personne.
Jusqu'a présent nous avons reçu que 6 500 kilo par semaine afin de pouvoir donner è chaque personne
une ration de 250 grammes par jour, nous aurions besoin 7 450 kilo par semaine.
Des nouvelles demandes d°autres personnes qui se trouvent déja dépourvu de farine se présentent
journellement, Vu les circonstances, nous vous prions. Monsieur le Président, de bien vouloir nous
faire parvenir chaque semaine une quantité de farine egale aux besoins de nos concitoyens.
Ci-joint è 1'appui une liste des personnes dont mention ci-dessus. Dans 1'espoir, Monsieur Ie Président, que notre demande sera favorablement accueillie, nous vous présentons avec nos remercitnents anticipés, l'hommage de nos sentiments tres respectueux.
Le Bourgmestre et Echevins,
(Signé) B. De Smedt.
A Monsieur Ie Président du Comité Provincial de Secours et d'alimentation a Bruxelles.
N" 920
Hulp aan families van militairen Opwijck, le 18 février 1915.
Monsieur Ie Président,
Nous avons 1'honneur de vous faire parvenir Ie relevé de sommes payées qui la guerre a enlevé leurs
par mois comme secours aux families a soutiens.
Mois | d'Aout | 4 800 frs. |
Septembre | 4 800 frs. | |
Octobre | 3 200 frs. | |
Novembre | 2 800 frs. | |
Décembre | 3 250 frs. | |
Janvier | 3 600 francs | |
Février | 1 600 id. | |
24 050 id. |
Pendant les mois d'Aoüt et Septembre nous avons payé la totalité de la remunération.
Comme pour les mois suivante nous n'étions plus en possession des sommes nécessaires, nous avons du
nous borner au payement d'une partie de la remunération.
Il nous reste donc a payer les arriérés s'élèvant au 25 février a 16 550 francs.
Agréez. Monsieur Ie Président, 1'assurance de notre considération distinguée.
Les Bourgmestre et Echevins.
(Signé) B. De Smedt
A Monsieur Ie Président du Comité National de Secours et d'Alimentation a Bruxelles.
N° 921
Brief
van dankbetuigingen aan het Consulaat van Amerika.
Opwijck, 25 Februari 1915
Mijnheer de Minister,
In den naam van de gemeenteraad en van gansch de Opwijcksche bevolking achten wij het eene
volstrekte plicht U Ed. onzen innigsten dank te uiten, voor al het goede dat het Amerikaansche
Consulaat ons tot heden in deze droevige omstandigheden heeft bewezen. Wij bedanken U E.
insgelijks voor al e milde giften die wij door de tussenkomst van Amerika voor onze armen en
voor de bewoners van afgebrande huizen hebben ontvangen.
Zonder uwe edelmoedige tusschenkomst hadden onze diepbedroefde bevolking nog grooter gebrek aan
levensmiddelen, kleedingstukken en andere behoeften geleden.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, met onze herhaalde dankbetuigingen de verzekering van onze
eerbiedige gevoelens.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt.
Aan zijne Excellentie de Minister der Vereenigde Staten van Amerika te Brussel
N° 928
Opwijck, 5 Maart 1915.
Mijnheer de Burgemeester,
Als gevolg van uwen brief van den 2 Maart laatstleden, heb ik de eer Ued. te laten geworden,
1° de lijsten der mannelijke personen toebehoorende aan de bevolking onzer gemeente en geboren
in de jaren 1892-1893—1894-1895-1896-1897.
2° De niet werkdadige burgerwacht onzer gemeente heeft geene wapenkleederen en is nooit gewapend
geweest
3° Er bestaan in onze gemeente geene Russen, Engelschen, Franschen enz.
4° Er wonen in onze gemeente geen Duitschen.
Aanvaard, Mijnheer de Burgemeester, de verzekering mijner hoogachting.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heere Burgemeester der gemeente Assche
N° 943 Openbare volksboekerij Opwijck, den 30 Maart 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg van uwen brief van den 25 der maand Meert n° 8501 4e Dom., hebben wij de eer de
hierbijgevoegde statistiek, behoorlijk ingevuld, te laten geworden, aangaande de openbare
volksboekerij onzer gemeente.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester & schepenen (get.) B. De Smedt
Den Heer Voorzitter van het Burgerlijk Duitsch Bestuur der Provincie Brabant te Brussel.
N° 944 Staat van opeischingen Opwijck,
den 31 Maart 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Ik heb de eer UE. te laten geworden den staat van opeischingen in onze gemeente gedaan door het
Duitsch leger.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
Den Heer Voorzitter van het Provinciaal Steun- en Voedingskomiteit te Brussel.
N° 948
Voeding
van de bevolking
Opwijck, 8 April 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben de eer UE. hartelijk te bedanken voor de hoeveelheid meel die gij ons tot heden hebt
toegestaan voor de voeding der bevolking onzer gemeente.
Nochtans vinden wij ons gedwongen UE. ter kennis te brengen dat wij niet kunnen voorzien in de
noodwendigheden onzer inwoners met de 6500 kilos die ons wekelijks worden toegezonden. Tot heden
hebben 830 huisgezinnen, bevattende 4980 personen, meel ontvangen. Berekend aan 1.65 kil.,
waaraan iederen persoon recht heeft, maakt dit 82, 17 kilos. Er zijn ons sedert veertien dagen
nog 30 aanvragen toegekomen, waarvan de huisgezinnen te samen 180 personen tellen, aan dewelke
wij, bij gebrek aan voorraadmeel nog geen gevolg hebben kunnen geven.
Gezien de omstandigheden en de toestand waarin wij ons bevinden smeeken wij UE. om wekelijks
90.00 kilos te willen afzenden.
De Heer Voorzitter van het Provinciaal Hulp- en voedingskomiteit.
N° 952 Lijsten der hulpbehoeftige huizen Opwijck, de 14 April 1915.
Mijnheer de Schoolopziener,
Als gevolg van uwen brief van den 10 april laatstleden n° 3276 heb ik de eer UE. de lijsten der
schoolplichtige kinderen onzer gemeente laten geworden, opgemaakt door kaarten en volgens
alfabetische orde der gezinshoofden geschikt en genummerd.
Tezelfdertijd laat ik U weten, dat het Schepencollege twee plaatsvervangende onderwijzers heeft
benoemd, en dat de eergangen nu regelmatig in al de klassen kunnen gegeven worden.
Aanvaard, Mijnheer de Schoolopziener, de verzekering mijner eerbiedige achting.
De Burgemeestyer (get) B. De Smedt
Den Heer Leflot, kantonale schoolopziener, De Smet de Nayerlaan n° 110, Laeken.
N° 948 Voeding van bevolking Opwijck, 8
April 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben de eer UE. hartelijk te bedanken voor de hoeveelheid meel die gij ons tot heden hebt
oegestaan voor de voeding der bevolking onzer gemeente.
Nochtans vinden wij ons gedwongen UE. ter kennis te brengen dat wij niet kunnen voorzien in de
nodwendigheden onzer inwoners met de 6500 kilos die ons wekelijks worden toegezonden. Tot heden
hebben 830 huisgezinnen, bevattende 4980 personen, meel ontvangen. Berekend aan 1.65 kil.,
waaraan iederen persoon recht heeft, maakt dit 82, 17 kilos. Er zijn ons sedert veertien dagen
nog 30 aanvragen toegekomen, waavan de huisgezinnen te samen 180 personen tellen, aan dewelke
wij, bij gebrek aan voorraadmeel nog geen gevolg hebben kunnen geven.
Gezien de omstandigheden en de toestand waarin wij ons bevinden smeeken wij UE. om wekelijks
90.00 kilos te willen afzenden.
De hoop koesterende, Mijnheeer de Voorzitter, dat onze aanvraag gunstig zal aanvaard worden,
bied ik U met mijne voorafgaande dankbetuigingen de verzekering mijner eerbiedige achting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heer Voorzttervan het Provinciaal Hulp- en voedingskomiteit.
N° 953
Werkeloozen
Opwijck, 14 April 1915
Mijnheer de Voorzitter,
Bij dezen hebben wij e eer U Ed. de stichting aan te kondigen van een lokaal komiteit voor hulp
aan de werkeloozen onzer gemeente. Het is samengesteld als volgt:
Mr Dr. Benoit De Smedt, Burgemeester en Voorzitter.
Mr Louis Lindemans, provinciaal raadslid ondervoorzitter
Mr. Jozef Van Gestel, onderpastoor, schrijver-schatbewaarder
MR Peeter De Block, schepen.
Mr Jozef De Smedt, advokaat
Mr Jozef Van Malderen: gemeenteontvanger.
Mr Jozef Vereertbrugghen, veearts
Mr Leon Buggenhout, gemeenteonderwijzer.
Het Comiteit zal in alles handelen gelijkvormig met de bepalingen en het "Reglement pour le
service d’ aide et protection aux Chômeurs." Dat ons van uwentwege is toegekomen. Ook zal de
gemeente voor een tiende in de kosten van ondersteuning tusschenkomen.
Een eerste voorloopige lijst is U Ed. toegezonden. Hij bevatte de namen van 300 werkeloozen. Als
het comiteit zijne voorbereidende werkzaamheden vervuld heeft, zal U Ed. de volledige en
omstandige staat der werkeloozen opgezonden worden, en dan hopen wij zoodra mogelijk over de
toelage van uw Comiteit te kunnen beschikken om de uitdeeling der gelden te kunnen beginnen.
Aanvaard, Heer de Voorzitter, de verzekering onzer gevoelens van hoogachting.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
De heer Janssen, voorzitter van het Provinciaal Steun- en Voedingskomiteit van Brabant,
Eikstraat 16, Brussel.
N° 959 Vraag voor kleedingstukken
Opwijck, den 21 April 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben de eer UEd. Hartelijk te bedanken voor de kleedingstukken en de deksels dewelke gij
ons reeds hebt toegezonden voor de bewoners der afgebrande en geplunderde huizen onzer gemeente.
Terzelfdertijd nemen wij de vrijheid UE. te verzoeken ons nog eene hoeveelheid kleedsels voor
schoolkinderen, onderkleedsels, linnen, hemden, (schoenen), kousen enz. te willen verleenen voor
de noodlijdenden onzer gemeente.
Er zijn op het gehucht Nijverseel, verscheidene kinderen die zich naar de school niet kunnen
begeven door gebrek aan voldoende kleedsel. Op dit gehucht zijn ook nog een veertigtal
huisgezinnen die gedeeltelijk geplunderd zijn geweest en waarvan wij vroeger geene melding
hebben gemaakt.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, met onzen voorafgaanden dank, de verzekering onzer hoogachting
De Burgemeester & schepenen (get. ) B. De Smedt
De heer Janssen, Voorzitter van het Provinciaal Hulp- en Voedingskomiteit te Brussel.
N° 961 Bons van opeischingen Opwijck, 23
April 1915.
Mijnheer de Burgemeester,
Als gevolg van uwen bief van den 26 Februari laatstleden, heb ik de eer UE. voor zooveel
mogelijk hieronder te doen kennen, het bedrag in franken der bons van opeischingen gedaan door
de Duitsche troepen in onze gemeente.
1° Gansch goede bons 11739,18 frs.
2° Twijfelachtige bons 1235,90 frs.
3° Gansch slechte bons 106,10 frs.
Verscheidene opeischingen zijn gedaan zonder bons.
Aanvaard, Mijnheer de Burgemeester, de verzekering mijner hoogachting
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heere kantonale Burgemeester te Assche.
N° 975 Gebruikte meubelen Opwijck, den
14 Mei 1915
Mijnheer de Voorzitter,
Wij heben de eer UE. beleefd te verzoeken, ons eene hoeveelheid gebruikte meubelen voor de
noodlijdende inwoners onzer gemeente te willen doen geworden.
Ten dien einde laten wij UE. weten, dat er in onze gemeente tien huizen zijn afgebrand, drij
grootelijks beschadigd door geschut, en een vijftigtal geplunderd.
In afwachting, Mijnheer de Voorzitter, dat onze aanvraag door UE. gunstig zal onthaald worden,
bieden wij U met onze voorafgaande dankbetuigingen, de verzekering onzer eerbiedige achting.
De Burgemeester & schepenen (get. ) B. De Smedt
De heer Janssen, Voorzitter van het Provinciaal Hulp- en Voedingskomiteit te Brussel.
N° 1043 Dagloon der werkeloozen Opwijck, den 5
October 1915
Mijnheer de Zivilkommisar,
Als gevolg van uwen brief van den 2 Oct. Laatstleden, Tageb. N° 7461 / III, heb ik de eer UE. te
laten weten, dat er in onze gemeente ongeveer 150 mannen zijn, dewelke twee dagen per week voor
de gemeente werken aan de wegen en waterloopen, aan eenen loon van 1,50 daags. Zij worden
betaald gedeeltelijk door het nationaal steunkomiteit en de gemeente.
Het toezicht der werken is toevertrouwd aan den heer schepen der Openbare Werken, bijgestaan
door eenige gemeenteraadsleden en politieagenten.
Aanvaard, Mijnheer de Zivilkommisar, de verzekering mijner eerbiedigen achting.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
Den Heer Zivilkommisar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1048 Molens Opwijck, den 14 October
1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan uwen brief van den 7 October laatst-leden E.E, 627, heb ik de eer U.E. te laten
weten, dat er In onze gemeente vijf molens bestaan:
1°) Segers Petrus, Boochtstraat n° 112, in beweging gebracht door de electriciteit; opbrengst 1
200 kilos per dag, maalt gewoonlijk 3 dagen per week, 2°) Vandenbroeck Wwe Jan, Haanhofstraat n°
325, stoommolen; opbrengst 650 kilos per dag,
3°) Mostinckx Louis, Steenweg van Vilvoorde, n° 39, watermolen; 600 kilos per dag.
4°) Van Crornbrugge frans, Mansteenstraat n° 7, stoommolen, 1700 kilos per dag; maalt maar 45
dagen ‘s jaars.
5°) Callebaut Victor, Steenweg van Aalst n° 219; windmolen, opbrengst 1000 kilos, maalt
gewoonlijk 3 dagen per week.
Den Heere (Voorzitter) Gerstein, Voorzitter der Provinzial-Ernte-Kommission für die Provinz
Brabant te Brussel.
N° 1061 Olie bevattende granen Opwijck, den 6 November 1915.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Als gevolg aan uwen brief ons toegekomen den 5 November laatstleden, Tageb. n" 8156/III, heb ik de
eer U.E, te laten weten, dat er in onze gemeente geene der olie bevattende granen bestaan, aangeduid
in bovenvermelde brief.
Aanvaard, Mijnheer de Zivilkommissar, de verzekering mijner eerbiedigen achting.
De Burgemeester
(Get,) B. De Smedt.
Den Heere Zivilkommissar, beim Kaiserl. Kreischef Brussel.
N° 1065 Persoonlijke graanmolen. Opwijck
den 10 Nov. 1915.
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan uwen brief van den 1 November laatstleden n° B.E. 906, heb ik de eer IL E. te
laten weten, dat er in onze gemeente geene inwoners zijn, die eenen graanmolen bezitten voor
hunne persoonlijke behoeften»
Den Heere Voorzitter der Provinzial-Ernte-Kommission. te Brussel.
N° 1077
Wol te leveren van geschoren schapen.
Opwijck, den 4 December 1915.
Mijnheer de Keizerlijke Kreischef,
Als gevolg aan uwen brief van den 30 November laatstleden n" T.B. n°
8361/11, heb ik de eer U.E. te laten weten, dat in onze streek de
schapen geschoren worden in de maanden april en mei. In de herfst
worden er geene schapen geschoren. Dusvolgens zullen wij geene wol
kunnen leverenW.
Aanvaard, Mijnheer de Keizerlijke Kreischef, de verzekering mijner
eerbiedige achting.
De Burgemeester,
(Get,) B. De Smedt.
N° 1078. Nijverheidsondernemingen.
Opwijck, den 4 December 1915.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Als gevolg aan uwen brief van de 27 November laatstleden, Tageb. N° 8055/1II, heb ik de eer U.E.
te laten weten:
1°) a) Dat er in onze gemeente eene Nijverheidson-derneming, firma Vanbreuze en Cie, bestaat
gelegen in den bochtstraat, in dewelke het werk tijdelijk opgeschort geweest is en nu
gedeeltelijk hernomen is.
b) Dat er in onze gemeente eene Nijverheidsonderneming bestaat, firma Cornelis Louis, gelegen in
de Mansteenstraat, in dewelke het werk tijdelijk opgeschort geweest is en nu gedeeltelijk
hernomen is.
2°) Er bestaan in onze gemeente geene nijverheids-ondernemingen, in dewelke het werk
gedeeltelijk stil gelegen heeft en nu geheel hernomen is.
3°) Er bestaan ook geene Nijverheidsondernemingen die vroeger volledig werkten en nu geheel of
gedeeltelijk stil liggen.
Den Heere Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef Brussel.
N° 1088 Prijs van het suiker
Opwijck, den 22 December 1915.
Mijnheer de Keizerlijke Kreischef,
Als gevolg aan uwen brief van den 17 December laatstleden, Tageb. n° 9448/1II, heb ik de eer U.E.
te laten weten, dat het Schepencollege onzer gemeente den prijs van het suiker vastgesteld heeft
als volgt
1°) geraffineerd suiker (rangdierte Würfel) aan 98 franken de 100 kilogrammen.
2°) gekristalliseerde suiker, aan 82 fr. de 100 kilogrammen.
3°) geraffineerde suiker kassonade aan 95 frs. de 100 kilogrammen.
N° 1092
Kolenvoorraden
Opwijck, den 31 December 1915.
Mijnheer de Zivilkomntissar,
In antwoord op uw geëerd schrijven van 18 December 1915, Tageb. n° 9572/III, hebben wij de eer Ued.
mede te deelen :
1°) Dat er tot hiertoe nog genoeg kolenvoorraad in onze gemeente bestaat. Er is onlangs nog een
groote uitdeeling geweest van kolen aan de arme bevolking.
2°) De kolen voor de armen komen uit La Louviere en Chatelinsau. Zij worden betaald door het
komiteit.
3°) In onze gemeente worden de kolen in 't klein verkocht aan de verbruikers aan 4 frs. per 100 Kos.
4°) Er worden kolen gratis gegeven aan omtrent 400 huisgezinnen.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester,
(Get.) B. De Smedt.
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl, Kreischef. Brussel.
N° 1093 Vertaling der Duitsche brieven Opwijck, 31 December 1915
Mijnheer de Zivilkommisar,
In antwoord op uwen geëerden brief van 29 December laatstleden, Tegeb. Nr. 9987/III, hebben wij
de eer Ued. Te berichten dat wij als veraler der Duitsche brieven, den heer August Van Mulders
hebben, bediende onzer gemeente.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
Den Heer Zivilkommisar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1094 Oogstprijzen waren – uitvoerverbod Opwijck, 31 December 1915
Mijnheer de Zivilkommissaris,
In antwoord op uwen geëerd schrijven van 29 December, hebben wij de eer Ued. te berichten:
(Tageb. N° 9686/III)
1) Onze gemeente heeft op eigen aanleiding geene hoogste prijzen voor waren vastgesteld.
2) Onze gemeente heeft het inzicht niet op eigen aanleiding hoogste prijzen vast te stellen.
3) Onze gemeente heeft in de drij laatste maanden geene verordeningen op eigen hand
uitgevaardigd.
4) Onze gemeente heeft geen uitvoerverbod, uit haar gebied, van levensmiddelen uitgevaardigd.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
Den Heer Zivilkommisar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
1916
N° 1134 Opwijck, 19 Februari 1916.
Mijnheer de Zivilkommissar,
In antwoord op u geëerd schrijven van 12 Februari 1916, Tageb. Nr. 9.z., hebben wij de eer Ued.
te melden dat de politiewachten waarvan er spraak is in den omzendbrief van den Heer Kreischef,
in onze gemeente niet ingericht zijn geweest. Het personeel onzer politie is van vroeger reeds
samengesteld uit eenen politiekommissaris, eenen veldwachter en twee hulpveldwachters. Dit
personeel is voldoende om de openbare veiligheid te verzekeren. Het is dus onnoodig den
gemeenteraad bijeen te roepen voor de benoeming van hulpagenten.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. DEe Smedt
Aan den Heer Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1139 rundtuberculose Opwijck, den 28
Februari 1916
Toegestuurd aan den heer Vereertbrugghen Jozef, rijksveearts te Opwijck, het hierbijgevoegde
formulier, behoorlijk ingevuld, aangaande een aanvraag tot vergoeding voor een runddier
aangetast van tuberculose en toebehoorende aan den genaamden Helon Petrus dezer gemeente
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1140 aanvraag voor zaailijnzaad Opwijck, 28 Februari 1916.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gelief hieringesloten de formule van aanvraag te vinden voor zaailijnzaad, in antwoord op uwen
geëerden brief van 22 Februari 1916, Tageb. Nr. 162.z.
Aanvaard, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
N° 1145 Aardappelvoorraden op 29
Februari 1916 Opwijck, 1 Meert 1916
Mijnheer de Zivilkommissar,
In antwoord op uwen geëerden brief van 2 Februari 1916, Tageb. N° 10561/III, hebben wij de eer
Ued. hieringesloten de afrekening te overhandigen der aardappelvoorraden onzer gemeente, alsook
een afschrift van het bordereel der afgeleverde geleibrieven B. en C.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1165 Slachtingen Opwijk, 15 Meert
1916.
Mijnheer de Kreischef,
Wij hebben de eer Ued. hieringesloten de opgave te zenden der slachtingen van 1 tot 14 Meert, in
antwoord op uw geëerd schrijven van 14 Februari 1914, Tageb. Nr 74.2.
Aanvaard, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Keizerlijke Kreischef, Brussel
N° 1167 Opwijck, 21 Meert 1916
Aan den Heer Overste van het Meldeambt, Brussel
Gelief hieringesloten de lijst te vinden der jongelingen die in het jaar 1899 geboren zijn, als
gevolg op uw geëerd schrijven van 13 Meert.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
N° 1169 Weerbare mannen Opwijck, 25
Meert 1916
Aan den Voorzitter van het Meldeambt, Brussel
Wij hebben de eer Ued. het maanbriefje van Meerschman Roman, geb. 13-2-94 terug te sturen,
aangezien hij gestorven is op 27 Februari 1916
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester (get) B. De Smedt
N° 1178
Besluiten over de aardappels
Opwijck, 1 April 1916.
Mijnheer de Zvilkommissar,
In antwoord op uw geëerd schrijven van 11 Meert 1916, Tageb. nr. 342.z., hebben wij de eer
Ued.hieringesloten de besluiten te overhandigen door onzen gemeenteraad genomen in zijne zitting
van 30 Meert, over de verbruiksregeling der aardappels, alsook een exemplaar der
aardappelkaarten die wij laten drukken hebben.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten. De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl; Kreischef, Brussel
Bijlage bij N° 1178
Gemeente Opwijk
Besluiten genomen aangaande de
verbruiksregeling der aardappelen door den gemeenteraad in zitting van 30 Meert 1916.
Het dagelijksch rantsoen aardappels aan de behoeftigen toe te kennen wordt vastgesteld op 300
grammen, en voor de kinderen onder de 7 jaar op 200 grammen. Gezien de gemeentesoep in de
gemeente niet is ingericht, moet het rantsoen hiervoor niet verminderd worden.
Er bestaat in het steunkomiteit onzer gemeente eene partij aardapelen welke gratis zullen
uitgedeeld worden volgens bovengenoemd rantsoen, uitsluitelijk aan de noodlijdenden. De
uitdeelingen zullen geschieden per 14 dagen, en met de aardappelkaarten die elk zal ontvangen.
Aan dezen die van de uitdeelingen niet genieten, zal er voortgegaan worden met geleibrieven af
te leveren voor den aankoopbij de voortbrengers. Voor de bemiddelde standen zal er opde
geleibrieven enkel tegen 150 grammen per persoon en per dag toegestaan worden.
Bij de aardappeldeelingen en bij het afleveren van geleibrieven zal er nagezien worden of de
betreffende persoon volgens de voorraadsopgave van 6 meert zelf geenen voorraad meer bezit.
N° 1180
Aardappelvoorraden
Opwijck, 1 April 1916.
Mijnheer de Zvilkommissar,
In antwoord op uw geëerd schrijven van 2 Februari 1916, nr. 10561/III, hebben wij de eer
Ued.hieringesloten de rekening te zenden der aardappelvoorraden op 31 Meert, alsook een afschrift
der geleibrieven B.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten. De burgemeester (get.) B. De Smedt
Bijlage aan N° 1180
Gemeente Opwijk
Aardappelvoorraad op 31 Meert 1916.
Bij de nieuwe voorraadsopgave van 6 Meert zijn er totaal aangegeven 389.210 K°. Per ijzeren weg
of rijtuig zijn er geene aardappelen in de gemeente uitgevoerd. Er zijn geen aardappelen uit
andere gemeenten binnengekomen. Van 6 Meert tot 31 Meert zijn er 25 dagen verloopen. Voor de
personen boven de 7 jaar maakt dit dus, aan 300 grammen per dag, een verbruik van 7 ½ K°. Voor
de kinderen onder de 7 jaar, aan 200 grammen per dag, 5 K°. Voor de zwijnen aan 3 K° per dag, 75
K°.
Als gebruik voor menschen en zwijnen zijn er voor het tijdstip van 6 tot 31 Meert totaal af te
trekken 58.582 ½ K°. Door den verkoop met geleibrieven zijn er af te trekken 743 K°. Dus een
totaal van 59.325 ½ K°. Dus blijven er nog 389.210 – 59.325 ½ = 320.884 ½ K° .
Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat er verscheidene duizenden kilos aardappelen door de
bezettingstroepen onzer gemeente opgeeischt zijn. Doch hiervan is het ons onmogelijk rekening te
houden bij de uitrekening der aardappelvoorraden daar zij door de troepen zelf, buiten onze
tusschenkomst opgeeischt zijn.
N° 1184 Vlas Opwijck, 5 April 1916
Mijnheer de Zivilkommisar,
Als gevolg op de verordening van den heer Generaal-Gouverneur van 10 Januari, en uwen brief van
29 Januari, nr. 10.960/III, hebben wij de eer Ued. te melden dat er deze maand geen bewerkt vlas
of werk aangegeven is.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1193
Opwijck, 12 April 1916.
Mijnheer de Zivilkommisar,
Heden ontving ik het bezoek van drij landbouwers dezer gemeente, Haverals Wed. Jozef, Robberecht
Louis en Meersman Benoit, allen van Opwijck-Mansteen, die mij elk een opeischingsbriefje toonden
van wege het "Landst. Inf. Batl. Crefeld." Volgens deze briefjes zijn er bij Haverals Wed. Jozef
700 kg aardappels in beslag genomen, bij Robberecht Louis 800 kl en bij Meersman Benoit 700 kg.
Naar zij mij verklaarden zijn zij hiervoor gisteren bij U geweest en heeft Ued. gezegd dat zij
zich voor deze zaak tot mij moesten wenden.
Daarop ben ik zelf hunnen voorraad ten huize doen gaan nazien, en heb bestatigd:
1e bij Haverals Wed. Jozef ongeveer 875 kilos |
|
Dit huisgezin heeft noodig: |
|
Als gebruik voor 4 personen boven de 7 jaar, gedurende 2 maanden en 18 dagen |
93 kilos |
Als voedsel voor 2 zwijnen |
468 kilos |
Als plantgoed voor 30 aren |
480 kilos |
Totaal |
1041 kilos |
Dus heeft dit huisgezin te kort 1041 – 875 = 166 kilos |
|
2e bij Robberecht Louis ongeveer 700 kilos |
|
Hij heeft noodig: |
|
Als gebruik voor 6 personen boven de 7 jaar |
140 kilos |
Als voedsel voor 1 zwijn |
234 kilos |
Als plantgoed voor 23 aren |
368 kilos |
Totaal |
742 kilos |
Dus heeft hij te kort 742 – 700 = 42 kilos |
|
3e bij Meersman Benoit ongeveer 525 kilos |
|
Hij heeft noodig: |
|
Als gebruik voor 6 personen boven de 7 jaar |
140 kilos |
Als voedsel voor 1 zwijn |
234 kilos |
Als plantgoed voor 10 aren |
160 kilos |
Totaal |
534 kilos |
Dus heeft hij te kort 534 – 524 = 9 kilos |
|
Ik verklaar hierbij dat ik het onderzoek gedaan heb in alle oprechtheid.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
N° 1194
Aanslagen van aardappelen Opwijck,
13 April 1916
Mijnheer de Zivilkommisar,
In vervolg op mijnen brief van gisteren, nr. 1193, heb ik de eer Ued. te melden dat er bij den
landbouwer Verdoodt Petrus, van Opwijck-Mansteen, 1100 kilos aardappels opgeëischt zijn:
Bij het onderzoek zijn er bij hem gevonden 1550 kilos.
Hij heeft noodig: |
|
Als gebruik voor 8 personen boven de 7 jaar, gedurende 75 dagen |
180 kilos |
Als voedsel voor 2 zwijnen |
450 kilos |
Als plantgoed voor 66 ½ aren | 1064 kilos |
Totaal |
1739 kilos |
Dus heeft hij te kort 1739 – 1550 = 189 kilos |
|
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
N° 1197 Duitsche inwoners Opwijck, 19
April 1916
Mijnheer de Zivilkommisar,
In antwoord op uw geëerd schrijven van 17 dezer, nr. 1193.2, hebben wij de eer Ued. te melden
dat er in onze gemeente geene Duitsche inwoners zijn.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel
N° 1208 Kontrakten voor aardappels op
den nieuwen oogst Opwijck, 28 April 1916
Mijnheer de Zivilkommissar,
In antwoord op uw geëerd schrijven van 24 April, nr. 738.z., hebben wij de eer Ued. te melden
dat er in onze gemeente geen kontrakten van aardappelleveringen tegen den nieuwen oogst gesloten
zijn.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan den Heer Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
N° 1209 In beslag genomen aardappelen Opwijck, 29 April 1916.
Mijnheer de Kommandant,
Ik heb de eer Ued. te melden dat er in onze gemeente bij de volgende landbouwers nog aardappels
in beslag genomen liggen:
1° Bij Wed. Jozef Haverals, te Opwijck-Mansteen 700 kilos. Hiervan zijn reeds geleverd 200
kilos. Blijven dus in beslag 500 kilos.
2° Bij Louis Robberecht, te Opwijck-Mansteen 800 kilos. Hiervan is nog niets geleverd.
3° Bij Meersman Benoit, te Opwijck-Mansteen 700 kilos. Hiervan zijn reeds geleverd 100 kilos.
Blijven dus in beslag 600 kilos.
4° Bij Verdoodt Petrus, te Opwijck-Mansteen 1100 kilos. Hiervan zijn reeds geleverd 300 kilos.
Blijven dus in beslag 800 kilos.
Al de voormelde personen hebben mij ten stelligste verklaarddat zij, in geval deze aardappelen
nog moeten geleverd worden, slechts plantaardappelen kunnen leveren. Ik neem dus de vrijheid Ued.
te vragen de in beslag genomen hoeveelheden te willen vrijgeven om de bezitters toe te laten
hunne aardappelen te planten.
Ontvang intusschen, Mijnheer, mijne beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan den Heer Kommandant der bezettingstroepen te Assche
N° 1210
Meldeambt
Opwijck, 30 April 1916.
Aan den Heer Voorzitter van het Meldeamt, Brussel
Wij hebben de eer Ued. hieringesloten den reispas van Roelants Jan Bapt., nr. 521, terug te
zenden.
Het maanbriefje van Petr. Alf. Mannaert, nr. 445, hebben wij niet afgegeven, aangezien den
jongeling gebrekkelijk is, en op zijne meldekaart geschreven staat: Vom Erscheinen an den
Meldetagen befreit.
Het maanbriefje van Jozef De Boeck, nr. 133, hebben wij afgegeven.
Het maanbriefje van Frans Janle, nr. 382, hebben wij niet afgegeven, aangezien deze persoon zich
te Merchtem gemeld heeft op 17 dezer. Wij hebben persoonlijk bestatigd dat zijne meldekaart den
stempel draagt van 17 April.
Het maanbriefje van Alf. Jan M. De Block, nr. 1816, hebben wij niet afgegeven, aangezien hij
door ziekte verhinderd is zich te melden. Wij hebben op 17 dezer met den veldwachter een
getuigschrift medegegeven van den heer docter – Burgemeester. Hierbij een nieuw getuigschrift.
(Zijne ware voornamen zijn: Louis Jozef Medard, geboren 7-2-99.)
Het maanbriefje van Jozef De Brandt, nr. 1819, hebben wij niet kunnen afgeven aangezien deze
jongeling te Overijssche gestorven is op 15 November 1914. Het is bij misslag dat hij door ons
opgegeven is.
N° 1212.
Aardappelvoorraad op 30 april 1916
Opwijck, 1 Mei 1916.
Mijnheer de Zivilkommissar,
In antwoord op Uw geëerd schrijven van 2 Februari, nr. 10561 / III, hebben wij de eer Ued,
hieringesloten de rekening te overhandigen der aardappelvoorraden op 30 april, alsook een
afschrift der geleibrieven B.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De Burgemeester,
Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef Brussel.
Bijlage aan n° 1212
Gemeente Opwijck
Aardappelvoorraad op 30 April 1916.
Voorraad op 31 Meert: Op 31 Meert bleven er in de gemeente een totaal van 320.884½ kilos.
Magazijn van het Steunkomiteit: Op 31 Meert lagen er in magazijn 5200 kilos. Er zijn deze maand
aangekocht 1000 kilos. Dus totaal 6.200 kilos. Er zijn integendeel uitgedeeld 3607 kilos. Dus
blijven er 2593 kilos, ’t zij 5200 – 2593 = 2607 kilos minder dan verleden maand.
Verkoop met geleibrieven: Er zijn binnen de gemeente verkocht met geleibrieven 1631 kilos.
Opeischingen: Er zijn geleverd op 6 April te Opwijck-Statie 450 kilos. Op 23 April te
Merchtem-Statie 3000 kilos. Dus totaal 3450 kilos.
Verbruik: Als verbruik van menschen en zwijnen zijn er af te trekken 67.735 ½ kilos.
Er zijn dus totaal af te trekken:
Uit het magazijn | 2607 kilos |
Door verkoop met geleibrieven | 1631 kilos |
Door opeischingen | 3450 kilos |
Voor verbruik | 67.735 ½ kilos |
75.423 ½ kilos |
Dus blijft er in de gemeente nog op 30 April 329.884 ½ - 75.423 ½ = 254.461 kilos.
Noodslachting. 1 bijlage:
0pwijck, 10 Mei 1916.
Mijnheer de Zivilkommisar,
Als gevolg op de verordening van dlachting goedgekeurd van het zwijn van den landbouwer Frans De
Block onzer gemeente, daar het volgens getuigschrift van onzen veearts aangetast was door
beenderziekte.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
17-05-1916
Pensionaat Lindemans
N° 1236 Politie-patrouillen. Opwijck, 19
Mei 1916.
In antwoord op het schrijven van den Heer Keizerlijken Kreischef van 17 Mei, nr. 1530 z., hebben
wij de eer Ued. te melden dat wij niet voornemens zijn de politie-patrouillen waavan er spraak
is, in te richten, aangezien het huidig personeel onzer politie voldoende is om de veiligheid te
verzekeren.
Het is dus onnoodig onzen gemeenteraad bijeen te roepen om de politiepatrouillen te benoemen..
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.
N° 1250 Stapelplaats voor goederen. Opwijck, 7 Juni 1916.
Mijnheer de Voorzitter van het provinciaal Oogstbureel, Brussel.
Wij hebben de eer Ued. de goede ontvangst te melden van eenen omzendbrief van 2 Juni, en hebben
als stapelplaats gekozen een lokaal van het gasthuis der gemeente. Als bewaker is aangesteld
Petrus De Block, schepene onzer gemeente.
Wij nemen de vrijheid Ued. ,de volgende opmerkingen te maken over de lijst der te leveren:
Nr 73 staat nog met zijne gansche hoeveelheid graan te leveren, ’t zij 23 kilos tarwe en 589
kilos rogge. Hij heeft nochtans 412 kilos rogge geleverd, op voorstel van den Heer opkoper die
hem daarmee ontslagen heeft. Hij heeft us niets meer te leveren.
Nr 254 staat nog met 506 kilos tarwe te leveren. Er zijn reeds 250 kilos van geleverd. Blijft
dus maar 615 kilos.
Nr 307 staat met 200 kilos tarwe reeds geleverd. Voorzoover we weten heeft hij nog niets
geleverd. In alle geval wij bezitten er geen bon van.
Verder zijn er verscheidene landbouwers die in plaats van tarwe, masteluin geeverd hebben. Wij
hopen wel dat gij zoo goed zult zijn deze hoeveelheden van de tarwe af te trekken.
Er staan ook nog kleine hoeveelheden tarwe op welke door den Heer opkooper bij de rogge genomen
zijn daar de hoeveelheid zoo klein was. Het zijn de nummers 7, 10, 108, 297.
Nr 68 heeft de 100 kilos rogge die hij te leveren had, bij de tarwe geleverd.
Nr 136 staat nog te leveren 958 kilos tarwe. Hij had totaal te leveren 1458 kilos tarwe, maar op
zijn bulletin staat bij missing rogge aangeduid. Hij heeft ons verklaard hiervoor zelf naar uwe
bureelen geweest te zijn, en heeft daarop geleverd 500 kilos tarwe en 500 kilos rogge. Blijven
dus nog 458 kilos tarwe te leveren.
Nr 287 heeft opzijn invullingsbulletijn roeden ingevuld in plaats van aren. Wij hebben dit
invullingsbulletijn met den Heer opkooper medegegeven om de zaak in regel te zetten. Wij
betreuren dat dit nog niet geschied is.
Eindelijk hebben wij bemerkt dat op het laatste blad, te beginnen van nummer 410, geene
geleverde rogge meer afgetrokken is. Er zij nochtans verscheidene numers bij welke reeds rogge
geleverd hebben.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
De burgemeester (get.) Em. De Coster.
N° 1252 Werk der aardappelschil. Opwijck, den 7 Juni 1916.
Mijnheer de Voorzitter,
Als gevolg aan uw schrijven van de 20 Mei laatstleden, hebben wij de eer U.E. te laten weten,
dat wij U.E. de toelating geven, van ten bate van Uw Vader-landsch en menschlievend werk, ten
steun aan Belgisch oorlogsweezen en Krijgsinvalieden, langs onze gemeentebanen, de wilde
vruchten, zooals beukennoten, eikels en wilde kastaniën te verzamelen.
Den Heere Voorzitter der Samenwerkende Maatschappij "Werk der aardappelschil" Gijzelaarstraat,
16-18 Antwerpen.
N° 1254 Eenzelvigheidsbewijzen van
overledenen Opwijck, 13 Juni 1916.
Aan de Passzentrale, Brussel.
Als gevolg op den omzendbrief van den Heer Keizerlijken Kreischef van 4 Juni, nr. 14297, hebben
wij de eer Ued. hieringesloten de eenzelvigheidsbewijzen te zenden der sedert 1-11-15 overledene
personen. Gelief hieronder de namen te vinden dergenen waarvan wij het eenzelvigheidsbewijs niet
meer hebben kunnen bekomen.
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
Voor de burgemeester, (get) Em. De Coster.
Nr. 2698
Van der Goten Judocus, belg, geboren te Opwijck den 13 Juli 1832. Beroep: landbouwer. Grootte:
1m 68cm. Woonst: Opwijck, kalkestraat, nr. 248, sedert geboorte. Altijd te Opwijk verbleven.
Afgeleverd op 18-11-1915. Overleden op 20-12-1916.
Nr. 3112
De Baerdemaeker Clementine, belg, geboren te Opwijck den 8 Februari 1898. Beroep: landbouwster.
Grootte: 1m 43cm. Woonst: Opwijck, droeshout, nr. 10, sedert geboorte. Altijd te Opwijk
verbleven. Afgeleverd op 30-11-15. Overleden op 26-2-16.
Nr. 2107
Robberecht Judocus, belg, geboren te Opwijck den 7 Meert 1837. Beroep: landbouwer. Grootte: 1m
78 cm. Woonst: Opwijck, lageveldstraat, nr. 183, sedert geboorte. Altijd te Opwijck verbleven.
Afgeleverd op 11 November 1915. Overleden op 29 Februari 1916.
Nr 3111
Weduwe De Baerdemaeker Petrus Jozef, Bettens Rosalie, belg, geboren te Merchtem den 15 Oogst
1853. Huishoudster. Grootte: 1m 56 cm. Woonst: Opwijck, droeshout, nr. 10 sedert 1878, komende
van Merchtem. Afgeleverd op 20-11-15. Overleden op 1 Meert 1916.
N° 1255 Zakken Opwijck, 13 Juni 1916
Provinciaal Oogstbureel, Brussel
In antwoord op uw geacht schrijven van 10 Juni, hebben wij de eer Ued. te melden dat wij ons
intusschentijd reeds ledige zakken aangeschaft hebben, zoodat wij er oogenblikkelijk geene
noodig hebben.
Otvang, Mijnheeren, onze beste groeten.
De burgemeester dd. Em. De Coster
N° 1284
Magazijn granen
Opwijck, 30 Juni 1916
Aan het Provinciaal Oogstbureel, Brussel
Mijnheeren,
In antwoord op uwe geëerde circulaire van 2 Juni, hebben wij de eer Ued. te melden dat wij heden
in magazijn hebben:
Tarwe |
1793 kilos |
Rogge |
2500 kilos |
Masteluin |
13 kilos |
|
4306 kilos |
Deze voorraad is heden aangekocht door den heer A. Cloetens.
Ontvang, Mijnheeren, onze oprechte groeten.
v. De burgemeester, Em. De Coster
N° 1326 Duiven Opwijck, 30
Juli 1916.
Mijnheer de Kreischef,
Als gevolg op de verordening van den heer Generaal-Gouverneur van 22 Juni over het houden van
duiven, zenden wij U hierbij de lijst der in onze gemeente aangeschafte en verkochte
duiven-voetringen.
De lijst is niet volledig, aangezien verscheidene personen van de door hen aangeschafte en
verkochte voetringen geene rekening gehouden hebben. Bij deze personen hebben wij dus de
gevraagde inlichtingen niet bekomen.
Hoogachtend, v. De Burgemeester (get.) Em. De Coster
N° 1333 Patrouilles Opwijck, 3 Augusti 1916.
Mijnheer de Kommandant, Merchtem
Als gevolg op de omzendbrief van den heer Keizerlijken Kreischef van 17 Mei, nummer 1530.z., zenden wij U hierbij de namen van de in onze gemeente te vormen patrouilles voor den politiedienst:
1. | Vereertbrugghen Jan |
18. | Buggenhout Karel |
2. | Van den Broeck Xaveer |
19. | Van Crombrugghe Arthur |
3. | Verhaegen Frans |
20. | Esselens Frans |
4. | Van Muldrs Jozef |
21. | Van Crombrugghe Leopold |
5. |
Semal Jozef |
22. | Aerts Frans |
6. | Van Lembergen Jozef |
23. | Van der Borght Jan Paulus |
7. | De Ridder Louis |
24. | Buggenhout Tilmanus |
8. | Verhavert Hendrik |
25. | Amerijckx Henri |
9. | Van Damme Frans |
26. | Willems Frans |
10. |
Aelbrecht Jan |
27. | Verdoodt Jan |
11. | Van Biesen Alfons |
28. | Wouters Jan Baptist |
12. | Van Rossem Jozef |
29. | De Coninck Benoit |
13. |
Moens Louis
|
30. | Meskens Karel Louis |
14. | Heyvaert Frans |
31. | De Vleminck Leon |
15. | Berghman Alfons |
32. | Robberecht Joannes Jozef |
16. | Ringoot Prosper |
33. | Van den Meersche Emiel |
17. | Van Gucht Edward |
|
Ontvang, Mijnheer, onze beleefde groeten.
v. De burgemeester (get.) Em. De Coster.
N° 1402 Door den oorlog vernielde wooningen. Opwijck, den 28 Sept. 1916.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Als gevolg op uw schrijven van den 25 Sept. laatstleden, Tageb. N° 4243.Z., laat Ik U weten, dat
er in onze gemeente tien woningen met aanhorighe-den door den oorlog gansch vernield zijn.
Zeven dezer woningen zijn gansch heropgebouwd.
Eene is reeds gedeeltelijk heropgebouwd.
Twee zijn nog niet herbouwd en het is nog onbekend wanneer men de heropbouwingswerken zal
begin-nen.
Drij andere huizen zijn ook nog gedeeltelijk vernield, waarvan de herstellingen gansch
voltrokken zijn.
N° 1427 Opwijck, 14 October 1916.
Aan het pasbureel, Assche.
Gelief hierbij de eenzelvigheidsbewijzen te vinden van den genaamden Van den Broeck Victor en
van Dierickx Florent in onze gemeente gekomen, komende uit krijgsgevangenschap in Duitschland.
En van den genaamden Heyvaert Petrus in onze gemeente overleden.
Hoogachtend.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1444 Vernielde gebouwen Opwijck, den 30 october 1916
Mijnheer de Kreischef,
Ik heb de eer U hieronder den toestand der gebouwen onzer gemeente te doen kennen, die ten
gevolge der gebeurtenissen van den oorlog vernield of beschadigd zijn geweest.
1e) Aerts Ludovicus, gehucht eexken, afgebrande wooning, met schuur en stalling. Deze gebouwen
zijn gansch herbouwd.
2e) Michiels Henricus, gehucht eexken, afgebrande wooning, met schuur en stalling. Deze gebouwen zijn gansch herbouwd.Waveryns Egied-Frans, gehucht eexken, afgebrande wooning, met schuur en stalling. Deze gebouwen zijn gansch herbouwd.
4e) Van den broeck Guillielmus, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. Deze gebouwen zijn gansch herbouwd.
5e) Aerts Paulus, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. De woning en stalling zijn herbouwd. De schuur waarvan de grond eene oppervlakte heeft van 42 vierkante meters, is nog niet herbouwd. De eigenaar verklaart te zullen heropbouwen na den oorlog. De puinen zijn gansch afgebroken.
6e) Vereecken Joannes, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. De woning en schuur zijn herbouwd. De stalling moet nog heropgebouwd worden. De oppervlakte van de grond van dit laatste gebouw is 72 vierkante meters. De eigenaar verklaart te zullen heropbouwen na den oorlog. De nog rechtstaande muren hebben omtrent 3 meter hoogte.
7e) De Keersmaeker kinderen Frans, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. De woning is gansch herbouwd. Schuur en stalling, waarvan de grond te samen een oppervlakte heeft van 144 vierkante meters, zijn nog niet herbouwd. De eigenaars verklaren te zullen herbouwen na den oorlog. De puinen zijn gansch afgebroken.
8e) De Clerck Ildefons, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. Het woonhuis is gedeeltelijk heropgebouwd, en is bewoonbaar. Twee kamers, stalling en schuur moeten nog herbouwd worden. De oppervlakte van den grond van de twee kamers en stalling is 74 vierkante meters. Deze gebouwen zullen na den oorlog heropgebouwd worden.
9e) Vermeir Theophiel, gehucht eexken, afgebrande woning, met schuur en stalling. De woning en schuur zijn herbouwd. Een stal moet nog herbouwd worden. De oppervlakte van den grond van dit laatste gebouw is 29 vierkante meters. Dit gebouw zal na den winter herbouwd worden. De puinen zijn gansch afgebroken.
10e) Luypaert Ludovicus, gehucht eexken, woning, met schuur en stalling. De stal is herbouwd en dient voor woonst. Het huis en schuur waarvan den grond een oppervlakte heeft van 77 vierkante meters, moeten nog herbouwd worden. De eigenaar verklaart deze laatste gebouwen te zullen herbouwen na den oorlog. De puinen zijn gansch afgebroken.
11e) Moens Sophia, gehucht eexken, woning vernield
door geschut, is gansch herbouwd.
Aanvaard, Mijnheer, de verzekering mijner hoogachting,
De burgemeester (get.) B. De Smedt
Den Heer Keizerlijken Kreischef te Brussel
N° 20 Verloren duiven Opwijck, den 5 December 1916.
Mijnheer de Keizerlijke Kreischef,
Als gevolg van de verordening van den 22 Juni 1916, van den Heer Gouverneur Generaal, heb ik de
eer U te laten weten, dat ons de volgende aangiften gedaan zijn van duiven die uit hun hok zijn
weggebleven.
Lauweriers Louis |
Weyenberg |
N° 98 |
1915 |
Opwijck |
zwart-geschelpt |
De Boodt Petrus |
Eexken |
N° 136 |
1913 |
id. |
vos |
Mergan Jozef |
Broekstraat |
N° 1466 |
1913 |
id. |
blauw |
De Nil Adolf |
Droeshout |
N° 40161 |
1912 |
België |
blauw-geschelpt |
De Coninck Petrus |
id. |
N° 265 |
1916 |
Merchtem |
blauw |
De Coninck id. |
id. |
N° 24 |
id. |
Opwijck |
geschelpt-witpen |
De Brandt Joannes |
id. |
N° 592 |
id. |
id. |
blauw |
id. |
id. |
N° 377 |
id. |
id. |
grijs |
Leemans Petrus |
Neerveldestr. |
N° 771 |
id. |
id. |
blauw geschelpt |
id. |
id. |
N° 778 |
id. |
id. |
id. |
Leunis Edward |
Neerveldstr. |
N° 674 |
id. |
id. |
gesteken |
id. |
id. |
N° 378 |
id. |
id. |
blauw |
id. |
id. |
N° 731 |
id. |
id. |
blauw |
id. |
id. |
N° 139 |
id. |
id. |
gesteken. |
Hoogachtend, (get.) B. De Smedt
Den Heere Keizerlijken Kreischef Brussel
N° 49. Opwijck,
21 December 1916.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op Uw schrijven van 14 December, nummer 7435.Z. Van de vernielde huizen blijven nog
slechts eenige naakte muren staan. De kosten van afbraak zullen heel weinig bedragen. Het is de
moeite niet waard om hiervoor eene aanvraag tot schadeloosstelling te doen.
1917
N° 85 Opwijck, 12 Januari 1917.
Aan het Meldeamt, Brussel
Volgens besluit der Pass-Zentrale zenden wij U hierbij een duplicatie van een verloren
eenzelvigheidsbewijs van den genaamden De Nil Hendrik, met verzoek er den stempel "In
Ueberwachung" te willen opzetten en ons terug te sturen.
Hoogachtend. De Buegemeester, (get.) B. De Smedt
N° 98 Opwijck, 20 Januari 1917.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 30 September, nummer 4558.z.
Er zijn deze week door onze politieorganen geene hoeveelheden aardappelen in beslag genomen.
Hoogachtend. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 100 Opwijck, 21 Januari 1917.
Mijnheer de Kreischef,
Als gevolg op ons onderhoud van zaterdag 20 Januari hebben de eer U te melden dat eene
verpachting van het akkerland dat bewerkt wordt door onze landbouwers op het grondgebied der
omliggende gemeenten van het Etappengebied, onmogelijk is aangezien er te groote moeilijkheden
zouden uit voortkomen.
Inderdaad, bij de heerschende schaarste aan veevoeder is het volstrekt noodig dat onze
landbouwers al hun land kunnen blijven behouden. Ook zijn er landbouwers wier akkerland bijna
totaal op het grondgebied van het Etappengebied ligt. Dit land verpachten ware deze lieden hunne
broodwinning ontnemen.
Wij zenden U ook hierbij de lijst der landbouwers die in het Etappengebied land bewerken.
Hoogachtend,De burgemeester (get.) B. De Smedt
Aan den Keizerlijken Kreischef, Brussel.
N° 151 Opwijck, 20 Februari 1917.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Antwoord op uw schrijven van 14 Februari, nr 9945.
Er zijn tot heden in onze gemeente nog geene massamaaltijden ingericht, doch binnenkort zal de
volkssoep ingericht worden. Deze zal uitsluitend bestemd zijn voor de behoeftigen. De
voedingsmiddelen zullen verschaft worden door het Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit. Het
dagelijksch rantsoen zal zijn een halve liter per man. De kosten zullen gedekt worden door het
Nationaal Hulp- en Voedingskomiteit.
Hoogachtend, De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 142 Opwijck, 15 Februari 1917.
Heer Keizerlijke Kreischef,
Antwoord op uw schrijven van 7 Februari, nummer 2306/v.
Het paard van den brouwer De Roy Frans is reeds opgeëischt door de Duitsche overheid.
Hoogachtend De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 167 - 26-2-17
Aan het Meldeambt, Brussel
Het maanbriefje van Petrus Van der Voorde hebben wij niet afgegeven, daar deze persoon, welke
aangeworven was om naar Duitschland te gaan werken, sedert 17 dezer het ouderlijk huis verlaten
heeft, en de ouders verklaren niet te weten waar hij verblijft.
Het maanbriefje van Guillielmus Geeroms hebben wij niet afgegeven daar deze persoon het
ouderlijk huis verlaten heeft, en de ouders verklaren niet te weten waar hij verblijft.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 216 Opwijck, 30 Meert 1917.
Mijnheer de Kreischef,
Met brief van 18 Februari 1917 der troepenafdeeling Merchtem zijn wij verwittigd dat wij als
straf voor draadvernieling aan den IJzeren weg naar Aelst, verplicht waren de baan te laten
bewaken door 36 burgers van aanzien der gemeente.
Met brief van het Generaal-Gouvernement van 15 Meert hebben wij tijding gekregen dat onze
gemeente om dezelfde reden gestraft was met 50 Mark boet.
Aangezien wij deze tweede straf voldaan hebben, nemen wij de vrijheid U te verzoeken ons van den
opgelegden patrouilledienst te willen ontslaan.
Hoogachtend. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 217 Opwijck, 31 Meert 1917. Mijnheer de Zivilkommissar, Gevolg op uw schrijven van 21 October, nummer 5402.z,. Hierbij het getuigschrif van den veearts Jozef Vereertbrugghen onzer gemeente, over het onderzoek der paarden wegens not en schurft. Hoogachtend. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 247 Opwijck, 23 April 1917.
Mijnheer de Kreischef,
Als gevolg op den brief der Kommandantur van Merchtem van 22 April 1917, melden wij Ued. dat er
in onze gemeente geen voetbal- of andere sportvereenigingen bestaan.
Hoogachtend. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 248 1 November 1918.
Kommandantur Assche,
Gevolg op nr. 27 van uwen omzendbrief van 27.9.18.
De verwittigingstafels aan de overgangen der spoorbaan zijn aangebracht.
N° 253 Opwijck, 24 Avril 1917.
Monsieur Léon Lebrun,, négociant à Jodoigne
Vous me feriez grand plaisir en faisant expédier au plus tôt six wagons de charbons destinés aux
indigents de ma commune et aux troupes de l’occupation.
Veuillez soigner pour avoir de beau et bon charbon.
Agéez, monsieur Lebrun, l’assurance de notre parfaite considération.
Le bourgemestre (get.) B. DeSmedt
N° 269 – 30-4-17
Aan het Meldeambt, Brussel
N° 2265 en 2786 zijn twee uit Duischland teruggekeerde krijgsinvaliden, die zich reeds
regelmatig melden.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 378 Opwijck, 25 Juni 1917
Aan de Kohlenzentrale, Kanselarijstraat, Brussel
Mijnheeren,
Wij nemen de vrijheid Ued te verzoeken ons zoogauw mogelijk de 50 ton kolen Tout-Venant te
willen doen opzenden welke reeds verscheidene maanden voor onze gemeente besteld zijn door Mr
Rayer van Braine- l’Alleud aan de koolmijn "Nord de Charleroi" op afkorting van kontrakt nr.
524.
Deze kolen zijn uitsluitelijk bestemd voor de bezettingstroepen der gemeente, voor de volkssoep
en arme bevolking onzer gemeente.
In afwachting, Mijnheeren, dat onze aanvraag gunstig zal onthaald worden, bieden wij U onzen
dank op voorhand.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 415 – 17-7-17
Monsieur le Président du Comité National à Bruxelles
… acte de décès de la nommée Vandevyvere Romanie, épouse Delbaere Henri Gustave, refugié de la
ville d’Halluin, nee à Rumbele, Belge et décédé en notre commune le 15 Juillet dernier n° 70 de
la liste des refugiés d’Opwyck.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 425 – 23-7-17
Monsieur le Président du Comité National à Bruxelles
… extrait de l’acte de naissance de la nommée Neffe Renée Marie Josèphe, fille naturelle de
Neffe Marie Gabrielle Céline, célibataire, refugié de la ville d’Halluin et résidant en notre
commune n° 259 de la liste des refugiés d’Opwyck.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 428 Opwijck, 26 Juli 1917.
Aan de Kommandantur Merchtem,
Gevolg op uw schrijven van 12 Juli.
1. In de afgeloopen week zijn geene vluchtelingen uit het Etappen-of operatiegebied in de
gemeente gekomen.
2. In de afgeloopen week hebben geene vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.
3. Op het einde der afgeloopen week bevonden zich in onze gemeente 572 vluchtelingen, 416
fransche en 156 belgen.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 442 Opwijck, 1 Augusti 1917.
Aan de Kommandantur Merchtem,
Gevolg op uw schrijven van 12 Juli.
1. In de afgeloopen week zijn geene vluchtelingen uit het Etappen-of operatiegebied in de
gemeente gekomen; er is enkel een vluchteling ingekomen uit Borcht-Lombeek.
2. In de afgeloopen week hebben twee vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.Zij zijn
vertrokken naar Vilvoorde.
3. Op het einde der afgeloopen week bevonden zich in onze gemeente 578 vluchtelingen, waaronder
420 fransche en 158 belgen.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 443 Opwijck, 30 Juli 1917.
Mijnheer de Kreischef.
Gevolg op e verordening van den Heer Generaal-Gouverneur van 30 Juni, nummer 647.
Hierbij de lijst der aangegeven getuigen van paarden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 466 - 8-8-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week hebben geen vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente 578 vluchtelingen, waaronder
420 fransche en 158 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 477 Opwijck, 14 Augusti 1917.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 1 Agusti, nummer 18233.z.
Wij hebben overal in al de wijken der gemeente politiepatrouilles ingericht voor de bewaking der
velden en het verkeer met gesmokkelde waren tegen te gaan.
De burgemeestr (get.) B. De Smedt
N° 479 Opwijk, 16 Augusti 1917
Aan de Kommandantur Merchtem,
Gelief hierbij de lijst te vinden van den veestapel onzer gemeente op 15 Augusti..
De burgemeestr (get.) B. De Smedt
N° 490 - 21-8-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week heeft eene familie van 5 persoonen Vandenbussche-Decoene Emiel onze
gemeente weder verlaten. Ze zijn vertrokken naar Overyssche.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
575 vluchtelingen, waaronder 419 fransche en 156 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 499 - 26-8-17
Aan de Passzentrale
De genaamde Maurits Gheysen, student, geboren te Halluin op 20 september 1860, gevlucht uit
Halluin (Fr.), in onze gemeente gekomen op 29 Juni 1917, heeft zijn eenzelvigheidsbewijs te
Halluin afgeleverd verloren bij zijne vlucht uit Halluin naar onze gemeente. Gelieve ons de
toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 502 Opwijck, 28 Augusti 1917.
Aan het hoofdkantoor voor gas, water en electriciteit, Brussel.
Als gevolg op de verordening van den heer Generaal-Gouverneur van 2 December 1916, verzoeken wij
U ons de toelating te willen geven tot het plaatsen van aansluitingen van electriciteit aan twee
ledigstaande huizen gelegen in het centrum onzer gemeente en die nu bewoond zijn door de
vluchtelingen.
Gelief hierbij de teekening en beschrijving te vinden van de aan te sluiten geleiding.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 503 Opwijck, 27 Augusti 1917.
Aan het Meldeamt, Brussel.
Gelief hierbij het maanbriefje terug te vinden van Frans Leopold Robberecht dat niet afgegeven
is aangezien hij opgesloten is in het gevang te Brussel.
Hierbij het maanbriefje terug van Jozef Frans Vereertbruggen, die veearts van beroep is en van
den heer Inspecteur-veearts van Leuven tijding ontvangen heeft dat hij tot einde October
aanstaande van de maandelijksche melding bevrijd is.
Hierbij ook de maanbriefjes terug van Felix Frans Van der Meersch, Jan Egied Van Humbeek en
Frans Xaveer Saerens met geneeskundig getuigschrift.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 522 – 4-9-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week heeft eene familie van 5 persoonen Vandenbussche-Decoene Emiel onze
gemeente weder verlaten. Ze zijn vertrokken naar Overyssche.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
575 vluchtelingen, waaronder 419 fransche en 156 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 528 – 5-9-17
De genaamde Filipo Sophie, vrouw Alfons Bouville, fransch, geboren te Wattrelot op 5 December
1860, vluchteling uit Halluin heeft zijn eenzelvigheidsbewijs verloren.
Gelieve ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 538 Opwijck, 11 September 1917.
Aan de Kommandantur Merchtem,
Gevolg op uw schrijven van 12 Juli.
In de afgeloopen week zijn uit het Etappen- of operatiegebied de volgende vluchtelingen in onze
gemeente gekomen:
3 September |
Sophie Boidin, gekomen van Tourcoing. |
6 " |
Jules Watteyn |
|
Marie Staelens |
|
Valère Watteyn, alle drij gekomen van Meenen. |
In de afgeloopen week heeft een vluchteling onze gemeente weder verlaten; het is Godefroi
Verkindere, opgesloten in het zinneloozengesticht te Grimbergen.
Op het einde der afgeloopen week bevonden zich in onze gemeente 581 vluchtelingen, waaronder 423
franschen en 158 belgen.
De burgemeester (get.) B. DeSmedt
N° 547 Opwijck, 14 September 1917.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 11 September, nr. 20053.z.
Het nazicht van delandbouwstatistiek is door onze gemeente doorgevoerd.
Het is gedaan door de zorgen van het plaatselijk hulp- en voedingskomiteit.
Zij is gedaan door meting van de met graangewassen en aardappelen beplante gronden.
Alle velden met graangewassen en aardappelen beplant zijn afzonderlijk gemeten.
Er zijn als te weinig aangegeven vastgesteld:
a) In ’t geheel 142.85 hectaren.
b) Afzonderlijk:
|
1) Rogge |
46.79 hectaren |
|
2) Tarwe |
73.04 hectaren |
|
3) haver is niet |
|
|
4) aardappelen |
22.62 hectaren. |
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 553 – 19-9-17
Aan de Kommandatur, Merchtem
… melding aan schoondochter Hoedt Maria x Verkindere Hector, vluchtelingen, verblijvende in
Opwijk dat Godefrois Verkindere uit Halluin naar Grimbergen is gebracht.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 563 – 25-9-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week hebben geen vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
581 vluchtelingen, waaronder 423 fransche en 158 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 574 – 30-9-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week heeft eene familie onze gemeente weder
verlaten: Maria Vandels-Vanghendaele, Rachel Vandels en Gaspard Vandels naar Diegem.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
578 vluchtelingen, waaronder 423 fransche en 155 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 598 – 9-10-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week hebben geen vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
578 vluchtelingen, waaronder 423 fransche en 155 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 617 – 16-10-17
Aan de Kommandantur, Merchtem
2° In de afgeloopen week hebben geen vluchtelingen onze gemeente weder verlaten.
3° Op het einde der afgeloopen week bevinden zich in onze gemeente
578 vluchtelingen, waaronder 423 fransche en 155 belgen.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 699 – 13-12-17
Aan de Kommandatur, Ternath
Zulma Van Tomme, vluchtelinge van Halluin, geboren den 5 Mei 1887, die onze gemeente in ’t
geheim verlaten heeft en haar tegenwoordig verblijf ons onbekend is.
N° 718 – 24-11-17
Aan de Passzentrale, Brussel
Eenzelvigheidsbewijs nr 914 der stad Halluin van den vluchteling Henri Balory, voor hetwelk wij
een nieuw eenzelvigheidsbewijs hebben afgeleverd.
N° 721 – 25-11-17
Aan de Passzentrale, Brussel
Nr 57684 gemeente St. Kruis (West-Vlaanderen) van Leopold Van Damme. Deze is in onze gemeente
gekomen, komende van St. Kruis. De reispas der Kommandantur Brugge heeft hij afgegeven op de
plaatselijke Kommandantur van Opwijck. Gelieve ons toelating te geven tot aflevering van een
nieuw eenzelvigheidsbewijs.
N° 745 Kolen Opwijck, 2 December 1917.
Mijnheer Jozef Verdoodt, ter gemeente.
In antwoord op den brief van den heer De Roy van Merchtem van 1 December, zenden wij U volgende
inlichtingen:
Maandelijksch rantsoen noodig voor het gasthuis |
1500 kilo |
gemeentehuis |
750 kilo |
volkssoep |
1600 kilo |
gemeentemagazijn |
250 kilo |
de 5 smederijen der gemeente |
4000 kilo |
eene bakkerij met kolen |
1500 kilo |
Wij kennen anders geene kleinbedrijven die kolen noodig hebben.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 814 Opwijck, 18 December 1917.
Mr de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 1 December, nr. 1.
Wij hebben der eer U te melden dat het houden van openbare vermakelijkheden (danspartijen) in
onze gemeente verboden is. Enkel binst de dagen der kermis wordt het houden van danspartijen
geoorloofd, doch dit moet iedermaal aangevraagd worden, en goedgekeurd door het schepencollege.
Deze besluiten zijn genomen door onzen gemeenteraad in zijne zitting van 9 November 1906 en 30
Mei 1907. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 881 – 14-12-17
Aan het Meldeamt, Brussel
…. Nr. 408 Tierrie Louis is verleden Zondag nacht mede vertrokken naar Frankrijk over
Zwitserland.
N° 889 – 15-12-17
Monsieur M. Janssen, Président du Comité Provincial à Bruxelles,
J’ai l’honneur de vous faire parvenir un certificat médical, dressé par le docteur Wynants,
concernant la refugiée Petrijns Romanie, résident en notre commune, avec prière de bien vouloir
nous faire savoir le plus tôt possible si la prénommée peut être opéré aux frais du comité, à la
clinique St Jean et Elisabeth, rue de Marais, à Bruxelles.
N° 895 Opwijck, 18 December 1917.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 10December, nr. 23077.z
In onze gemeente zijn geene kantwerksters.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 894 Opwijck, 18 December 1917.
Mr de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 1 December, nr. 1.
Wij hebben der eer U e melden dat het houden van openbare vermakelijkheden (danspartijen) in
onze gemeente verboden is. Enkel binst de dagen der kermis wordt het houden van danspartijen
geoorloofd, doch dit moet iedermaal aangevraagd worden, en goedgekeurd door het schepencollege.
Deze besluiten zijn genomen door onzen gemeenteraad in zijne zitting van 9 November 1906 en 30
Mei 1907.
N° 906 Gezondheidspolitie Opwijck, den 21
December 1917.
Mijnheer de Voorzitter,
In antwoord op uwen brief van den 17 December laatstleden n° 55565, 3e afdeeling, hebben wij de
eer de lijst der personen die gerechtigd zijn in onze gemeente een der vakken van geneeskunst
uit te oefenen, U reeds sedert eenige dagen door brief n° 900, is toegezonden geweest.
Terzelvertijd, laten wij U weten, dat door misslag de Heer Markey Emiel, geneesheer in heel- en
vroedkunde, wonende in deze gemeente, Statiestraat n° 83, diploma Leuven 25 Juli 1910, op deze
lijst niet is gebracht.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering onzer hoogachting.
De burgemeester en schepenen (get.) B. De Smedt
De Heer Voorzitter van het Burgerlijk Bestuur te Brussel
N° 929 Opwijck, 28 December 1917.
Aan de Kommandantur Ternath,
Gelief hierbij een aanvraag te vinden vanwege de zondagschool der gemeente, om een schoolfeest
te geven op aanstaande 7 Januari.
Hoogachtend. De burgemeester (get.) B. De Smedt.
1918
N° 950 – 3-1-1918
Aan de Passzentrale, Brussel
De genaamde Angela Van Pachterbeke, fransche vluchteling uit Halluin, thans in onze gemeente verblijvende, geboten te Halluin den 16 september 1897, heeft haar eenzelvigheidsbewijs, te Halluin afgeleverd, verloren.
Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
Mijnheer,
Op bevel der Duitsche overheid is Ued. verplicht, op aanstaanden Dinsdag om 9 ure (Belgische
tijd) op het gemeentehuis te verschijnen met stalen van het graan dat gij nog te leveren hebt
aan het Nationaal Komiteit.
Iedere landbouwer moet persoonlijk komen.
Wie niet verschijnt, wordt gestraft.
Opwijck, 12 Januari 1918
De burgemeester, B. De Smedt
N° 998 – 21-1-18
Aan het Meldeamt, Brussel
Gelieve hierbij uw schrijven van 18 Januari terug te vinden. Nr 98 Samyn Jozef Hendrik is door de Duitsche overheid opgeeischt en weggestuurd.
N° 1006 - ?-1-18
Declercq Cyriel geboren 11.4.1884, uit de gemeente verdwenen zonder dat wij weten waarheen
Feys Edward geboren 21.6.1880, heirbaan nr. 21
Verschaeve Jules, geboren 22.1.1890, droeshout nr. 155b
Dely Ciriel, geboren 14.12.1900, heirbaan nr. 21
Dewailly Alfons, geboren 14.2.1864, door de Duitsche overheid opgeeischt op 17 November 1917
Van Lerberghe Emiel, geboren 22.2.1878, vertrokken naar Hal op 7 November 1917
Fien Paul, geboren …, heirbaan.
Wij hebben uwe rekeningen van 4 en 15 Februari wel ontvangen. Gelief nota te nemen dat de rekening van den Heer Zivilkommissar in dato van 13 November 1917 aldus luidde:
70 ton ½ vette huiskolen aan |
76.75 fr. |
per 1000 kg of |
5372.50 |
10 ton |
80.50 |
|
805.— |
10 ton |
93.-- |
|
930.— |
65 ton |
75.70 |
|
4920.50 |
Totaal 155 ton tegen 12028.—fr.
Rekent men tegen deze prijzen de doorsnedeprijs per 1000 kilo zoo bekomt men 77.60 fr., of per
rantsoen van 120 kilo, 9.32 fr.
Wij hebben de kolen aan de huisgezinnen gerekend tegen 9.40 fr. per rantsoen van 120 kilo. De
1210 rantsoenen hebben ons dus opgebracht 11374 fr.
Wij hebben gestort op de Deutsche Bank 12028.—
Wij hebben te goed volgens rek. nr. 109 86.25
Te zamen fr. 12114.25
Dus blijft er in ons voordeel 12114.25 – 11374.-- = 740.25 fr. in plaats van 244.15 fr.
Gelief dit na te zien en ons te laten weten of wij akkoord gaan.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1059 – 13-2-1918
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelief hierbij het eenzelvigheidsbewijs nr 1293 der stad Halluin te vinden van de genaamde
Mathilde biesteker, vluchteling uit Halluin, thans in onze gemeente verblijvende, met verzoek
ons de toelating te willen geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs, aangezien
dit zoo ver versleten is.
Hoogachtend. De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1071 – 19-2-1918
De Heer Bestuurder van het Krankzinnigengesticht te Grimberghen.
Mijnheer, de Bestuurder
Als gevolg aan uw schrijven van den 5 Juni laatstleden, aangaande de onderhoud en verzorgingskosten van de genaamde Verkindere Godefroy, Fransche vluchteling van Halluin, heb ik de eer U te laten weten, dat volgens bekomen inlichtingen van den heer Voorzitter van het Provinciaal Hulp en Voedingskomiteit, de onderhoudskosten van al de vluchtelingen zullen gedragen worden door het gemeen fonds.
Deze schikkingen zijn toegepast voor alle behoeftige vluchtelingen zonder verschil van nationaliteit.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1088 – 23-2-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelieve hierbij het eenzelvigheidsbewijs der stad Halluin te vinden van de genaamde Gabrielle
Verkindere, thans in onze gemeente verblijvende, dat nog niet voorzien is van den voorgeschreven
stempel “Nur gültig für das Gebiet des Generalgouvernements”, met verzoek er den stempel te
willen opzetten ofwel ons de toelating te geven tot aflevering van een ander
eenzelvigheidsbewijs.
N° 1090 – 23-2-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelieve hierbij het eenzelvigheidsbewijs te vinden van de volgende vluchtelingen van Halluin,
thans in onze gemeente verblijvende, met verzoek ons de toelating te geven tot aflevering van
nieuwe eenzelvigheidsbewijzen: De simpel-Devroe Marie, geboren 4 October 1863, Cannière-De
Simpel Martha, geboren 4 November 1890, Wuylsteke Euphrasie, geboren 17 Januari 1901, Wuylsteke
Elza, geboren 26 Meert 1899.
N° 1094 – 25-2-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelieve hierbij het eenzelvigheidsbewijs te vinden van genaamde Marguerite Caesteker,
vluchtelinge van Halluin, in onze gemeente verblijvende, dat nog niet voorzien is van den
voorgeschreven stempel "Nur gültig für das Gebiet des Generalgouvernements", met verzoek er den
stempel te willen opzetten ofwel ons de toelating te geven tot aflevering van een ander eenzelvigheidsbewijs
N° 1089 – 23-2-18
Aan de Passzentrale, Brussel
De genaamde Josephine Valcke-Demarez, geboren 17.2.1866, vluchteling van Halluin, thans in onze
gemeente verblijvende, heeft haar eenzelvigheidsbewijs, te Halluin afgeleverd, verloren. Gelief
ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs.
N° 1107 – 1-3-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelief hierbij het maanbriefje van de genaamde Edward Van de Velde te vinden, aangezien deze
persoon sedert eenigen tijd naar Duitschland is gaan arbeiden.
N° 1118 Huisslachting Opwijck, 9 Meert
1918.
Mijnheer de Kreischef,
Gelief hierbij een aanvraag te vinden tot slachting van een zwijn voor eigen gebruik.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 1120 Opwijck, 10 Meert 1918.
Mijnheer J. De Roy, Opzichter der kolenverdeeling voor Vlaanderen, Merchtemt
Aangezien het huidig rantsoen kolen van gemeentehuis, gasthuis en volkssoep volstrekt
ontoereikend is, nemen wij de vrijheid U te verzoeken het rantsoen te willen verhoogen tot 3000
k° kolen voor het gasthuis, 3000 k° kolen voor de volkssoep, 1000 k° kolen voor het
gemeentehuis.
De burgemeester (get.) B. De Smedt.
N° 1155 – 23-3-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelief hierbij de meldekaart van Polydoor Dupont te vinden, overleden op 26 Februari. Hierbij
een uittreksel uit zijn overlijdensakte.
N° 1156 – 26-3-18
Aan de Passzentrale, Brussel
Gelief hierbij de meldekaart van Frans Fies te vinden, overleden op 23 Maart.
N° 1217 – 14-4-18
De ondergetekende burgemeester der gemeente Opwijck, verklaart dat de volgende vluchtelingen in
onze gemeente ingekomen zijn: Elisa Willemijns, L, geboren 31/8/1895, nationaliteit Belg,
vluchtelinge uit Rousselare, thans komende van Tildonck, Hendrik Duvillers, L, geboren 6/4/1868,
nationaliteit Belg, vluchteling uit Halluin, thans komende van Hoeylaert. (get.) B. Desmedt
N° 1255 Slachting Opwijck, 27 April
1918.
Mijnheer de Kreischef,
Als gevolg op de verordening van 9 Meert, nr. 749, heb ik de slachting toegelaten van 3
kalveren.
Hierbij het getuigschrift van veearts.
- VandenBroeck – Leemans – Robberecht. De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1256 Aardappelkommissie Opwijck, 29
April 1918.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 15 April, nr. 27363.z.
Ziehier de namen der personen die door onzen gemeenteraad benoemd zijn als leden van de
aardappelkommissie.
Als groote landbouwer Jan Vereertbrugghen
Als kleine landbouwer Jozef De Smedt
Als burgers die geen land bewerken Fernand Wynants en Jozef Temmerman.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1257 – 29-4-18
…. Fransche vluchteling Dupont Polydoor …. St. Jans hospitaal
N° 1258 – 29-4-18
De ondergetekende burgemeester der gemeente Opwijck, verklaart dat de volgende vluchteling uit
onze gemeente vertrokken is Bertrem Karel, L, geboren 8.4.1856, belg. Vertrokken naar Lembeek
bij Halle.
N° 1296 Aardappelen en haver Opwijck, 14
Mei 1918.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 4 Mei, nr. 28019.z.
Hierbij de lijsten der opgaven van aardappelen en haver.
Hierbij de lijsten der landbouwers dieaardappelen, en eene lijst der landbouwers die haver in
eene andere gemeente gepland hebben. Hierbij de lijst van eenige landbouwers die hunne
aardappelen niet hebben opgegeven.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1297 Landerijen Opwijck, 14 Mei 1918.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 7 Mei, nr. 28008.z.
Er liggen in onze gemeente geene landerijen die onbebouwd blijven.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1303
De ondergeteekende, burgemeester der gemeente Opwijck, verklaart dat de vrouw Jan Baptist
Berghman maar sedert 7 jaar getrouwd is en de boerderij voor hun eigen maar begonnen hebben een
weinig voor den oorlog. De man is sedert vier jaar krijgsgevangen. Het land is van den
slechtsten grond van gansch de gemeente en is bovendien slecht bewerkt. Wij verzoeken dus den
Heer Voorzitter der Provinciale Kom. De boet van 1800 Mark nog merkelijk te willen verminderen.
Opwijk, 15 Mei 1918. De burgemeester, (get.) B. De Smedt
N° 1307 – 17-5-18
Aan de Kommandantur, Ternath
Op de lijst der vluchtelingen die aangenomen zijn om naar Frankrijk te vertrekken, staat Lucie
Beeckman. Deze woont met hare dochter Lucie Hoornaert en dezer dochter Yvonne Demeulenare te
zamen en maken te zamen maar één huishouden uit. Zij hadden alle drij aangevraagd om te mogen
vertrekken en alleen de oude moeder Lucie Beeckman is aangenomen. Dus zou dit gezin gescheiden
worden. Wij verzoeken U dus Lucie Hoornaert en Yvonne Demeulenaere ook op de lijst te willen
brengen ofwel er Lucie Beeckman eveneens af te schrappen.
N° 1323 Verhageling Opwijck, den 27 Mei
1918
Aan de Provinzial Ernte-Kommission, Brussel
Wij hebben de eer U te melden dat er op donderdag 23 Mei laatstleden, een gedeelte van den oogst
onzer gemeente beschadigd is geweest door verhageling. Verscheidene landbouwers der gehuchten
Mansteen, Weyenberg en Hulst, hebben ons desaangaande reeds eene klacht ingediend.
Aanvaard, Mijnheeren, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen (get.) B. De Smedt
N° 1379 Opwijck, 21 Juni 1918.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 14 Juni, nr. 29420.z.
De volgende kommissiën bestaan in onze gemeente:
Oogstkommissie: bestaat uit de Heeren Petrus De Block als voorzitter, Jan Vereertbrugghen en
Jozef De Smedt als groote landbouwers, Jozef Van Mulders en Henri Geeurickx als kleine
landbouwers, Jan Maervoet en Jan De Donder als burgers.
Aardappelkommissie: bestaat uit de Heeren Bnoit De Smedt, burgemeester als voorzitter, Adolf
Heyvaert, gemeentesecretaris, Petrus De Block, schepen als plaatsvervanend voorzitter, Jozef De
Smedt als kleine landbouwer, Jan Vereertbrugghen als groote landbouwer, Fernnd Wynants en Jozef
Temmerman als burgers die geen land bewerken.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1385 – 27-6-18
Aan de Passzentrale, Brussel
De genaamde Petrus Caesteker, franschman, geboren te Halluin den 9 December 1861, vluchteling
uit Halluin, thans in onze gemeente verblijvende, heeft zijn eenzelvigheidsbewijs, te Halluin
afgeleverd, verloren. Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw
eenzelvigheidsbewijs.
N° 1428 Opwijck, 19 Juli 1918.
Aan de Tabakverwaltungsstelle, Brussel.
Als gevolg op uw schrijven van 12 Juli, nr; 1262a, verzoeken wij U het gemelde bedrag van M
700.12 te willen overhandigen aan drager dezes, den heer Victor Rombouts, politiekommissaris
onzer gemeente. Wij verzoeken U, nota te nemen dat wij van uwen aankoopen geen
Empfangsbescheunging (?)
N° 1430 – 19-7-18
Aan de Passzentrale, Brussel
De genaamde Prosper Vallaeys, geboren te Halluin den 9 Juni 1875, vluchteling uit Halluin, thans
in onze gemeente verblijvende, heeft zijn eenzelvigheidsbewijs, te Halluin afgeleverd, verloren.
Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigheidsbewijs.
N° 1432 – 23-7-18
Aan het Meldeamt, Brussel
Hierbij uw schrijven terug van 18 Juli, aangezien al deze vluchtelingen op 15 Juli naar
Frankrijk vertrokken zijn.
N° 1465 Patrouilles Opwijck, 10 Augusti
1918.
Mr. de Zivilkommissar,
Gevolg op uw schrijven van 30 Juli, nr. 30818.z.
Wij hebben sedert 1 Augusti op ieder gehucht afzonderlijke wachten ingericht, zoodat ieder in de
streek patrouille gaat waar hij zelf akkerland bezit, hetgeen een beteren uitslag geeft dan de
vroegere patrouilles. Bij deze gelegenheid nemen wij devrijheid U opmerkzaam te maken dat naar
ons weten nog niemand gestraft is voor het weigeren van patrouille te gaan, alhoewel wij reeds
verscheidene namen opgestuurd heben van personen die geweigerd hadden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1473 Paardenlijst 13 Augusti 1918.
Mijnheer de Kreischef,
Gevolg op uwe bekendmaking van 1 Juni, nr. 29076.z.
De landbouwer Frans Van Crombrugge onzer gemeente, bezit twee veulens die in den paardenlijst
der gemeente nog niet ingeschreven zijn. Een der veulens is een bruin merrie, 8 maand. Het ander
veulen is een bruin merrie, 9 maand.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1996 Opwijck, den 21 Augusti 1918.
Geachte Heer Zivilkommissar,
Aangezien de afwezigheden op den patrouilledienst onzer gemeente van dag tot dag vermeerderen,
en tot heden nog eene geen straffen door U uitgesproken zijn, zijn wij niet meer bij machte den
dienst regelmatig doen uit te voeren. Ziehier nog eenige mannen die de wacht mankeerden van deze
week:
Van de Perre Benoit |
Haanhofstraat n° 347 |
Miers Theodoor |
Statiestraat n° 37 |
Thomas Denis |
Nijverseel n° 121 |
De Ridder Frans |
Dorp n° 26 |
Meskens Paulus |
Haanhofstraat n° 334 |
Van de Voorde Joan. |
Wyenberg n° 234 |
Hopende, geachte Heer, enz.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 1997 Paardenlijst Opwijck, 22 Oogst
1918.
Mijnheer de Kreischef,
Het paard van Alfons Mostinckx, nummer 175 der paardenlijst onzer gemeente, is wegens ziekte
afgemaakt. Beschrijvng van het paard: grijs, merrie, 3 jaar.
Gelief het dus uit onze paardenlijst te schrappen.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 2122 – 30-8-1918
Aan de Kommandantur Ternath,
In de maand Aug. zijn de volgende vluchtelingen uit onze gemeente vertrokken:
66 Ceriez Madeleine L geb. 22-5-1897, fransch, vertrokken naar het Operatiegebied
567 Willemyns Elisa L, geb. 31-8-1895, belg, vertrokken naar Tildonck.
576 Deluaere-Hoornaert Celine, V, geb. 16-5-1891, belg, vertrokken naar Hekelgem.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 14 – 18-9-1918
Aan de Passzentrale, Brussel
De genaamde Joannes Roelandts, Belg, geboren te Opwijk 5 Februari 1895, wonende te Opwijk, droeshout Nr 7, is uit Duitschland naar onze gemeente teruggekomen, zonder eenzelvigheidsbewijs; Hij heeft enkel het briefje bij zich dat wij U hierbij zenden. Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een eenzelvigheidsbewijs.
N° 78 30 September 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Als gevolg op nummer 23 van uwen omzendbrief van 25.9.18, melden wij U dat wij een rijwiel ter
beschikking hebben zonder banden. Banden hebben wij ons niet kunnen aanschaffen aangezien zij
reeds moesten ingeleverd worden. Gelief ons te laten weten of wij dat rijwiel morgen moeten
inleveren. (get.) B. De Smedt.
N° 83 – 5-10-18
Aan de Kommandantur, Asse
Als gevolg van nummer 21 van uwen omzendbrief 25-9-18, zenden wij U hierbij de lijst van de in
de gemeente ondergebrachte vluchtelingen.
N° 110 7 October 1918.
Mijnheer de Zivilkommissar,
Wij hebben de eer U te melden dat wij van den Etappen-Kommandantur Assche bericht ontvangen
hebben dat er op aanstaanden Vrijdag 5000 vluchtelingen naar onze gemeente komen om er verblijf
te houden. Wij nemen de vrijheid U te vragen om na vandaag geene aardappelen meer te moeten
afleveren, aangezien wij de overblijvende aardappels volstrekt zullen noodig hebben voor de
voeding van deze 5000 vluchtelingen.
(get.) B. De Smedt
N° 129 – 10-10-18
Aan de Kommandantur, Asse
Gevolg op uw schrijven van 8 October 1918 nr 20928.
Op 6 October zijn omtrent 50 vluchtelingen in onze gemeente toegekomen, die er vernacht hebben
en anderendaags weer vertrokken zijn.
Er zijn dien dag geene vluchtelingen toegekomen om er voortdurend te verblijven.
N° 132 – 10-10-18
Aan de Kommandantur, Asse
Gevolg op uw schrijven van 8 October 1918 nr 20928.
Er zijn gisteren in onze gemeente omtrent 760 vluchtelingen gekomen, waarvan 660 rechtstreeks
doorgetrokken zijn en omtrent 100 in onze gemeente nog vernachten.
N° 134 – 11-10-18
Aan de Kommandantur, Asse
Gevolg op uw schrijven van 8 October 1918 nr 20928.
Er zijn gisteren door onze gemeente 1900 vluchtelingen gekomen, waarvan omtrent 50 in onze
gemeente gebleven zijn om hun verblijf te houden en 1850 door onze gemeente doorgetrokken zijn.
N° 139 12 October 1918.
Aan de Komandantur Assche,
Als gevolg op uw schrijven van 9.10.18, nr. 21040, melden wij U dat er gisteren omtrent 230
vluchtelingen door onze gemeente gekomen zijn, waarvan omtrent 60 in de gemeente gebleven zijn
om er hun verblijf te nemen. Dus zijn er in onze gemeente in ’t geheel omtrent 110 nieuwe
vluchtelingen. Het juiste getal, gescheiden in klassen volgens uwen brief, kunnen wij nog niet
opgeven, aangezien de namen en geboortedatum der vluchtelingen nog niet opgeschreven zijn. Tegen
vandaag zijn de vluchtelingen verwittigd dat zij zich moeten komen aanmelden. Dus zullen wij van
heden avond af de gegevens hebben die door uwen brief gevraagd worden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 156 13 October 1918
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 12.10.18, nr 21079. Datum 13 October 12 ure middag
Sedert 11 October middag 12 ure tot 13 October middag 12 ure zijn 411 vluchtelingen hier
ingekomen. Daarvan
1) zijn 331 in de gemeente ondergebracht om er te verblijven.
2) zijn geene onmiddellijk doorgetrokken.
3) hebben 80 hier een nacht geslapen en zijn vertrokken naar Brusseghem.
Van soldaten was de transport niet begeleid. Dus zijn er tot 13 Oct. Middag 12 ure totaal,
natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor 1 October in de gemeente waren, 441
vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te verblijven.
Daarvan zijn omtrent 167 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 264 kinderen, 10 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 159 14 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 12.10.18, nr. 21079. Datum 14 October 12 ure middag
Sedert 13 October middag 12 ure zijn 56 vluchtelingen hier ingekomen. Daarvan
1) zijn 30 in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven.
2) zijn geene onmiddellijk doorgetrokken.
3) hebben 26 hier een nacht geslapen en zijn vertrokken naar Cappelen o/d Bosch.
Van soldaten was de transport niet begeleid. Dus zijn er tot 14 Oct. 12 ure middag totaal,
natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor 1 October in de gemeente waren, 471
vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te verblijven.
Daarvan zijn omtrent 177 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 283 kinderen, 11 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 164 – 15-10-18
Aan de Kommandantur, Asse
Gevolg op uw schrijven van 12 October 1918
Datum 15 October 12 ure middag.
Sedert 14 October 12 ure middag zijn 10 vluchtelingen hier toegekomen.
Daarvan zijn er:
1) geen in de gemeente ondergebracht om er te verblijven
2) zijn geen onmiddellijk vertrokken
3) hebben er 10 hier een nacht geslapen en zijn morgen vertrokken naar Wolverthem.
Van soldaten was de transport niet begeleid.
N° 169 16 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 12.10.18. Datum 16 October 12 ure middag
Sedert 15 October middag 12 ure zijn 40 vluchtelingen hier ingekomen. Al deze vluchtelingen zijn
in de gemeente ondergebracht om er te verblijven. Van soldaten was de transport niet begeleid.
Integendeel zijn van de vluchtelingen die reeds ondergebracht waren, 18 weder vertrokken naar
andere gemeenten.
Dus zijn er tot 15 Oct. 12 ure middag totaal, natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor
1 October in de gemeente waren, 493 vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven.
Daarvan zijn omtrent 188 man in den ouderdom van 16-60 jaar, 293 vrouwen en kinderen, 12 oude
lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 176 – 18-10-18
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 12.10.18.
Datum 18 October 12 ure middag.
Sedert 17 October 12 ure middag tot 18 October 12 ure middag zijn 12 vluchtelingen hier
aangekomen. Daarvan zijn er geene in de gemeente ondergebracht, zijn er geen verder getrokken,
hebben 12 hier een nacht geslapen en zijn morgen vertrokken naar Vilvoorde.
( zie verder brief gisteren)
N° 178 – 19-10-18
Aan de Passzentrale,
De genaamde George Emiel Feys, belg, geboren te Halluin en 21 Augusti 1895, vluchteling uit
Halluin, thans in onze gemeente verblijvende, heeft zijn eenzelvigheidsbewijs der stad Halluin
verloren.
Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigbewijs.
N° 180
20 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 1.10.18, nr. 62.
De volgende troepen zijn in onze gemeente ondergebracht sedert 10.10.18.
Op 10 Oct. 2 patr. Elk van 10 man en een onderoff. Welke verklaarden vlucht. weggevoerd te
hebben en terug naar het Etappengebied te keeren. Zij hier een nacht doorgebracht.
Op 17 Oct. 1 patr. Van 10 man en een onderoff. die thans nog in de gemeente ingekwartierd zijn
en helpen om de afgeteekende streek effen te maken.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 183 – 21-10-18
Aan de Kommandantur Assche,
De volgende vluchtelingen thans in onze gemeente verblijvende, hebben ons heden verklaard hun
eenzelvigheidsbewijs der stad Halluin verloren te hebben:
Gustaaf De Meulemeester, franschman, geboren te Halluin den 27 November 1867, vluchteling uit
Halluin.
Georges Hamez, belg, geboren te Halluin den 21 October 1898, vluchteling uit Halluin
Leon Lesage, franschman, geboren te Halluin den 5 Februari 1868, vluchteling uit Halluin
Gelief ons de toelating te geven tot aflevering van een nieuw eenzelvigbewijs.
N° 189 – 24-10-18
Aan de Kommandantur Assche,
De volgende vluchtelingen thans in onze gemeente verblijvende, hebben ons verklaard hun
eenzelvigheidsbewijs der stad Halluin verloren te hebben:
Baert Achilles, franschman, geboren te Halluin 26/5/95, vluchteling uit Halluin
Baert Marie, franschman, geboren te Halluin 24/2/98, vluchteling uit Halluin
Baert Victor, franschman, geboren te Halluin 16/4/96, vluchteling uit Halluin
Lamblin Alfons, franschman, geboren te Halluin 28/2/86, vluchteling uit Halluin
Six Theofiel, franschman, geboren te Halluin 23/6/98, vluchteling uit Halluin
Vandewynckele Jules, belg, geboren te Halluin 22/6/98, vluchteling uit Halluin
Winckels Jules, franschman, geboren te Halluin 27/2/96, vluchteling uit Halluin
Gelieve ons de toelating te geven tot aflevering van nieuwe eenzelvigheidsbewijzen.
N° 191 – 25-10-18
Aan de Kommandantur Assche,
De volgende vluchtelingen thans in onze gemeente verblijvende, hebben ons verklaard hun
eenzelvigheidsbewijs der stad Halluin verloren te hebben:
Albert Myngels, belg, geboren te Halluin den 9 Mei 1899, vluchteling uit Halluin
Alfred Drouart, franschman, geboren te Halluin den 25 Januari 1895, vluchteling uit Halluin
Gelieve ons de toelating te geven tot aflevering van nieuwe eenzelvigheidsbewijzen.
N° 230 – 27-10-18
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op uw schrijven van 12.10.18.
Datum 27 October 12 ure middag.
Sedert 25 October 12 ure middag zijn geene vluchtelingen in de gemeente aangekomen..
Dus zijn er tot 13 October (sic) totaal, natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor 1
October in de gemeente waren, 567 vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven. Daarvan zijn omtrent 228 mannen in de ouderdom van 16-60 jaar, 326 vrouwen en
kinderen, 13 oude lieden.
N° 235 28 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Sedert 27 October middag tot 28 Oct. 12 ure middag zijn 15 vl. in de gem. aangekomen. Daarvan
1) zijn geene in de gemeente ondergebracht voor verblijf.
2) zijn 15 onmiddellijk vertrokken.
3) hebben geene hier een nacht geslapen.
Van soldaten was de transport niet begeleid.
Integendeel zijn vier vl. die in de gemeente reeds ondergebracht waren, terug vertrokken naar
Brussel
Dus zijn er tot 28 Oct. 12 ure middag totaal, natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor
1 October in de gemeente waren, 563 vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven.
Daarvan zijn omtrent 227 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 323 kinderen, 13 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 237 29 Oct. 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Sedert 28 Oct. 12 ure tot 29 Oct. 12 ure middag zijn 229 vlucht. in de gem. onderg. Voor
verblijf.. Daarvan
1) zijn 7 in de gem. onderg. voor verblijf.
2) zijn 222 onmiddellijk doorgetrokken.
3) hebben geene hier een nacht geslapen.
Van soldaten niet begeleid.
Dus zijn er 570 vl. Daarvan zijn omtrent 231 mannen 16-60 jaar, 326 kinderen, 13 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 241 Vluchtelingen 30 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Sedert 29 October middag tot 28 Oct. 12 ure tot 30 October 12 ure middag zijn 70 vluchtelingen
hier aangekomen. Daarvan zijn
1) 7 in de gemeente ondergebracht voor verblijf.
2) zijn 63 onmiddellijk vertrokken.
3) hebben geene hier een nacht geslapen.
Van soldaten was de transport niet begeleid.
Dus zijn er tot 30 Oct. 12 ure middag totaal, natuurlijk zonder de vluchtelingen die reeds voor
1 October in de gemeente waren, 577 vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven.
Daarvan zijn omtrent 235 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 329 kinderen, 13 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 242 30 October 1918.
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op nr. 82 van uwen omzendbrief van 26.10.18.
De volgende troepenafdeelingen zijn thans in de gemeente ingekwartierd.
Vermessungsabteilung AOK4 (gedeeltelijk)
Starkstromkommando
Arbeitskommando (11 man)
Feldfliegerabteilung (1 Off. en 1 man)
Sonderkommando
Lichmesstruppe, 28
13 Batterie, 2 Garde, Res. Fussart
Heden zijn nog eene kolon soldaten toegekomen, omtrent 65 man en 116 paarden, waarvan wij den
naam niet kennen.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 243 Vluchtelingen 30 October 1918
Aan de Kommandantur Assche,
Gevolg op nummer 71 van uwen omzendbrief van 16.10.18.
Gelief hierbij de lijst te vinden der vluchtelingen die na den 22 October in de gemeente nog
voor verblijf zijn ondergebracht.
De volgende vluchtelingen zijn uit onze lijst uit te schrappen: (Zij zijn vertrokken naar
Mechelen).
240 vrouw D’Hallewyn geb. Van Pachterbeke Elisa,
241 D’Hallewyn Lea
242 D’Hallewyn Marie,
714 Van Pachterbeke Angela,
715 Vrouw Van Pachterbeke geb. Van Tomme Louisa.
De volgende vluchtelingen zijn ook uit onze lijst te schrappen: (vertrokken naar Brussel)
407 Lefèvre Elza,
408 Lefèvre Emilienne,
409 Lefèvre Jerôme
410 Vrouw Lefèvre geb. Pollet Laura.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 244 Vluchtelingen 31 October
1918.
Kommandantur Assche,
Sedert 30 October 12 ure tot 31 Oct. 12 ure middag zijn geene vluchtelingen hier aangekomen.
Dus zijn er tot 31 Oct. 12 ure, 577 vluchtelingen in de gemeente ondergebracht om er te
verblijven.
Daarvan zijn omtrent 235 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 329 kinderen, 13 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 247 1 November 1918.
Kommandantur Assche,
Gevolg op nr. 43 van uwen omzendbrief van 30.9.18.
De waarnemingstafels zijn aan de grenzen der Kommandantur Aelst en Dendermonde
geplaatst.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 248 1 November 1918.
Kommandantur Assche,
Gevolg op nr. 27 van uwen omzendbrief van 27.9.18.
De verwittigingstafels aan de overgangen der spoorbaan zijn aangebracht.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 255 Vluchtelingen 1 November
1918.
Kommandantur Assche, 12 ure middag
Sedert 31 October 12 ure middag tot 1 November 12 ure middag zijn in onze gemeente 110
vluchtelingen hier aangekomen. Daarvan
1) zijn geene in de gemeente ondergebracht voor verblijf.
2) zijn geene onmiddellijk vertrokken.
3) hebben 110 hier eene nacht geslapen.
Van twee soldaten was de transport begeleid.
Dus zijn er tot 1 November 12 ure middag in de gemeente totaal, natuurlijk zonder de
vluchtelingen die reeds voor 1 October in de gemeente waren, 577 vluchtelingen in de gemeente
ondergebracht om er te verblijven.
Daarvan zijn omtrent 235 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 329 kinderen, 13 oude lieden.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 256 – 1-11-18
Aan de Kommandantur Assche,
De volgende troepenafdeelingen zijn thans in de gemeente ingekwartierd.
Vermessungsabteilung A.O.K. 4 (gedeeltelijk)
Starkstromkommando
Arbeitskommando (11 man)
Feldfliegerabteilung ( 1 Off. en 1 man)
Sonderkommando
Lichtmessetruppe 28
13 Batterie, 2 Garde, Res. Fussart
Division Proviantamt, 119 Inf. Div.
N° 257 – 3-11-18
Aan de Kommandantur Assche,
De volgende troepenafdeelingen zijn thans in de gemeente ingekwartierd.
Vermessungsabteilung A.O.K. 4 (gedeeltelijk)
Starkstromkommando
Arbeitskommando (11 man)
Feldfliegerabteilung ( 1 Off. en 1 man)
Sonderkommando
Lichtmessetruppe 28
13 Batterie, 2 Garde, Res. Fussart
Division Proviantamt, 119 Inf. Div.
Maschinen Gewehre-Schule Garde-Korps ( 3 Off. 50 man 5 peerden)
Sohado Belgien Top. Troll (3 man 2 paarden)
Pferdelazarett 209 (175 peerden, 3 off. 108 man)
Bäckerei Kolonne (5 Off., 180 man, 96 peerden)
N° 258 Vluchtelingen 3 November
1918.
Aan de Kommandantur Assche, 12 ure middag
Sedert 1 November 12 ure middag tot 3 November 12 ure middag zijn 4 vl. in onze gemeente
aangekomen. Daarvan
1) zijn 4 in de gemeente ondergebracht voor verblijf.
2) zijn geene onmiddellijk vertrokken.
3) zijn de 110 welke hier in den nacht van 31 Oct. Op 1 November geslapen hebben, grootendeels
vertrokken naar Vilvoorde. De overigen zullen morgen vroeg vertrekken.
Van soldaten was de transport niet begeleid.
Dus zijn er tot 3 November 12 ure middag in de gemeente totaal, natuurlijk zonder de
vluchtelingen die reeds voor 1 October in de gemeente waren, 581 vluchtelingen in de gemeente
ondergebracht voor verblijf. Daarvan zijn omtrent 236 mannen in den ouderdom van 16-60 jaar, 332
kinderen, 13 oude lieden. Nota. – Sedert gisteren avond komen er gedurig vluchtelingen toe van
Teralfene. Daarvan kunnen wij nog geene cijfers opgeven, aangezien zij nog niet ingeschreven
zijn.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 289 4 November 1918.
Kommandantur Assche,
Sedert 3 November 12 ure middag tot 4 November 12 ure middag zijn verschillende honderden
vluchtelingen in onze gemeente gekomen van Ternath en Teralfene.
1) Zij zijn reeds gedeeltelijk ondergebracht in de huizen en nog gedeeltelijk in scholen en
zalen,
2) Er zijn geen onmiddellijk doorgetrokken.
3) hebben geene hier een nacht geslapen, om te vertrekken.
Den transport van Teralfene was begeleid door eenige soldaten.
Dus zijn er tot 4 November 12 ure middag in de gemeente totaal, natuurlijk zonder de
vluchtelingen die reeds voor 1 October in de gemeente waren, 581 vl. ondergebracht voor verblijf
(zonder de vl. van Teralfene en Ternath gekomen). Daarvan zijn omtrent 236 mannen in den
ouderdom van 16-60 jaar, 332 kinderen, 13 oude lieden. (zonder de vl. sedert gisteren aangekomen
van Teralfene en Ternath. Van deze vl. hebben wij nog geene lijsten kunnen opmaken).
De burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 301 – 5 Nov.
Heden 4 Nov. 5 vluchtelingen aangekomen
5 ondergebracht voor verblijf. Dus totaal 586 vluchtelingen.
Omtrent |
237 m. - 16-60 jg. |
|
330 vr. - |
|
13 oude |
Vlucht. Ternath en Teralfene ingeschreven: 332 vl. waarvan 123 m. van16-60 jaar,
195 vr. en kinderen en 14 oude lieden.
Dus totaal 918 vl. waarvan 360 m. van 16-60 jaar, 531 kinderen en vrouwen en 27 oude.
N° 311 Opwijck, 29 November
1918.
Mijnheer de Gouverneur,
Wij hebbe de eer U te verzoeken voor den politiedienst onzer gemeente vier revolvers te willen
laten geworden; alsook een sabel voor onzen veldwachter, welk wapen buiten gebruik is.
Aanvaard, enz. De burgemeester & schepenen (get.) B. De Smedt
N° 314 Kolen 10 December 1918.
Aan de gemeentemagazijnen van Braband, Brussel
Gevolg op uw schrijven van 21 Nov. 1918.
1° Het aantal huisgezinnen der gemeente is 1450.
2° Het aantal stoven onmisbaar in de openbare besturen is 22 (met inbegrip der scholen).
3° Het aantal stoven onmisbaar voor de werken van openbaar nut is 3,
4° Er zijn drij kongregaties, het aantal stoven die hun onmisbaar zijn, is 15.
5° In het begin der maand waren er in de gemeente geen kolen in voorraad,
6° Onze gemeente moet gerangschikt worden in de landbouwgemeenten.
Ontvang, Mijnheeren, de verzekering onzer hoogachting.
De burgemeester (get.) B. De Smedt
1919
N° 340 Kleedingstukken van
gesneuvelde soldaat Opwijck, den 21 Januari 1919.
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer UE. te verzoeken de kleedingstukken te willen doen afzenden, achtergelaten
door den gesneuvelden soldaat Segers Armand, geboren te Merchtem den 1 April 1885, der klas van
1907, 2e Regiment Jagers te voet, 5e Genie, n° 50115 / 1881 van het stamboek des korps, en
overleden te La Panne in de ambulantie Ocean den 22-2-1918 tengevolge van wonden bekomen van den
vijand; aan zijne weduwe vrouw Saerens Maria-Rosalia, wonende te Opwijck, Doodstraat n° 28.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Oorlog, te Brussel
N° 341 – 21-1-1919
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg op uwen geëerden omzendbrief van31 december, nummer 39704/43237, zenden wij U hierbij
de lijst der fransche vluchtelingen die nog in onze gemeente zijn.
N° 357 Opwijck, 6 Februari 1919.
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg op uwen omzendbrief van 1 Februari, n° 16033-5, afd. n° 8007, hebben wij de eer U te
melden dat in onze gemeente niemand ter dood veroordeeld of tot levensdurenden dwangarbeid
veroordeeld is door de bezettende overheid. Er is enkel in het begin van den oorlog een persoon
door de duitsche soldaten doodgeschoten. Het is Frans De Keersmaecker, landbouwer, wonende te
Opwijck, geboren 2 Mei 1862, doodgeschoten den 26 September 1914.
Ontvang, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
Mijnheer de Gouverneur der provincie Brabant, Brussel
N° 376 Krijgsbegravingen
Opwijck, den 11 Februari 1919.
Mijnheer de Bestuurder,
Als gevolg van uwen brief van de 30 Januari laatstleden, heb ik de eer U hieronder de namen op
te geven der krijgslieden die op ons kerkhof begraven liggen.
1e) Glas van Velseque-Ruddershove, prov. Oost-Vl., 3e Regiment Jagers te voet, n° 50447
2e) De Bock van Sint-Pieters-Capelle, provincie Henegouwen, 2e Reg. Jagers te voet, n° 52807
3e) Vernimmen van Moerzebeke, provincie West-Vl., 2e Regiment Jagers te voet, n° 53180
4e) Daese Alfons van Gent, Pijlstraat, 1e Linieregiment 2de bat. 2e Comp., n° 57626
De voornoemden zijn allen Belgische soldaten; de drij eerste zijn op het grondgebied onzer
gemeente gesneuveld op het gehucht eexken, ter plaats genaamd Wiesbeek, op de grenspalingen
onzer gemeente en de gemeente Buggenhout, in den nacht tusschen 26 en 27 september 1914.
De vierde is tengevolge zijner wonden overleden den 28 September 1914, in het gesticht
Lindemans, ambulantie, n° 1176p van het rood kruis.
Drij Duitsche soldaten waarvan de namen ons onbekend zijn, liggen ook nog op ons kerkhof
begraven.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
De Heer H. Put, Bestuurder der krijgsbegravingen, te Brugge (St Jansstraat 20) bij het
Ministerie van Oorlog
N° 386 – 22-2-19
Mr. de Minister van Justitie
Als gevolg op uwen omzendbrief 3 Febr., 6e afd. nr 3979, hebben wij de eer U in drijdubbel
afschrift de rekening te zenden van de fransche vluchtelingen die in ’t gasthuis waren minder
dan een maand in onze gemeente wan-neer zij in ons gasthuis opgenomen zijn. Er moest dus geen
afzonderlijke rekening gemaakt worden over de eerste 10 dagen.
N° 389 – 24-2-19
Aan Mr. de Kommandant van ’t Dépôt d’Intendance Nr 16, Brugge
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van soldaat Petrus-Adriaan
Moerenhout, Brigadier, geboren 12 Mei 1896
N° 394 – 24-2-19
Aan Mr. de Kommandant van het 3e Regiment Jagers te voet
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van soldaat Petrus De Ridder, geboren
te Opwijck 16 Juni 1898, 3e Regiment Jagers te voet, 9e eenheid BB nr 5
N° 395 – 24-2-19
Aan Mr. de Kommandant van de Wielrijders kompagnie 4 L A
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van soldaat De Koster Raymond,
geboren te Assche 11 Augusti 1895, Wielrijders Cie 4 L A, postbureel Nr 4
N° 396 – 24-2-19
Aan Mr. de Kommandant van 1e Chasseurs à pied V. de Guerre
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van soldaat Louis De Pauw, geboren te
Opwijck den 20 Juli 1896, 1e Casseurs à pied, V d Guerre, 1/11
N° 399 – 24-2-19
Aan Mr. de Kommandant van
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van soldaat Jozef De Visscher,
geboren te Opwijck den 3 Juli 1896, 3e Jagers te voet Terelveringhen, service de l’Intendance.
N° 402 – 27-2-19
Aan Mr. de Kommandant der Z 67, Cie. de subsistance, VT
Als gevolg op de onderrichtingen van den heer Arrondissementskommissaris, verzoeken wij U ons
een uittreksel te willen zenden uit het matricuul register van den soldaat Alfons Callaert,
geboren te Opwijck den 5 Mei 1894, z 67 compagnie de Subsistance Vt, Dendermonde
N° 409 6 Meert 1919
Mr. de Ontvanger, Merchtem
Als gevolg op de nieuwe onderrichtingen nopens het betalen van hulpgeld aan de families van
militairen, hebben wij de eer U te melden dat wij maandelijks noodig hebben de som van 10.000
fr.
Gelief ons dag en uur te doen kennen waarop wij de som zullen ontvangen.
N° 418 – 10-3-19
Mr. de Gouverneur
Als gevolg op uw geëerden omzendbrief van 22 Februari, 3e afd. nr 56053/64416, zenden
wij U hierbij de lijst der inwoners onzer gemeente die voor den vijand hebben moeten
werken in Duischland of aan het front.
N° 451
– 22-4-19
Monsieur le Receveur des Contribution à Merchtem,
Comme suite à votre lettre ci-joint du 16 avril courant, j’ai l’honneur de vous faire connaître
que la maison du Sieur De Smedt, était inoccupée au mois d’Août 1914. Depuis le début de la
guerre elle a été occupée par les Allemands et après par des refugiés d’Halluin qui n’ont jamais
payé de loyer. Ces refugiés étaient repatriés de-puis le mois de Mars dernier et il est
impossible de les faire signer une attestation.
N° 465 – 13-5-19
Mr. de Arrondissementskommissaris, Brussel
Wij hebben de eer U hierbij nog een uittreksel uit het matricuul register te zenden van den
militair vrijwilliger Verdoodt Guillaume, klas 1914, Nr 91. gelief dus bij het dossier onzer
gemeente te voegen. Dit uittreksel is enkel heden toegekomen.
N° 477 Huisvesting vluchtelingen
26 Mei 1919.
Mr. de Gouverneur,
Als gevolg op uwen omzendbrief van 6 Mei, nr. 41343 – 1eafd. 43237, hebben wij de eer U te
melden dat er in onze gemeente niet de minste mogelijkheid bestaat om vluchtelingen te
huisvesten, aangezien er geen enkel ledig huis is en er zelfs veel huizen te kort zijn.
Ontvang, Mijnheer enz.
N° 491 – 12-6-19
Mr. de Gouverneur,
Als gevolg van uwen omzendbrief van 6 Juni, nr 41923, 1e afd. nr. 43237, hebben wij de eer U te
melden dat in onze gemeente geen Belgische vluchtelingen meer verblijven.
N° 494 – 17-6-19
Monsieur le Ministre de Guerre à Bruxelles,
Comme suite à votre lettre ci-annexée du 7 Juin courant, renvoyé par Mr. le chef de Brigade
Paquet, nous avons l’honneur de vous prier de bien vouloir nous faire parvenir d’urgence un
certificat de présence au corps du soldat volontaire Callaert Jean-Alphonse, de la 2e brigade
S.C. I.C. Munchen-Gladbach, Bureau postale n° 9. Ce certificat nous est reclamé par la
commission de recrutement, pour servir en matière de milice.
N° 506 – 4-7-19
Mr. le Capitaine, Quartier-Maître du 11e Rgt d’Artillerie M.V.D.,
J’ai l’honneur de vous prier de bien vouloir nous faire parvenir d’urgence un certificat de
présence au corps du soldat Callaert Alphonse au 11e Régiment d’Artillerie 11e Batterie M.V.D.
sous vos ordres. Cette pièce nous est reclamé par la commission de recrutement, pour servir en
matière de milice.
N° 518 Huisvesting Opwijck, den
18 Juli 1919
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg van uwen brief van den 14 Juli laatstleden, nr. 58526 / 64653, heb ik de eer U te
laten weten, dat er in onze gemeente geen mangel aan huisvestingen bestaat en dat zij niet
overbevolkt is.
Daar onze gemeente een landelijke gemeente is er onder dat opzicht voor de openbare gezondheid
niets te vreezen.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur enz.
De Burgemeester (get.) B. De Smedt
N° 673 – 17-9-19
Mr. Knaeps,
En réponse à votre lettre du 13 Sept. courant j’ai l’honneur de vous faire connaître que les
quinze soldats invalides de notre commune sont invités à se présenter à Merchtem au bureau du
Comité le vendredi 19 Sept. à 9 heures du matin.
N° 697 – 13-10-19
Mr. de Gouverneur,
Als gevolg van uwen brief van den 18 sept. laatstleden, n° 31475, 6e afdeeling 1981, hebben wij
de eer UE. kenbaar te maken, dat de leening van 192.000 frs betreffende de beraadslaging des
gemeenteraads van 8 Juli 1919 en aangegaan bij de plaatselijke Raiffaisenkas is besteed geweest
als volgt: ….
4° Voor de kosten in het plaatsen van vluchtelingen, die bedragen 7550 frs.
N° 720 – 29-10-19
Mr. le Bourgemestre d’Anderlecht,
En réponse à votre lettre du 23 Octobre courant, n° V.D. 19, j’ai l’honneur de vous faire
savoir, qu’il est exact que le nommé Cooreman Constant a bénéficié en notre commune avant
guerre, de la rémunération du chef des services de son frère le milicien de 1913, Cooreman
Séverin Alphonse.
N° 97 – 27-11-19
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg van uwen brief van den 24 Nov. laatstleden, n° 21025, 5e afdeeling 6030, hebben wij
het genoegen UE. te melden dat de militaire vergelding voor de soldaat De Vis Jean, 1e
Linieregiment nr. 59228, regelmatig is betaalt aan vader De Vis vanaf 1 Aug. 1914 tot 14 Oct.
1916 van 0,50 fr. daags en van 15 Oct. 1916 tot 2 Mei 1919 van 1,25 fr. daags. Op 3 Mei 1919 is
de militair getrouwd en een kind alsdan wettig erkend dat geboren was op 21 Oct. 1914, de
militaire vergoeding is dan gebracht op 1,75 fr daags en werd door de echtgenoote De Vis
ontvangen.
Vroeger heeft de moeder nooit gesproken van vergelding voor haar kind of nooit verklaard dat zij
een onwettig kind had van een militair. Het gemeentebestuur heeft hem aangeraden aan het hooger
bestuur hierover inlichtingen te vragen, nadat de militair ons verzocht had achterstel voor dit
kind te trekken, hetgeen wij niet hebben kunnen toestaan.
N° 102 – 5-12-19
Mijnheer de Minister van Oorlog,
Als gevolg van uwen brief van den 2 Dec. laatstleden, n° P/11722 Algemeen secretariaat, 1e
Bestuur, Bureel der Nalatenschappen-Troep heb ik de eer UE. den hierbijgaanden staat, model A,
behoorlijk ingevuld te laten geworden, aangaande het in bezit treden der nagelaten voorwerpen
door den soldaat Buyens Jozef, van het 15e Linieregiment, door zijne rechthebbende familie.
N° 117 – 13-12-19
Mr. le Commissaire,
Comme suite à votre lettre du 8 décembre courant n° 34 B 35, j’ai l’honneur de vous faire
connaître:
1°) que notre administration communale paie actuellement 180 familles de militaires la
rémunération
2°) un employé, le Receveur Communal est attaché à ce service, qui consacre à cette besogne un
jour par semaine
3°) aucune rétribution n’a été accordée par la commune à cet agent
N° 123 Répatriement des Français hospitalisés.
Opwijck, le 19 Décembre 1919
Mr. le Gouverneur,
Comme suite à votre lettre du 15 Décembre dernier n° 44463/255, 1e D. , nous avons l’honneur de
vous faire connaître qu’il ne réside dans les établissements hospitaliers de notre commune
aucune personne de nationalité Française.
N° 124 Service militaire, Opwijck, le 22 décembre
1918
Mr. le Gouverneur,
Comme suite à votre lettre du 15 Décembre dernier n° 44463/255, 1e D. , nous avons l’honneur de
vous faire connaître qu’il réside encore dans notre hopital, une femme infirme de nationalité
Française, domiciliée à Halluin (la nommée Catteau Rosine d’Halluin).
1920
N° 124 – Opgeeischsten Opwijck, den 6 Maart 1920
Mijnheer Berghman,
Als gevolg van uwen brief van 4 maart laatstleden, heb ik de eer U te laten geworden, de lijst der personen die weggevoerd zijn naar Duitschland, voor gedwongen arbeid. Hierbij al de noodige inlichtingen.
P.S. De personen Van Dooren Jozef, Mostinckx Louis en Verdoodt Louis, hebben vrijwillig voor de Duitschers hout vervoerd, gedurende den oorlog.
à Monsieur Berghman, Commissaire d’Etat (dommages de guerre, rue de l’acquaduc 22, Bruxelles)
N° 159 – 2-1-20
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg van uwen brief van den 21 Januari laatstleden, n° 45084/4349, 1e afd., hebben wij de eer UE. te laten weten, dat er zich op 31 December 1919, in onze gemeente geene ondersteunde vluchtelingen meer bevinden.
N° 170 – 10-2-20
Mijnheer de Prokureur des Konings,
Wij hebben de eer UE. te verzoeken om te willen laten weten of wij zonder vonnis eene
overlijdingsakte mogen inschrijven op onze registers van den Burgerlijke Stand van drij
Belgische soldaten die op het veld van Eer den 27 September 1914, op het grondgebied onzer
gemeente gevallen zijn en waarvan wij eindelijk de echte eenzelvigheid hebben kunnen
vaststellen.
1°) Deboeck Charles-Joseph, soldaat ingelijfd bij het 2e Rgt Jagers te voet, n° 52 807 van het stamboek des korps, geb. te St. Pieters Capelle, Prov. Henegouwen, den 17 Februari 1892 aldaar gedomicilieerd (ongehuwd), zoon van Petrus Deboeck en Emerentia Pillet, gehuisschen, wonende te Sint-Pieters-Capelle,
2°) Vernimmen Frans-Victor, soldaat ingelijfd bij het 2e Rgt Jagers te voet, n° 53 180 van het stamboek des korps, geb. te Moerzeke, Prov. Oost-Vl. den 7 Februari 1892 aldaar gedomicilieerd (ongehuwd), zoon van Gustavus Vernimmen en van Victoria Mys, daglooners wonende te Moerzeke,
3°) Glas Theodorus, soldaat ingelijfd bij het 3e Rgt Jagers te voet, n° 50 447 van het stamboek des korps, geb. te Velseque-Ruddeshove, den 8e Februari 1888, aldaar gedomicilieerd echtgenoot van Marie-Elodie Machtelinckx, kantwerkster, wonende te Velsique-Ruddershove, zoon van Seraphin Glas en van Marie-Cordule De Cuyper landbouwers, beide wonende te Velsecque-Ruddeshove.
N° 172 – 11-2-20
Mijnheer de Bestuurder van den Krijgsbegravingsdienst te Brugge,
Als gevolg van uwen brief van den 2 Febr. Laatstleden n° 10627, heb ik de eer UE. een
uittreksel te laten geworden van de overlijdingsakte van den soldaat Hobbels Jan-Jozef,
die op het grondgebied onzer gemeente tengevolge zijner oorlogswonden is overleden.
N° 173 – 14-2-20
Monsieur le Gouverneur,
Comme suite à votre lettre du 10 févr. Courant n° 6015, 5e D. concernant le nommé Semal
Pierre Paul de cette commune dont la réclamation ci-jointe, nous avons l’honneur de vous
faire connaître que l’intéressé qui pendant la guerre a résidé en Hollande, n’a pas été
désigné par le service comme milicien de la classe de 1911, mais comme récalcitrant.
C’est contre cette décision du 21 Janvier 1920 de la Commission de recrutement qu’il a
interjeté appel.
N° 184 – 25-2-20
Mr. de Prokureur des Konings te Brussel, 1e Bureel
Ik heb de eer UE. den hieronderstaande opgave te laten geworden van de overlijdingsakten in onze
gemeente opgemaakt, en waarvan de omstandigheden van het overlijden toelaten op den rand dezer
akten de melding te maken “Gestorven voor België”:
1°) De Keersmaecker Franciscus-Xaverius, burger, landbouwer wonende in deze gemeente door de
Duitsche troepen onplichtig voor den kop geschoten, den 26 sept. 1914.
2°) Daese Alfons, soldaat bij het 1e Linieregiment 2e bataljon, 2e kompagnie n° 57 626 van het stamboek, gedomicilieerd te Gent, in onze gemeente in het gesticht-Lindemans, tengevolge zijner oorlogswonden overleden, den 28 Sept. 1914 overlijdingsakte ingeschreven onder nummer 84, van het jaar 1914.
3°) De Roep Leon, soldaat bij het 23ste Linieregiment 3/2, stamboekregister n° 54 095 geboren en gehuisvest te Opwijk, te Antwerpen in het krijgshospitaal tengevolge zijner oorlogswonden overleden den 5 October 1914. Afschrift der akte ons toegezonden van Antwerpen den 30 April 1915 en ingeschreven onder akte n° 39 van 1915.
4°) Van Egroo Corneille, soldaat in het Belgisch Leger, militiaen der klas 1913, geboren en er gehuisvest te Opwijck den 5 November 1918, tengevolge der oorlogsgebeurtenissen overleden te Sint-Michiels, provincie West-Vl. in het O.L.V. gesticht Rysselscheheirweg, agschrift der overlijdingsakte ons toegezonden van St. Michiels den 24 Januari 1919, en ingeschreven onder akte n° 6 van 1919.
5°) Erpels Joannes-Ludovicus, soldaat bij het 2e Linieregiment, n° 54 734 van het stamboek des korps, gevallen op het veld van Eer, te Neerlinter den 18 oogst 1914. Afschrift van de overlijdingsakte ons toegezonden van Neerlinter, den 3 April 1919, en ingeschreven onder n° 39 van 1919.
6°) Saerens Petrus-Guillelmus, werkman burger, oud 20 jaren 3 maanden, geboren en wonende te Opwijck, door de Duischers opgeëischt in Februari 1917 en ziek uit Duischland teruggekeerd, tengevolge der ondergaan ontberingen en na eene kwijnende ziekte overleden te Opwijck den 22 December 1919, aangedaan van longtering. Overlijdingsakte ingeschreven onder n° 85 van 1919.
7°) Hobbels Jean-Joseph, soldaat V.a.P. van 1906, bij het 2de Regiment Jagers te voet n° 49 675 van het stamboek des korps geboren en gehuisvest te Duffel, prov. Brabant, gevallen op het veld van Eer te Opwijk den 27 Sept. 1914. Aanvraag van den Heer Bestuurder van den Belgischen krijgsbegravingsdienst te Brugge, tot het opmaken van de overlijdingsakte den 2 Februari 1920. Ingeschreven onder n° 15 van 1920.
N° 185 – 28-2-20
Mijnheer de Minister van Oorlog te Brussel,
Ik heb de eer Ued., bijgevoegde aanvragen tot het bekomen van pensioen en rente wegens
front-chevrons te laten geworden, ingediend door:
1° Verheyden Maria Delphina
2° Waveryns Melania
3° Costers Rosalia Leonia
4° De Meersman Maria Delphina
Allen weduwen van soldaten, en woonachtig te Opwijck.
N° 187 – 28-2-20
Monsieur le Gouverneur,
Comme suite à votre lettre du 25 février courant n° 45084, 1e Div. 43498, nous avons
l’honneur de vous faire connaître, qu’il ne se trouve plus dans notre commune des
évacués indigents de nationalité Belge.
Il réside encore dans notre hopital une femme indigente (infirme) de nationalité
Française, la nommée Catteau Rosine, domiciliée à Halluin. Nous en avons donné
connaisance par notre lettre du 23 février 1919, n° 129.
N° 202 Tombe de soldats
allemands Opwijck, le 27 Mai 1920.
Monsieur le Président,
En réponse à votre lettre du 17 Mai courant, j’ai l’honneur de vous faire savoir, qu’il
existe au cimetière de notre commune trois tombes de soldats Allemans. Aucune autorité
allemande nous a donné des renseignements à ce sujet. Notre fossoyeur le nommé Vermeir
François voudrait bien se charger de l’entretien de la tombe, n° 2.
Agrééz, Monsieur le Président, l’assurance de ma considération distinguée.
Le Bourgemestre (signé) B. De Smedt
A Monsieur le Président du Comité National pour le soin des tombes de guerre à Berlin,
Charlottenburg.
N° 204 Oorlogsschade
Opwijck, den 31 Mei 1920.
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer UE. de hierbijgaande tabel te laten geworden, aangaande de
rechtstreeksche oorlogsschaden, welke door onze gemeente werden geleden ten gevolge der
vijandige bezetting.
Aanvaard, M. d. M. ……………………..
De Burgemeester en Schepenen (get.) B. De Smedt
N° 216 Déportés
Opwijck, le 11 Juin 1920
Monsieur le Secrétaire,
Comme suite à votre lettre du 9 Juin courant, ci-annexée, j’ai l’honneur de vous
renvoyer la liste ci-jointe, dûment complete, concernant les déportés de notre
commune.
Agreéz, Monsieur le Secrétaire, l’assurance etc.
Le Bourgemestre
(Sign.) B. De Smedt
A Monsieur le Secrétaire de la Commission d’enquête sur la violation des règles de droit de guerre à Bruxelles, Rue ducale, n° 55.
N° 223 & 224 Krijgsbegravingsdienst
Opwijck, den 23 Juni 1920
Mijnheer de Bestuurder,
In antwoord op uwen hierbijgevoegden brief van den 16 Juni laatstleden, n° 4099,
heb ik de eer UE. te laten weten, dat den soldaat Spinoy Petrus Eduard, van onze
bevolkingsboeken is afgeschreven geweest voor Laeken, steenweg van Antwerpen
146, sedert den 5 Maart 1914.
Volgens bekomen inlichtingen was hij daarna gehuwd. Geen naaste bloedverwanten
bewonen nog onze gemeente. Er zijn geen krijgslieden die sedert den terugkeer
van den strijd, over de belanghebbende eenig nieuws hebben aangebracht.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, enz.
De Burgemeester
(Get.) B. De Smed
Den Heer Bestuurder van de Krijgsbegravingsdienst te Brugge
Zelfden brief voor Michiels Jan Frans, milicien van 1908, zoon van Ferdinand en van Bosman Maria Francisca, Droeshout
N° 229 Geleidbrieven van het vervoer van graan voor de molens.
Opwijck, den 30 Juni 1920
Mijnheer de Voorzitter,
Ik heb de eer UE. beleefd te verzoeken ons zoohaast mogelijk te willen laten
geworden, nog vier boekjes, bevattende geleidbrieven van het vervoer van graan
naar de molens.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, enz.
De Burgemeester
(Get.) B. De Smedt
Den Heer Voorzitter van het Bestuur der Inlandsche Levensmiddelen, Kunstlaan 35,
Brussel
N° 238 Lijst der gesneuvelden Opwijck, den 6 Juli 1920
Mijnheer de Luitenant-Generaal,
Als gevolg aan uwen brief van den 5 Juni laatstleden, n° 6410 heb ik de eer UE. de hierbijgaande lijst te laten geworden aangaande de voor het vaderland gesneuvelde militairen onzer gemeente, wiens moeders het recht hebben de eeretekens te dragen, welke aan hunne zonen werden verleend.
Aanvaard, Mijnheer de Luitenant-Generaal, enz.
Den Heere Luitenant-Generaal, Bevelhebber der 6de Krijgsomschrijving, Lodewijkj Hapstraat 223, Brussel
N° 244 Réquisition cheval Van Biesen Alphonse
Opwijck, le 10 Juillet 1920
Monsieur le Ministre,
Comme suite à votre lettre du 22 Juin dernier, n° 073/9308-1, direction de
Réquisitions et de Dommages, 4e bureau, j’ai l’honneur de vous renvoyer l’état
modèle n° 13, concernant le nommé Van Biesen Alphonse de cette commune.
Ci-jointe un état modèle n° 15 en double expedition.
Agreéz, Monsieur le Ministre, etc.
A Monsieur le Ministre de la Défense Nationale à Bruxelles
N° 264 Tombe militaire n° 158 à Tirlemont
Opwijck, le 27 Juillet 1920
Monsieur l’Officier de l’Etat Civil,
En réponse à votre letter ci-annexée du 24 Juillet courant, j’ai l’honneur de
vous faire connaître que l’intéressé Abbeloos Jean-Louis, soldat du 2e de Ligne,
n° 54774, n’est pas décédé et habite encore notre commune. Il a été reformé en
1916, et après l’armistice, il est rentré dans ses foyers. C’est donc par erreur
que la tombe n° 158 a été désigné comme étant celle d’Abbeloos Jean-Louis.
Adreéz, Monsieur l’Officier de l’Etat Civil, etc.
Le Bourgemestre
(Signé) B. De Smedt
A Monsieur l’Officier de l’Etat Civil de Tirlemont
N° 268 Openbare onderstand-Gemeentefonds
Opwijck, den 30 Juli 1920
Catteau Rosina
Mijnheer de Gouverneur,
In antwoord op uwen brief van den 26 Juli laatstleden, 6de afd. n° 30708/3979,
hebben wij de eer UE. te laten weten, dat de genaamde Catteau Rosina, in onze
gemeente is aangekomen den 29 Juni 1917, als fransche vluchtelinge, uitgedreven
van Hallewijn. De belanghebbende is op onze bevolkingsboeken niet ingeschreven
geweest, aangezien zij er maar tijdelijk verbleef. Uit oorzaak van hare
ziekelijken toestand is zij met de andere vluchtelingen na den wapenstilstand
naar Hallewijn niet kunnen vertrekken.
Volgens onze mening heeft deze behoeftige geen domicilie van onderstand in
België. Wij zullen dienvolgens onmiddellijk aan den heer Minister van Justitie
een afschrift van het bevel van opsluiting laten geworden.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, enz.
De Burgemeester
(Get.) B. De Smedt
N° 269 Openbare onderstand- Catteau Rosina
Opwijck, den 31 Juli 1920
Mijnheer de Minister,
Overeenkomstig artikel 24 der wet van 27 November 1891, op den openbaren
onderstand, hebben wij de eer UE. een bevel van opsluiting in het krankzinnigen
gesticht St. Jozef van Erps-Querbs te laten geworden, aangaande de genaamde
Catteau Rosina.
Deze behoeftige heeft geen domicilie van onderstand in België, aangezien zij den
29 Juni 1917 in onze gemeente is aangekomen als Fransche vluchtelinge,
uitgedrevene van Hallewijn. Zij is in onze gemeente nooit ingeschreven aangezien
zij er maar tijdelijk verbleef.
Uit oorzaak van haren ziekelijken toestand is zij na de wapenstilstand met de
andere vluchtelingen naar Frankrijk niet kunnen vertrekken, en is in ons
gasthuis opgenomen geweest.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester
(Get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Justitie te Brussel
N° 281 Dommages de guerre
Opwijck, le 14 Août 1920
Monsieur le Ministre,
Comme suite à votre lettre du 7 Août dernier, n° 206/7028, nous avons l’honneur
de vous faire parvenir l’accusé de reception ci-jointe, dûment signé par les
intéressés Van de Velde Jean et Van Sande Prosper, déportés de notre commune.
Agreéz, Monsieur le Ministre, etc.
Le Bougemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Ministre de l’Intérieur à Bruxelles
N° 285 Service de Restitution
Opwijck, le 19 Août 1920
Monsieur le Directeur général,
En réponse à votre letter du 16 Août courant, n° RV/16318-Ac 1253, j’ai
l’honneur de vous faire connaître que la Landenkohlenverteilungdstelle allemande
n’est plus redevable à notre commune de quelque somme.
Agreéz, Monsieur le Directeur general, etc.
A Monsieur le Directeur general du Ministère de l’Intérieur, Service de
Restitution, Bruxelles
N° 287 Kolendienst
Opwijck, den 19 Oogst 1920
Mijnheer de Algemeene Bestuurder,
Als gevolg aan uwen brief van den 16den dezer loopende maand, heb ik de eer UE.
te laten weten dat er in onze gemeente ongeveer 800 gezinnen zijn, aan dewelke
eene kolenbevorrading tijdens de wintermaanden zou kunnen te stade komen.
Aanvaard, Mijnheer de Algemeene Bestuurder, de verzekering mijner hoogachting.
Aan Mijnheer de Algemeene Bestuurder, bij het Ministerie van
Staathuishoudkundige Zaken (Kolendienst) Brussel.
N° 295 Dienst der erfenissen
Opwijck, den 27 Augusti 1920
Mijneer de Kapitein-Kwartiermeester,
Als gevolg van uwen brief van den 19den maand Augusti, n° 1394, heb ik de eer UE.
de bijgevoegde stukken te laten geworden, betreffende de likwidatie der erfenis
van den voor het Vaderland gestorven soldaat Roemendael Jozef.
Aanvaard, Mijnheer de Kapitein-Kwartiermeester, enz.
De Heere Kapitein-Kwartiermeester bij het 14de Regiment der Artillerie, te
Mechelen
N° 296 Dienst der erfenissen
Opwijck, den 28 Oogst 1920
Mijneer de Kapitein-Kwartiermeester,
Ik de eer UE. het hierbijgaande stuk (procuratie) te laten geworden, betreffende
de likwidatie der erfenis van den voor het Vaderland gestorven soldaat Buyens
Jozef.
Aanvaard, Mijnheer de Kapitein-Kwartiermeester, enz.
De Heere Kapitein-Kwartiermeester bij het 15de Linieregiment te Antwerpen
N° 299 Weggevoerden Duitschland
Opwijck, den 30 Augusti 1920
Mijnheer Berghman,
Ik hebde eer UE. te laten weten, dat wij op uwen aanvraag van den 9 Maart
laatstleden, door brief n° 124 U de lijst der personen hebben laten geworden die
tijdens de bezetting weggevoerd zijn naar Duitschland voor gedwongen arbeid.
Eenige dezer personen zijn uitgenodigd geweest om voor den heer Voorzitter van
de Rechtbank van Oorlogsschade te verschijnen, teneinde desaangaande ondervraagd
te worden. Twee zittingen hebben er hiervoor in onze gemeente plaats gehad.
Andere zijn niet verwittigd.
Verscheidene dezer personen hebben de vergoeding van 150 frank reeds getrokken,
dewelke is voorzien door de wet van 10 Juni 1919.
De personen die niet verzocht geweest zijn om te verschijnen voor den heer
Voorzitter der voornoemde rechtbank, denken dat zij bij misslag vergeten zijn en
komen ons verzoeken U te willen vragen hetwelk er in dit geval te doen staat.
Aanvaard, Mijnheer Berghman, enz.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Monsieur Norman Berghman, Commissaire de l’Etat (dommage de guerre), rue de
l’Aqueduc 22, Bruxelles
N° 301 Ravitaillement
Opwijck, le 4 Sept. 1920
Monsieur Vandevelde,
En réponse à votre lettre du 2 Sept. courant, j’ai l’honneur de vous faire
savoir que les exemplaires don’t question, qui reposaient à la gendarmerie sont
déjà distributes aux commercants de notre commune. Il nous manqué encore environ
60 exemplaires, veuilleznous les faire parvenir.
Adreéz, Monsieur Vandevelde, l’assurance de ma consideration distinguee.
Le Bouregemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur Vandevelde, Inspecteur Provincial près le Ministre de Ravitaillement,
rue Van Rosne 11, Ganshoren
N° 305 Cours d’eau
Opwijck, le 6 sept. 1920
Monsieur le Commissaire Voyez,
En réponse à votre letter du 1 Sept. courant, n° 5897, j’ai l’honneur de vous
faire connaïtre q’a la date de ce jour, des munitions ou explosives ne sont plus
signalés comme existant encore dans les cours d’eau de notre commune.
Agreéz, Monsieur le Commissaire Voyez, etc.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur Wets, Commissaire Voyer adjoint à Assche
N° 306 IJzerenweg van Antwerpen naar Aalst
Opwijck, den 8 sept. 1920
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer UE. de hierbijgaande beraadslaging te laten geworden, met beleefd
verzoek van er het noodige gevolg te willen aan geven.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(Get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Spoorwegen, Post en Telegrafie te Brussel
N° 313 Districts d’Eupen et Malmédy
Opwijck, le 15 sept. 1920
Monsieur le Gouverneur,
J’ai l’honneur de vous accuser reception de votre letter du 14 Sept. courant,
concernant la consécration de retour définitif des districts d’Eupen et Melmédy
à la Belgique, par la Ligue des Nations.
Agreéz, Monsieur le Gouverneur, l’assurance de ma consideration distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
N° 318 Indemnité du chef de déportation
Opwijck, le 20 sept. 1920
Monsieur le Ministre,
Comme suite à votre lettre du 23 Août dernier, n° 206/7697 et 206/7755, j’ai
l’honneur de vous faire parvenir les accusés de réception ci-jointes, concernant
une indemnité allouée en vertu de la loi du 10 Juin 1919, du chef de déportation.
Six ordonnances de paiement nous ont été transmis.
Agreéz, Monsieur le Ministre, l’assurance etc.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Ministre de l’Intérieur, Office des dommages de guerre, à
Bruxelles
N° 319 Milice
Opwijck, le 21 Sept. 1920
Monsieur le Commissaire,
Comme suite à votre letter du 3 sept. courant, n° 1920-26B, j’ai l’honneur de
vous faire parvenir ci-dessous la liste des homes ages de moins de 40 ans,
n’ayant pas servi dans l’armée pendant la guerre et qui ont quitté la Belgique
pendant l’occupation.
1°) Semal Pierre-Paul, célibataire né à Opwijck le 7 Juin 1891, inscrit pour la
levée de 1911, a été exempté pour un an comme soutien de parents, il a résidé
pendant l’occupation en Holande. L’intéressé a déjà compru devant la Commission
de recrutement comme recalcitrant et est actuellement incorporé au 17e Régiment
d’Artillerie, en garnison à Malines.
2°) De Clerck François-Xavier, né à Opwijck le 3 Août 1897, a été inscrit à
Opwijck pour la levee special de 1919, classe de 1917. L’intéressé ayant
renounce à l’exemption à laquelle il avait droit du chef de l’art. 15 (E) de
l’arrêté royal du 16 Août 1913, en faveur de son frère De Clerck Constant de la
classe de 1921. Il est actuellement incorporé au 15e Régiment de Ligne 1e Bat.
1e Cie. Il a reside pendant l’occupation en Hollande.
3°) Vasseur Camille-François, célibataire, né à Opwijck le 5 Avril 1890, a été
inscrit à Opwijck pour la levee de 1900 (sic), et a été exoneré. Il a reside
pendant l’occupation en Hollande à Grubbevoort.
Agreéz, Monsieur lez Commissaire, etc.
Le Bougemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Commissaire d’arrondissement à Bruxelles
N° 323 Dommages de guerre aux biens
Opwijck, le 27 sept. 1920
Monsieur le Président,
Nous avons l’honneur de vous faire parvenir 14 formules en double expédition,
avec pièces y annxées, concernant les dommages de guerre aux biens, ainsi qu’un
inventaire en double y relatif.
Agreéz, Monsieur le Président, etc.
Le Bougemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Président du Tribunal des Dommages de guerre, rue des Petits
Carmes 37, Bruxelles
N° 330 Afgebrande huizen door oorlogsfeiten
Opwijck, den 4 Oct. 1920
Mijnheer de Hoofdcommissaris
Als gevolg aan uwen hierbijgevoegden brief van den 30 sept. laatstleden, heb ik
de eer UE. de hierbijgaande lijst te laten geworden, betrekkelijk de huizen
onzer gemeente vernield of onbewoonbaar geworden door oorlogsfeiten.
Aan vaard, Mijnheer de Hoofdcommissaris, enz.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heere Hoofdcommissaris bij de Rechtbank van Oorlogsschade, Kleine
Karmelietenstraat 37, Brussel
N° 331 Kolendienst
Opwijck, den 4 October 1920
Mijnheer de Algemeene Bestuurder,
Als gevolg van uwen brief van den 31 Augusti laatstleden, n° RC/1695, 3de
Bestuur, Kolendienst, hebben wij de eer UE. te laten weten dat de
hierondervernoemde handelaars zich hebben aangegeven voor de verdeeling der
kolen.
Abbeloos Ernest, statiestraat
De Velder Jozef, statiestraat
Van Lembergen Henri, dorpstraat
De Smedt-Van Rossem Petrus, Schoolstraat
De Smedt-Meert Benedictus, Schoolstraat
Schinkels Henricus, Droeshout
Deze personen hebben geweigerd het desaangaande kontrakt te teekenen, aangezien
het Departement van Spoorwegen zich niet verantwoordelijk stelt voor het gewicht
bij de aankomst der kolen in de statie van Opwijck.
Er zijn 325 aanvragen gedaan geweest voor het bekomen van kolen in de maand
October.
De bevolking onzer gemeente beloopt 6480 inwoners.
In onze gemeente worden gewoonlijk gebruikt de volgende soorten van kolen: Dour,
Grand Buisson Warquignies, Escauffiau Warquignies en La Louvière.
Aanvaard, mijnheer de Algemeene Bestuurder, de verzekering onzezr hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heer Algemeene Bestuurder bij het Ministerie van Staathuishoudkundige Zaken
“Kolendienst”, Kunstlaan 44, Brussel
N° 332 Aanvraag tot laten vertrekken van eenen bijgevoegden trein uit
Brussel-Noord
Opwijck, den 5 October 1920
Mijnheer de Minister,
Wij nemen de eerbiedige vrijheid UE. te verzoeken eenen reizigerstrein te willen
laten vertrekken van Brussel-Noord, tusschen 10 en 11 ure voormiddag.
De groote tusschenruimte die er bestaat in de vertrekuren uit Brussel, van 8 tot
12,17 uur, veroorzaakt groote moeilijkheden in het reizen aan de
handelsreizigers, kooplieden en andere reizigers.
De hoop koesterende, Mijnheer de Minister, dat onze aanvraag door UE. gunstig
zal onthaald worden, bieden wij U met onze voorafgaande dankbetuigingen de
verzekering onzer bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heer Minister van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafie te Brussel
N° 334 Oud-strijders. Begiftiging van 300 frs.
Opwijck, den 7 october
1920
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer UE. te laten weten, dat de oud-strijders onzer gemeente
beginnen er fel over te klagen dat de begiftiging van 300 frs. Hun nog niet
uitbetaald is.
In al de omliggende gemeenten werd dit reeds geruimen tijd gedaan, vandaar de
misnoegdheid onzer oud-strijders. De aanvragen werden door ons uitgezonden op 28
April laatstleden.
Gezien de toestand onzer gemeentekas, is het ons onmogelijk het noodige
voorschot te doen om zelf met de uitbetaling te beginnen.
Mogen wij UE. daarom bidden, ons te melden wanneer uwe bureelen aan de
rechthebbenden van Opwijck voldoening zullen kunnen schenken.
De hoop koesterende, zeer geachte Heer Minister, dat zulks zoohaast mogelijk zal
kunnen geschieden, bieden wij UEd. de uitdrukking van onzen diepsten eerbied.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Landsverdediging, Bestuur der Pensioenen, te Brussel
Krijgsbegravingsdienst
N° 336
Opwijck, den 8 oct. 1920
Mijnheer de Bestuurder,
In antwoord op uw schrijven van den 6 oct. laatstleden, n° EC 26268 A 25346, heb
ik de eer UEd. te laten weten dat er op onze registers van overlijdingen nog
geen overlijdingsakte is ingeschreven geweest van den soldaat Vernimmen Frans,
op het grondgebied onzer gemeente voor het Vaderland gestorven den 27 Sept.
1914. Ziehier de reden. Daar wij de volledige eenzelvigheidsinlichtingen niet
hadden, om op den bevoegden tijd de overlijdingsakte op te maken van de soldaten
die op het grondgebied van de gemeente den 27 Sept. 1914 gesneuveld zijn, zijnde
De boeck Charles-Joseph, Vernimmen Frans-Victor en Glas Theoduul, hebben wij na
in het bezit te zijn van de volledige eenzelvigheid dezer soldaten, den 20
Februari 1920, aan den Heer Prokureur des Konings te Brussel de toelating
gevraagd van deze overlijdingsakten te mogen opmaken.
Den 20 april laatstleden hebben wij desaangaande al de noodige inlichtingen
gegeven aan den Heer Kommandant van de Krijgsbegravingsdienst der sector
Mechelen.
Wij hebben desaangaande van beide besturen nog geen antwoord ontvangen.
Gelief, Heer Bestuurder, het noodige te doen en ons de toelating te doen
geworden om bedoelde akten op te maken.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heer Bestuurder van de Krijgsbegravingsdienst te Brugge.
N° 347 Bijstandswoonst Vandenbroeck Pieter
Opwijck, den 16 oct. 1920
Mijnheer de Bestuurder,
In antwoord op uwen brief van den 30 october laatstleden, hebben wij de eer UEd.
te laten weten dat wij onze gemeente aanzien als de bijstandswoonst van den
genaamden Vandenbroeck Peter, geboren te Lebbeke den 8 Februari 1876.
Volgens bekomen inlichtingen zou de belanghebbende als oorlogsvrijwilliger deel
genomen hebben aan den oorlog, en als krijgsgevangene verbleven in Holland.
Diensvolgens zou hij zijn bijstandswoonst hebben in de gemeente waar hij was
ingeschreven bij het uitbreken van den oorlog. Deze gemeente is ons onbekend.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, enz.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heer Bestuurder van het Zinnelozengesticht te Evere
N° 347 zelfden brief aan de Heeren Burgemeester & Schepenen van Vilvoorde.
N° 380 Opkoop van granen
Opwijck, den 20 October 1920
Mijnheer de Toezichter,
Wij hebben de eer UEd. te laten geworden het proces-verbaal aangaande den
aankoop van granen, zooals ieder verklaard heeft te kunnen leveren, hetwelk naar
ons dunkens tamelijk goed is aangegeven.
Eenige persnen hebben verklaard niets te kunnen leveren, meestal omwille van
slechte vruchten, zijnde: De Geest Henri, De Geest Leon, Moens Louis,
Vanderstraeten Joseph, Robberechts Jozef, De Witte kinderen. Bij De Plecker
Adolf en Meys Judo waarschijnlijk misslag: de eerste verklaart slechts 66 aren
oogst gehad te hebben voor 5 personen; de tweede heeft slechts 50 roeden oogst
gehad in plaats van 50 aren, dit is dus 17 aren.
De volgende personen hebben den oproep niet beantwoord; Robberechts Wed. Frans,
Van Nuffel Damiaan, Vermeir Sixtus, Willems Jan, De Cock Emiel. Heeft de eerste
maal geweest: Van Damme Petrus-Joseph. Luypaert Jan is onbekend.
Aanvaard, Mijnheer de Toezichter, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B; De Smedt
N° 658 Vluchtelingen
Opwijck, den 26 October 1920
Mijnheer de Gouverneur,
In antwoord op uwen brief van den 20 October laatstleden, 1ste afd. n° 43498,
hebben wij de eer UEd. te laten weten dat onze gemeente geene uitgewekenen, noch
vluchtelingen moet ondersteunen.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, enz.
De Burgemeester
(get.) B; De Smedt
N° 374 Monument
Opwijck, den 11 November 1920
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan uwen brief van 25 October laatstleden, n° 4865/43252, 1ste afd.,
hebben wij de eer UE. te laten geworden eene schets van het monument, bestemd
tot nagedachtenis onzer soldaten, voor het Vaderland gestorven.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering van onze hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
N° 394 Oeuvre nationale des invalides de la guerre
Opwijck, le 30 Nov.
1920
Monsieur le Secrétaire,
En réponse à votre lettre du 23 Nov. courant, n° 1924, j’ai l’honneur de vous
faire savoir que nous avons désigné le Sieur Lindemans Paul, volontaire de
guerre et ingénieur agricole, comme délégué pour notre commune dans l’oeuvre
national des invalides de la guerre;
Agreéz, Monsieur le Secrétaire, l’assurance de ma considération distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Secrétaire de l’ Oeuvre nationale des invalides de la guerre,
Chaussée d’Ixelles 79, Bruxelles
N° 411 Vluchtelingen
Opwijck, den 14 December 1920
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan uwen brief van den 9 December laatstleden, 1ste afd. 1ste sectie
n° 43498, hebben wij de eer UE. te laten weten dat er op 1 December laatstleden
in onze gemeente geene ondersteunde of niet ondersteunde vluchtelingen
verbleven.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) B. De Smedt
De Heer Gouverneur der provincie Brabant te Brussel
N° 423 Burgerlijke Ereteekens
Opwijck, den 14 Dec. 1920
Mijnheer de Minister,
Als gevolg aan uwen brief van den 16 Dec. laatstleden, heb ik de eer UE.
ontvangst te melden van twee diploma’s en twee juweelen van het Burgerlijk
Ereteeken 1914-1918, verleend bij koninklijk Besluit van 15 Nov. 1919 aan de
heeren Van Gestel Joseph en Coppens Judocus-Romanus, onzer gemeente.
Aanvaard, mijnheer de Minister, enz.
De Burgemeestet-r
(get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Binnenlandsche Zaken te Brussel
N° 435 Aanvragen tot het bekomen der belooning geheeten “Familie Aandeel”
alsook deze der spaarboekjes van 100 franken
Opwijck, den 31 December 1920
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer Ued. te laten geworden een lijst der aanvragen voor
begiftiging van 300 franken, deze lijst bevattende 15 namen, alsmede al de
afzonderlijke aanvragen. Hierbij een lijst der aanvragen voor de spaarboekjes
van 100 franken voor de kinderen der gewezen soldaten, deze lijst bevattende 7
namen, alsmede de afzonderlijke aanvragen en 11 persoonlijke kaarten.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Aan den Heer Minister van Landsverdediging te Brussel
1921
N° 441 Dépotés requisitionés et prisonniers civils
Opwijck, le 3
Janvier 1921
Monsieur le Président,
Comme suite à votre letter du 30 Décembre dernier, j’ai l’honneur de vous faire
connaître que 25 personnes de notre commune ont été réquisitionées par les
Allemands, une de celle-ci est décédée. Il y a également deux prisonniers civils,
aucun n’est malade ou blessé.
Agreéz, Monsieur le Président, l’assurance de ma consideration distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur Benoidt Maurice, Président du Tribunal de Première Instance à
Bruxelles
N° 442 Indemnité du chef de deportation
Opwijck, le 7 Janvier 1921
Monsieur le Ministre,
Comme suite à votre lettre du 27 Deéc. Dernier, n° 206/15175, j’ai l’honneur de
vous faire parvenir l’accusé de reception ci-joint concernant une indemnité
allouée en vertu de la loi du 10 Juin 1919, du chef de deportation au nommé
Saerens Jean de cette commune.
Agreéz, Monsieur le Ministre, l’assurance etc;
A Monsieur le Ministre de l’Intétrieurn Office dommages de guerre, à Bruxelles
N° 467 Etat Civil – Acte de décès n° 15 de l’année 1920 de Hobbels
Jean-Joseph
Opwijck, le 27 Janvier 1921
Monsieur le Procureur du Roi,
Comme suite à votrelettre du 24 Janvier courant, n° 3425, 1er bureau, j’ai
l’honneur de vous faire parvenir un expédition littérale, certifié conforme, de
l’acte inscrit sous le n° 15 du régistre aux actes de décès de notre commune
pour l’année 1920.
Nous avons dressé cet acte à la suite d’une déclaration de décès, nous parvenue
de Monsieur le Directeur du service de sépulture militaire Belge de Bruges, avec
prière de vouloir inscrire l’acte et de lui en faire parvenir une copie.
Agreéz, Monsieur le Procureur du Roi, l’assurance de ma considération distinguée.
L’ Officier de l’Etat Civil
(signé) Em. De Coster
A Monsieur le Procureur du Roi, 1re bureau, à Bruxelles
N° 485 Naamlijst der personen gestorven tijdens den oorlog voor België
Opwijck, den 8 Februari 1921
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan den omzendbrief van den Heer Minister van Binnenlandse Zaken,
opgenomen in het Bestuurlijk Memoriaal onder nummer 14 (5de afd. n° 26046/6300)
hebben wij de eer UE. op te geven:
1°) De namen der strijders die gediend hebben onder de vaandels en gestorven
voor België tijdens den oorlog:
1° Abbeloos Jozef Crispinus
2° Goedgezelschap Frans-Xavier
3° Van Hileghem Carolus Ludovicus
4° Van den Broeck Guillielmus
5° De Clerck Benoni
6° De Roep Leon
7° Erpels Jan Lodewijk
8° Buyens Jozef Frans
9° Janssens Pierre
10° Miers Bernard
11° Roemendael Jozef
12° Buggenhout Jan
13° Bouchez Edgard
14° Michiels Jan Frans
15° Willems Jan Frans
16° Hermus Hendrik
17° Haverals Frans Eduard
18° De Brandt Jozef
19° Spinoy Petrus
20° Van Egroo Corneel
21° Sanders Petrus Camiel
22° Schotmans Remi
23° Verwimp Alfons
24° Hermus Jan Frans (oud-strijder, overleden den 25 Juni 1920, ten gevolge van
krankheid opgedaan tijdens den oorlog)
2°) de namen der niet-strijders die gevallen zijn ten gevolge van gewelddaden
van den vijand:
1° De Keersmaecker Frans-Xaveer
2° Saerens Guilielmus
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, enz.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
N° 462 Krijgsbegravingsdienst
Opwijck, den 28 Februari 1921
Mijnheer de Kommandant,
In antwoord op uwen brief van den 18 Februari laatstleden, n° EC2933 art. 6035
heb ik de eer UE. te laten weten dat de genaamde Neirinckx Jules Alois,
militiaan van 1912 bij het 5de Regiment Jagers te voet, stamboeknummer 52854
(niet) op het grondgebied onzer gemeente gesneuveld is.
De voornoemde is in onze gemeente niet begraven en er is desaangaande ook geene
overlijdingsakte opgemaakt geweest.
Aanvaard, Mijnheer de Kommandant, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heere Kommandant van de Krijgsbegravingsdienst te Brugge
N° 476 Enlèvement de projectiles
Opwijck, le 24 Mars 1921
Monsieur le Capitaine-Commandant,
En réponse à votre letter du 19 Mars courant, n° 14508, j’ai l’honneur de vous
faire connaître qu’il existe encore dans notre commune:
1° A la caserne de gendarmerie 2 obus de 150 cartouches
2° Au village chez Pierre De Coster 2 obus et des munitions enterrés dans la
remise
3° l’obus qui existait dans la grange chez Julien Hermus a été tranféré à la
gendarmerie
Agreéz, Monsieur le Capitaine-Commandant, l’assurance de ma consideration
distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Capitaine-Commandant, chef du service de recuperation du Brabant,
rue du Trône 61, Bruxelles
N° 488 Enfant Hermus Pierre-Jean
Opwijck, le 1 avril 1921
Monsieur le Commissaire de l’Etat
En réponse à votre letter du 29 Mars dernier, Dossier n° 9001, j’ai l’honneur de
vous faire savoir que le nommé Hermus Pierre-Jean, tué dans notre commune par un
Allemand le 21 sept. 1916, est né le 19 Juillet 1908.
L’enfant étant à la date de son décès agé de 8 ans, 2 mois, 2 jours, n’était pas
le soutien de ses parents. J’ignore s’il était appelé à le devenir.
Agreéz, Monsieur le Commissaire de l’Etat, l’assurance de ma consideration
distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) B. DE Smedt
A Monsieur le Commissaire de l’Etat (Dommages de guerre), rue des Petits Carmes
37, Bruxelles
N° 492 Dienst der militaire grafsteden
Opwijck, den 9 april 1921
Mijnheer de Minister,
In antwoord op uwen brief van den 5 April laatstleden, 5de bureel, n°
O61-c/10850, heb ik de eer UE. te laten weten dat op onze registers van
overlijdingen nog geene overlijdingsakte is ingeschreven van den soldaat Deboeck
Karel-Jozef, op het grondgebied onzer gemeente voor het Vaderland gestorven den
27 September 1914.
Na in bezit te zijn van den volledigen eenzelvigheid der soldaten Vernimmen
Frans-Victor, Glas Theoduul en Deboeck Karel-Jozef die den 27 September 1914 op
het grondgebied onzer gemeente gesneuveld zijn, hebben wij den 10 Februari 1920
aan den heer Prokureur des Konings te Brussel de toelating gevraagd om deze
overlijdingsakten te mogen opmaken.
Wij hebben desaangaande tot heden noch toelating noch antwoord ontvangen;
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Landsverdediging te Brussel
N° 509 Suikerkaarten – Vergoeding voor aflevering
Opwijck, den 30
April 1921
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer U beleefd te verzoeken, ons het bedrag der vergoeding te
willen laten geworden, aan dewelke de agenten onzer gemeente recht hebben, die
zich hebben gelast met het opmaken en afleveren der suikerkaarten en de
desaangaande notitiën.
Zij hebben afgeleverd 6369 suikerkaarten met notitën aan 0,05 fr (ieder) is
318,45 frs.Teruggenomen suikerkaarten 6210 aan 0,05 fr is 310,50frs. Het totaal
tegoed bedraagt dus 628,95 frs.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) B. De Smedt
Den Heere Minister van Bevoorrading te Brussel
N° 512
Opwijck, le 3 Mai 1921
Monsieur le Gouverneur,
Comme suite à votre lettre du 13 Janvier dernier, n° 48975, 4e Div. 2e sect.
4325, nous avons l’honneur de vous faire parvenir le compte de dépenses faites
pour l’érection en notre commune d’un monument commémoratif de la guerre, afin
de pouvoir obtenir le subside de 3000 francs, que la Députation Permanente a
décidé de nous allouer à cet effet.
Agreéz, Monsieur le Gouverneur, l’assurance de notre considération disinguée,
Le Bourgemestre & Echevins
(signé) B. De Smedt
A Monsieur le Gouverneur de la province de Brabant à Bruxelles
N° 527 Opeisching van paarden en vee – Dienst der terugbetalig
Opwijck, den 21 Mei 1921
Mijnheer de Algemeene Toezichter,
Als gevolg aan uwen brief van den 2 Mei laatstleden, n° RB/11715, heb ik de eer
UE. terug te zenden 73 staten behoorlijk ingevuld door de belanghebbenden,
aangaande paarden, hoornvee, zwijnen, enz. door de duitschers opgeeischt en
ontnomen.
Aanvaard, Mijnheer de Algemeene Toezichter, enz.
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Den Heer De Roo, Algemmene Toezichter bij het Ministerie van Landbouw,
Middaglijnstraat 3, Brussel
N° 544 Rechtbank van oorlogsschade
Opwijck, den 10 Juni 1921
Mijnheer de Hoofdstaatscommissaris,
In antwoord op uwen brief heb ik de eer UEd. te laten weten dat er in onze
gemeente geene aanvragen van vaststelling en raming zijn ingediend bij de
Rechtbank van Oorlogsschade van Brussel, door de verschillende openbare
gestichten onzer gemeente, welke eenen bijzonderen gerechtelijke persoonlijk
bezitten,
Aanvaard, Mijnheer de Hoofdstaatscommissaris, enz.
De Heer Hoofdstaatscommissaris, Kleine Karmelietenstraat 37, Brussel
N° 580 Opgeeischte De Backer Jacobus
Opwijck, den 3 Oogst 1921
Mijnheer de Staatscommissaris,
Ik heb de eer UE. te laten weten, dat de genaamde De Backer Jacobus, wonende in
deze gemeente, Haanhofstraat, opgeëischt den 7 Februari 1917, de vergoeding van
150 franken nog niet getrokken heeft, waaraan hij desaangaande recht heeft. Daar
de belanghebbende toebehoort aan eene zeer behoeftige familie en hij en zijn
vader met wie hij inwoont thans werkeloos zijn, zou deze som voor dit oogenblik
zeer wel van pas komen.
Ik neem de eerbiedige vrijheid UE. beleefd te verzoeken het noodige te willen
doen opdat belanghebbende zoohaast mogelijk in bezit zou gesteld worden van de
hem verschuldigde som. De hiertoe betrekkelijke staat model I n° 22 schade aan
personen is ingediend den 12 Sept. 1919.
In afwachting, Mijnheer de Staatscommissaris, bied ik U met mijne voorafgaanden
dank, de verzekering mijner hoogachting;
De Burgemeester
(get.) B. De Smedt
Aan den Heere Staatscommissaris bij de Rechtbank van oorlogsschade, Kleine
Karmelietenstraat 37, Brussel
N° 59 Grafsteden van de niet strijders voor het vaderland gestorven
Opwijck, den 12 Augusti 1921
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevol van den brief van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken, 1ste
afd. 1ste sectie n° 51543/43079, opgenomen in het Bestuurlijk Memoriaal onder n°
122, hebben wij de eer UE. te laten weten dat er zich in onze gemeente twee
grafsteden bevinden van niet stijders voor het Vaderland gestorven. Onze
gemeente wenscht deze grafsteden zelf te onderhouden.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering onzer hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 605 Schadeloosstelling
Opwijck, den 23 Augusti 1921
Mijnheer de Opzichter der Domeinen,
In antwoord op uwen brief van den 23 Oogst laatstleden, n° 8435p, heb ik de eer
UE. te laten weten, dat inderdaad de Duitschers, toen zij in aftocht waren, twee
beesten hebben in beslag genomen bij Seghers Pieter, die vroeger te Opwijck
woonde, en hem in plaats eene andere koe gelaten hebben.
De voornoemde heeft voor het in beslag nemen der dieren, in onze gemeente geene
aanvraag tot schadelosstelling ingediend.
Aanvaard, Mijnheer de Opzichter der Domeinen, de verzekering mijner hoogachting;
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Opzichter der Domeinen, Troonstraat 61, Brussel
N° 700 Landbouwwegen
Opwijck, den 3 Sept. 1921
Mijnheer de Minister,
In antwoord op uwen brief van den 23 Augusti laatstleden, n° D2, heb ik de eer
UE. beleefd te verzoeken te willen tusschenkomen in de uitgaven welke de noodige
herstellingen der oorlogsschade aan onze landbouwwegen zullen veroorzaken.
Gelief in voorkomend geval ons de desaangaande noodige inlichtingen te
verschaffen.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Minister van Landbouw te Brussel
N° 710 Dieren afhangende van oorlogsbuit
Opwijck, den 13 Sept. 1921
Mijnheer de Opzichter der Domeinen,
Als gevolg aan uwen brief van den 14 sept. laatstleden, n° 8690/D, heb ik de eer
UE. te laten weten dat ons gemeentebestuur nooit Adolphe De Coninck heeft
opgegeven als houder te zijn van een paard afhangende van oorlogsbuit. Er moet
hier voorzeker een misslag bestaan. Voor hetgeen de koe betreft, er is inderdaad
een koe opgeschreven bij den voornoemde. Omdat zij in de ooren geringd was,
bewijst dat zij uit de Vlaanderen kwam. De Coninck kan door geloofwaardige
personen bewijzen dat hij in bezit was van deze koe lang voor den wapenstilstand
en zij niet voorkwam van oorlogsbuit.
Aanvaard, Mijnheer de Opzichter der Domeinen, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
De Heere Opzichter der Domeinen, Troonstraat 21, Brussel
N° 725 Prisonnier de guerre
Opwijck, le 26 Sept. 1921
Monsieur le Secrétaire Général,
Comme suite à votre lettre du 16 Sept. courant, 2e Div. 6e Sect. Pécule, j’ai
l’honneur de vous faire parvenir dûment remplis les questionnaires ci-joints,
concernant le prisonnier de guerre Spinoy Liévin de cette commune.
Agreéz, Monsieur le Secrétaire Général, l’assurance de ma consideration
distinguee.
Le Bourgemestre
(signé) Jos Wynants
A Monsieur le Secrétaire Général de l’Office Centrale Belge des prisonniers de
guerre, Boulevard Botanique 41, Bruxelles
N° 743 Inzamelingsdienst
Opwijck, den 7 October 1921
Mijnheer de Voorzitter,
In antwoord op uwen brief van den 27 September laatstleden, n° 30/9232c, heb ik
de eer UE te laten weten dat de Duitschers tijdens de bezetting nooit kolen aan
onze gemeente of aan openbare Besturen hebben geleverd, integendeel heeft ons
gemeentebestuur zeer veel kolen geleverd voor de Duitsche soldaten die in onze
gemeente hebben verbleven.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering mijner hoogachting
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
De Heere Voorzitter van de Invorderingsdienst, Handelsstraat 3, Brussel
N° 810 Monument Melle Orianne
Opwijck, le 23 Décembre 1921
Mademoiselle Orianne,
En réponce à votre lettre du 10 Décembre courant, j’ai l’honneur de vous faire
savoir que notre commune a déjà érigé un monument en l’honneur de nos soldats
morts pour la Patrie. Je ne m’oppose nullement à votre intention de placer
encore un monument, sans frais pour la commune, pour les soldats et les victimes
civiles d’Opwijck, et les soldats d’une autre localité inhumés en notre
cimetière. 23 soldats de notre commune sont tombés au Champ d’Honneur, 4 soldats
d’une autre commune y sont inhumes. Il y a trois victims civiles de notre
commune.
Soldats de notre commune: Abbeloos Joseph, Bouchez Edgard, Buggenhout Jean,
Buyens Joseph, De Brandt Joseph, De Clerck Benoni, De Roep Léon, Elpers Louis,
Goedgezelschap François, Haverals François, Hermus Henri, Janssens Pierre,
Michiels François, Miers Bernard, Roemendael Joseph, Sanders Cornille, Schotmans
Remi, Spinoy Pierre, Vandenbroeck Guillaume, Van Egroo Corneille, Van Hileghem
Louis, Verwimp Jan et Willems François.
Victimes civiles de notre commune: De Keersmaecker François, Saerens Guillaume
et Schouppe François.
Soldats d’une autre localité: D’Haese Alphonse, Vernimmen François-Victor
Deboeck Charles-Joseph et Glas Theodule.
Agreéz, Mademoiselle Orianne, l’assurance de ma considération distinguée,
Le Bourgemestre
(signé) Jos Wynants
Mademoiselle Orianne, rue Charles Martel 22, Bruxelles
1922
N° 918 Getijsterden
Opwijck, den 21 April 1922
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan uwen brief van den 13 April laatstleden, n° 43498, 1ste afd. 1ste
sectie, hebben wij de eer UE. te laten weten dat de hier onder genoemde persoon,
getijsterde der stad Waasten, arr. Yperen, in onze gemeente nog verblijft.
Markey Emiel, geneesheer, wonende te Opwijck, Statiestraat n° 89.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
N° 951 Krijgsbegravingsdienst
Opwijck, den 30 Mei 1922
Mijnheer de Bevelhebber,
In antwoord op uwen brief van den 27 Mei laatstleden, n° J2379, heb ik de eer UE.
te laten weten dat de genaamde Glas Theoduul van het 2de Jagers te voet,
stamnummer 50447, op het kerkhof onzer gemeente begraven ligt, onder nr. 5.
Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Bevelhebber van de Krijgsbegravingsdienst te Mechelen.
N° 1008 Krijgsbegravingsdienst
Opwijck, den 4 Oogst 1922
Mijnheer de Bevelhebber,
In antwoord aan uw schrijven van den 27 Juli laatstleden, n° 53054, heb ik de
eer UE. te laten weten dat volgens ons denken er eene vergissing moet bestaan in
de verklaring van Mejuffer Orianne,.
Het lichaam van den soldaat Neyrinck Jules-Alois van het 2de Regiment Jagers te
voet is door onze veldwachter gevonden, achter het pachthof van den heer Cesar
Temmerman gelegen op het grondgebied der gemeente Buggenhout en door hem aldaar
begraven in een beetenveld op ongeveer 175 meter afstand der grens van Opwijck.
Het lijk van de voornoemde is nooit naar ons kerkhof overgebracht geweest.
Het zijn voorzeker de lichamen van de drij soldaten Vernimmen Frans-Victor, Glas
Theoduul en Deboeck Karel-Jozef, die door onzen veldwachter gevonden geweest
zijn op een klein pachthoeve, gelegen te Opwijck, eexken, op 50 meter afstand
van de grens van Buggenhout. Ze zijn door de veldwachter zelf op deze plaats
begraven. Later werden ze ontgraven door Juffrouw Orianne en weggebracht naar
het kerkhof onzer gemeente. De veldwachter heeft de eenzelvigheid dezer drij
laatste soldaten kunnen vaststellen door de bewijsstukken die hij op hen
gevonden heeft, dewelke naar ons gemeentehuis overgebracht zijn en na den oorlog
door officieren van het Belgisch leger mede genomen zijn.
Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Bevelhebber van den Krijgsbegravingsdienst te Mechelen
N° 1022 Nieuw kerkhof
Opwijck, den 19 Augusti 1922
Mijnheer de Gouverneur,
Wij hebben de eer UEd. te laten weten dat de gemeenteraad in zitting van den 1
Augusti laatstleden in princiepe vastgesteld heeft het oud kerkhof, gelegen in
de kern van het dorp, te vervangen door een nieuw, buiten het dorp.
Gelief ons te laten weten of het niet wenschelijk zou zijn dat, alvorens over te
gaan tot het opmaken der noodige beraadslaging plannen en andere stukken, dat de
bestemde plaats door de Belgische overheid zou onderzocht en aangenomen worden.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
N° 1044 Aanleggen van een nieuw kerkhof
Opwijck, den 8 September 1922
Mijnheer de Secretaris,
Als gevolg aan uwen brief van den 4 September laatstleden, betrekkelijk het
onderzoek van het terrein voorgesteld voor het aanleggen van een nieuw kerkhof,
heb ik de eer UE. te vragen of het niet mogelijk zou zijn het bezoek van een lid
der Provinciale Gezondheidscommissie te vervroegen.
Daar in de maand October het land in het bedoeld terrein begrepen zal bezaaid
zijn, zouden er groote kosten kunnen uit voortspruiten.
Aanvaard, Mijnheer de Secretaris, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Secretaris der Provinciale Gezondheidscommissie, Palais d’Egmond,
Brussel
N° 1046 Dienst der militaire grafsteden
Opwijck, den 1 September 1922
Mijnheer de Minister,
Als gevolg aan uwen brief van den 24 Augusti laatstleden, n° 061c/89182, heb ik
de eer UE. een lijst te laten geworden der gedurende den oorlog overleden of
vermiste militairen van dewelke wij geen regelmatig overlijdingsbewijs ontvangen
hebben en die ingeschreven waren op onze bevolkingsregisters:
1°) Sanders Petrus-Cornil, geboren te Opwijck den 4 Juli 1885, vrijwilliger met
premie der klas 1907, soldaat ingelijfd bij het 2de Linieregiment, 1ste Bat. 3de
Cie, stamnummer 54742, ongehuwd, zoon van Joannes Franciscus en van Juliana
Vandenhouten, beiden overleden (vermist).
2°) Janssens Petrus, geboren te Sint-Jans-Molenbeek den 2e November 1884,
vrijwilliger met premie der klas van 1908, soldaat ingelijfd bij het 22e
Linieregiment 1ste Bat. 1e Cie, stamnummer 54658, echtgenoot van Verheyden
Maria-Delphina, zoon van ??, gesneuveld te Caeskerke den 12 Mei 1916.
3°) Michiels Jan Frans, geboren te Opwijck den 9 Juli 1887, vrijwilliger met
premie der klas van 1908, soldaat ingelijfd bij het 4de Regiment Jagers te voet
2de Bat. 4e Cie, stamnummer 50610, ongehuwd, zoon van Ferdinandus Benedictus ,
zonder beroep, wonende te Opwijck en van wijle Maria Francisca Bosman.
4°) Goedgezelschap Frans Xaveer, geboren te
Opwijck, den 14 Februari 1889, militiaan der klas van 1909, soldaat ingelijfd bij het 5de Linieregiment, 2de
Bat., 4de Cie, stamnummer 55138, ongehuwd, zoon van Joannes Franciscus en van
Van Damme Maria Sylvia, beiden overleden, gesneuveld te Ramscapelle den ??
October 1914.
5°) Van den Broeck Guillielmus, geboren te Buggenhout den 28 October 1889,
mimitiaan der klas van 1909, soldaat ingelijfd bij het 3de Linieregiment, 1ste
Bat. 4de Cie., n° 54816, echtgenoot van Waveryns Melania, zoon van Désiré en van
Van der Borcht Anna Catharina, van Buggenhout, gesneuveld te Steenstraete den 28
April 1915;
6°) Buyens Jozef Frans, geboren te Opwijck den 18 Maart 1889, militiaan der klas
van 1909, soldaat ingelijfd bij het 5de Linieregiment 2de Bat. 4de Cie.,
stamnummer 55134, ongehuwd, zoon van Joannes en van Robberechts Maria Philippina,
beiden overleden, (wonende te Opwijck), gesneuveld te Ramscapelle den (4 mei
1918).
7°) Hermus Henricus, geboren te Opwijck den 24 Juni 1879, vrijwilliger met
premie der klas 1902, soldaat ingelijfd bij het 13de Linieregiment 2E Bat. 4e
Komp., stamnummer 20389, echtgenoot van De Meersman Maria Delphina, zoon van
wijlen Josephus en van Elisabeth Vandenbroeck, in leven te Opwijck, vermist den
15 oogst 1914, rond Namen.
8°) Miers Benedictus Bernardus, geboren te Opwijck den 20 December 1881,
militiaan der klas van 1901, ingelijfd bij het 2de Minieregiment, 6de Bat. 4de
Komp., stamnummer 51296, ongehuwd, zoon van Jan Baptist, overleden, en van Maria
Rosalia Verheirstraeten, in leven te Opwijk, gesneuveld te Ramscapelle den 22
Januari 1915.
9°) Willems Jan Frans, geboren te Opwijck den 21 December 1893, militiaan der
klas van 1913, soldaat ingelijfd bij het 2de Regiment Carabiniers, ongehuwd,
zoon van Ludovicus en van Philomena Moens, landbouwers in leven te Opwijck,
gesneuveld te Schiplaken den 27 Augusti 1914.
10°) Van Hileghem Carolus Ludovicus, geboren te Opwijck den 8 Februari 1883,
militiaan der klas van 1903, soldaat ingelijfd in het 8ste Linieregiment 6de
Bat. 4de Komp., stamnummer 50786, ongehuwd, zoon van Petrus Joannes en van
Verheirstraeten Ludovica-Josephina, landbouwers te Opowijk. Gesneuveld te
Cognelée den 22 Augustus 1914 ?
11°) Roemendael Jozef, geboren te Opwijck den 31 Mei 1890, oorlogsvrijwilliger,
soldaat ingelijfd bij het 3de Regiment Genie, stamnummer ?, ongehuwd, zoon van
wijlen Carolus Ludovicus en van Nathalie-Emiliana Moens, in leven te Opwijck.
Gesneuveld te Fontgombault.
12°) Schotmans Louis Juliaan Remi, geboren te Sint-Jans-Molenbeek den 30 Mei
1998, oorlogsvrijwilliger, soldaat ingelijfd bij het 2de Linieregiment,
stamnummer ?, ongehuwd, zoon van wijlen Petrus Augustinus en van Verdoodt Joanna
Maria, in leven te Opwijck (vermist).
13°) Verwimp Joannes (of Jules) Alphonsius, geboren te Oolen den 2 November
1888, gendarm, ongehuwd, zoon van ???, gesneuveld te Westvleteren den 23 Mei
1918.
Aanvaard, Mijnheer den Minister, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
Den Heere Minister van Landsverdediging te Brussel
N° 1058 Nieuw kerkhof
Opwijck, den 27 Sept. 1922
Mijnheer de Secretaris,
Ik heb de eer UEd. de volgende inlichtingen te verschaffen.
De bevolking onzer gemeente, deze der parochie Droeshout afgetrokken, is 5002
inwoners.
De oppervlakte van het kerkhof van het centrum is 26,50 aren.
De oppervlakte van het eerst voorgestelde terrein voor het nieuw kerkhof is
ongeveer 1 hectaar.
De volgende begrafenissen hebben er op het kerkhof van het centrum plaats gehad:
In 1912 – 89 begrafenissen 1917 – 90 begrafenissen
1913 – 85 begrafenissen 1918 – 104 begrafenissen
1914 – 81 begrafenissen 1919 – 64 begrafenissen
1915 – 107 begrafenissen 1920 – 51 begrafenissen
1916 – 93 begrafenissen 1921 – 67 begrafenissen
Aanvaard, Mijnheer de Secretaris, de verzekering mijner hoogachting,
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Secretaris der Provinciale Geneeskundige Commissie, Palais d’Egmont,
Brussel
N° 1061 Gebruik der talen in bestuurszaken
Opwijck, den 30 Sept. 1922
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan uwen brief van den 22 Sept. laatstleden, A.D. n° 21090/604,
hebben wij de eer UE. te laten weten dat in onze gemeente de vlaamsche taal
uitsluitend gebruikt wordt in bestuurszaken en dat er desaangaande door ons
gemeentebestuur geen andere besluiten genomen worden.
Tezelfdertijd maken wij UE. kenbaar dat onze gemeenteraad niet uitgenoodigd
geweest is, bij toepassing van art. 4 der wet door een verzoekschrift
onderteekend doo 20 t.h. der gemeentekiezers, om de aan het publiek gerichte
berichten en mededelingen in de twee talen op te stellen;
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
N° 1065 Oorlogsschade Deridder Eduard Jozef
Opwijck, den 7 Oct. 1922
Mijnheer de Staatscommissaris,
Als gevolg op uwen brief van den 3 Oct. laatstleden, dossier n° 137650 DP, heb
ik de eer UEd. te laten weten dat de genoemde Deridder August Eduard, overleden
door ongeval te Opwijck den 23 Februari 1919, op het oogenblijk van zijn
overlijden de steun zijner ouders niet was, maar het later kon worden. De vader
Deridder Eduard Jozef heeft nog twee andere kinderen van het vrouwelijk
geslacht, die later zijn steun zouden kunnen worden.
Het ongeval is voorkomen door ontploffing eener obus, door de Duitschers
achtergelaten, waarmede de kinderen speelden.
Aanvaard, Mijnheer de Staatscommissaris, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
Den Heere Staatscommissaris bij de Rechtbank van oorlogsschade, Kleine
Karmelietenstraat 37, Brussel
N° 1068 Krijgsbegravingsdienst
Opwijck, den 11 October 1922
Mijnheer de Bevelhebber,
Ik heb de eer UE?. te laten weten dat de ouders van den voor het Vaderland
gestorven soldaat Daese Alfons van Gent, alhier in het gesticht Lindemans,
ambulantie van het Roodkruis, ten gevolge zijner wonden overleden, den 28
September 1914, verlangen de stoffelijke overblijfsels van hunnen zoon te doen
ontgraven en naar Gent te vervoeren.
Gelief ons zoohaast mogelijk te laten weten of de krijgsbegravingsdienst onder
uwe bevelen, zich hiermede zou gelasten, en welke formaliteiten er vanwege ons
gemeentebestuur te vervullen zijn. Vallen al de kosten van vervoer tenlaste van
den Staat ?
In afwachting, Mijnheer de Bevelhebber, onmiddellijk een antwoord te ontvangen,
bied ik UE. met mijne dankbetuigingen, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Bevelhebber, Bestuurder der Krijgsbegravingsdienst te Mechelen.
N° 1057 Spinoy Henri
Opwijck, den 16 Nov. 1922
Mijnheer de Ontvanger,
Als gevolg van uwen hierbijgevoegden brief van den 8sten dezer, heb ik de eer U
te laten weten dat twee huizen van den genaamden Spinoy Henricus staande te
Opwijck, eeksken, bijna gansch den oorlog door de Duitschers zijn betrokken
geweest, en daarna door de vluchtelingen, tot het einde van het jaar 1918. Een
derde huis is ook nog door vluchtelingen betrokken geweest, van 30 Juni 1917 tot
op het einde van dit jaar. Al zijn bezittingen zijn niet betrokken geweest
N.B. De erfgenamen van Waveryns-De Cock Pieter zijn U reeds sedert eenige dagen
afgegeven geweest.
Aanvaard, Mijnheer den Ontvanger, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Ontvanger van Belastingen te Merchtem.
N° 1070 Archieven van den oorlog
Opwijck, den 25 Nov. 1922
Mijnheer de Arrondissementscommissaris,
Als gevolg aan uwen brief, ons toegekomen den 24 Nov. laatstleden, n° 4093E,
hebben wij de eer UE. te laten weten:
2°) dat wij zoohaast mogelijk de stukken en bescheiden die wij in ons bezit
hebben, betrekkelijk den oorlog en de duitsche bezetting aan de Algemeene
Rijksarchieven te Brussel zullen laten geworden;
Aanvaard, Mijnheer de Arrondissementscommissaris, de verzekering mijner
hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 1080 Rijksarchieven
Opwijck, den 6 December 1922
Mijnheer de Bestuurder,
Als gevolg aan uwen brief ons onlangs toegekomen aangaande de rijksarchieven,
hebben wij de eer U de mogelijke inlichtingen te geven betrekkelijk de artikelen
van uwe vragenlijst die ons aanbelangen:
Art. 1: Ja, De wapens der burgers zijn opgeëischt door het gemeentebestuur en in
veiligheid gebracht, ten einde alle moeilijkheden met de vijandelijke troepen te
vermijden.
Art. 2: Ja, ontrent 1500 inwoners zijn bij het naderen der Duitschers op de
vlucht geslagen.
Art. 3: Er werd een valsch gerucht verspreid dat de Duitschers al het mannenvolk
van 16 tot 60 jaren medenam. Meest allen vluchtten in het bosch van Buggenhout
en naar de forten van Antwerpen. Den zelfden avond en des anderdaags zijn bijna
al de vluchtelingen naar hunne wonin teruggekeerd. Men noemt het heden nog
loopende maandag.
Art. 4: Bij den inval, tijdens de geruchten in de gemeenten Opwijck, Buggenhout
en Lebbeke op 26sten September namiddag, hebben de Duitschers vrijwillig op het
gehucht eexken een tiental huizen met aanhoorigheden in brand gestoken. Gansch
den inboedel met meubelen en beesten zijn er in gebleven; de Duitschers verboden
de bewoners er iets uit te halen, velen wierden zelfs mishandeld. Een dertigtal
manspersonen (29) van voornoemde gehucht zijn aangehouden en naar het gehucht
Clei overgebracht, nabij den Provincialen steenweg van Vilvoorde naar Aalst. Een
dezer de genaamde De Keersmaecker Frans, landbouwer, oud 52 jaren, moest de
ransel van een Duitsche soldaat dragen, voor reden inbrengende dat hij de
Duitschers geschoten had, en wierd daarbij nog wreedelijk mishandeld. Op het
gehucht Clei gekomen zijnde, deden toen soldaten den valschen eed, dat zij hem
op een hunner soldaten hadden zien schieten. De brave man was gansch onplichtig,
want hij had zelfs zijn woning niet verlaten. Niettegenstaande hij gedurig
uitriep dat hij onplichtig was en om genade smeekte, wierd de ongelukkige eenige
minuten nadien voor den kop geschoten. De andere meegevoerden werden ook gedurig
bedreigd van doodgeschoten te worden. Zij zijn dan eindelijk verlost geweest
door tusschenkomst bij eenen duitschen officier der Heeren De Smedt Benoit,
Wynants Jozef, geneesheeren en Lindemans Jan leeraar, die hunne onplichtigheid
deden uitschijnen.
Art. 5: Het voedingskomiteit is op tijd ingericht door de overheden der
gemeente.
De scholen zijn gedurende verscheidene maanden gesloten geweest.
Art. 5: De 7 Februari 1917 zijn er 26 jongelingen door de Duitschers weggevoerd
om aan het front te werken. Meest allen hebben slechte behandelingen ondergaan,
bezonderlijk degene die weigerden te werken.
Art. 10: Er zijn meermalen paarden en koebeesten opgeëischt geweest alsook het
hop en de duiven.
Art. 11: De bevolking was in ’t algemeen bevreesd van de Duitschers.
Art. 12: Bij het vernemen van de wapenstilstand heerschte er een bijzondere
geestdrift onder het volk. De huizen werden bevlagd, men liep in groepen rond al
zingende en springende, en er wierd een goed glas gedronken. De verbonden
legertroepen werden bij de burgers met open armen ontvangen. De overheden werden
door het gemeentebestuur op het gemeentehuis plechtiglijk ontvangen en
verwelkomt, en er werden van wederzijds verscheidene aanspraken gedaan.
Art. 17: De ijzerenweg van Aalst naar Antwerpen is door de Duitschers opgebroken
geweest, van Aalst tot Londerzeel en al deze materialen zijn weggevoerd naar het
front.
Art; 19: De prijzen der granen en aardappelen welke door de landbouwers voor de
voeding der bevolking moesten geleverd worden, werden vastgesteld door de
bezetting.
Art. 21: Er zijn veel graan en aardappelen gesmokkeld geweest en verkocht aan
zeer hooge prijzen. Men spreekt van aardappelen tot 3,90 en 4,00 frs de 100
kilogr. en de tarwe tot (rogge) 800 tot 900 frs de 100 kilogr.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
De Heer Bestuurder / Voorzitter van de Commissie der Oorlogsarchieven, 105
nieuwlandstraat, Brussel
1923
N° 1027 Achtergelaten vee bij de aftocht des vijands
Opwijck, den 3
Februari 1923
Mijnheer de Bestuurder,
Als gevolg aan uwen brief van den 16 Januari laatstleden, heb ik de eer U
hieronder de namen en adressen op te geven van personen die ons bekend zijn en
in onze gemeente koeien zijn komen terughalen:
1°) De Ridder Jozef, landbouwer te Erpe, dorpstraat, eene koe
2°) Rogge weduwe, landbouwster te Waregem, Eertbrugge n° 72, eene koe
3°) De Meyer weduwe August, landbouwster te Oordegem, eene koe
4°) Casteels Adolf, landbouwer te OOrdegem, eene koe
5° Van Nijverseel, brouwer te Erpe, eene koe
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Bestuurder van de Dienst der liquidatie van het Nationaal Komiteit
(landbouwsectie) Koloniestraat 54, Brussel
N° 1050 Gemeentelijke gebouwen door oorlogsfeiten vernield
Opwijck, den 28 Februari 1923
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg aan uwen brief van den 26 Febr; laatstleden, n° 15111 4de afd.,
hebben wij de eer UE. de hierbijgaande staat, aangaande de gemeentelijke
gebouwen welke door oorlogsfeiten vernield werden, met een ontkennend antwoord,
terug te zenden.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 1057 Vlaamsche hoogeschool
Opwijck, den 7 Maart 1923
Mijnheer de Voorzitter,
Wij hebben de eer UEd. een uittreksel uit het register der beraadslagingen van
onzen gemeenteraad te laten geworden, betrekkelijk twee motiën aangaande de
vlaamsche hoogeschool.
Aanvaard, Mijnheer de Voorzitter,de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Voorzitter van den Senaat te Brussel
N° 1061 Belgische Dienst van Wedergaaf en Herstellingen
Opwijck, den
14 Maart 1923
Mijnheer de Directeur,
In antwoord op uwen brief van den 7 Maart laatstleden, n° V34476-ac465, heb ik
de eer U te laten weten dat wij hoegenaamd geen kennis hebben van de som die wij
nog zouden moeten betalen voor suikerkaarten. Telkens er eene betaling te doen
was voor levering van suiker of iets dergelijks, heeft de gemeente altijd de
bepaalde som door het Duitsch bestuur op de fakturen vermeld betaald, dewelke
dan ook voor de levering moest voldaan worden. Nooit is het gemeentebestuur
kennis gegeven dat er eene taks te betalen was.
Aanvaard, Mijnheer de Directeur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Algemeene Bestuurder van den Belgischen Dienst van Wedergaaf en
Herstellingen,
Aan den Heere Ingenieur G. Hennecart, Handelsstraat 3, Brussel
N° 1069 Gebruik der talen
Opwijck, den 27 Maart 1923
Mijnheer de Ingenieur,
In antwoord op uwen brief van den 23 Maart laatstleden, n° 12506, hebben wij de
eer U te laten weten dat ingezien al de inwoners onzer gemeente de vlaamsche
taal spreken, deze taal ingevolge art. 1 der wet van 31 Juli 1921 in onze
gemeente gebruikt wordt.
Aanvaard, Mijnheer de Ingenieur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
M. Piens, Eerstaanwezende Ingenieur van Bruggen en Wegen, Square Guttenberg 33,
Brussel
N° 1145 Oorlogsschade
Opwijck, den 13 Juni 1923
Mijnheer de Staatscommissaris,
In antwoord op uwe hierbijgevoegde brieven van den 2 en 8 Juni laatstleden, heb
ik de eer UEd. te laten weten dat het mij bekend is dat de Duitschers het
woonhuis met aanhoorigheden van den genaamden Michiels-De Pauw Henricus, staande
te Opwijck, eeksken, hebben in brand gestoken en dat met gansch den inboedel
door de vlammen werd vernield.
Al de kleedingstukken, schrijnwerkersgerieven, en kleine toebehoorden van eenen
dorschmolen, toebehoorende aan De Pauw Petrus Joannes, genoemd De Pauw Frans,
schoonbroeder van den voornoemde die met hem inwoonde, en waarvan er spraak is
in uwe brieven, zijn insgelijks door de vlammen vernield. Een uitgebreide lijst
is UEd. stuk per stuk hieraan opgegeven.
Aanvaard, Mijnheer de Staatscommissaris, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere G. Reinhoud, Kleine Karmelietenstraat 31, Brussel
N° 1228 Abnormale oorlogsuitgaven
Opwijck, den 18 Sept. 1923
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg op uwen brief van den 11 Sept. llaatstleden, n° 17095/5122, 6de afd.,
hebben wij de UE. het hierbijgevoegde bulletin behoorlijk ingevuld te laten
geworden, aangaande de abnormale oorlogsuitgaven voor de jaren 1919-1920.
Hierbijgevoegd de bewijsstukken die wij nog in ons bezit hadden ter staving.
Tezelfdertijd laten wij UE. weten dat de som bestemd voor toelage aan het Bureel
van Weldadigheid tot 1919 maar 4500 frank beliep.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 1271
Opwijck, den 29 Oct. 1923
Mijnheer de Staatscommissaris,
In antwoord op uwen hierbijgevoegden brief van den 23 October laatstleden,
hebben wij de eer U te laten weten dat de openbare overheid in onze gemeente
tijdens de bezetting niet ontbonden is geweest. Nochthans is het gemeentebesuur
van af de bezetting tot de wapenstilstand aan de uitvoerende macht der
Duitschers onderworpen geweest.
Aanvaard, Mijnheer de Staatscommissaris, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heere Beckers, Kleine Karmelietenstraat 31, Brussel
N° 6 Goedkoope woningen
Opwijck, den 10 Nov. 1923
Mijnheer de Directeur-Generaal,
Als gevolg aan uwen brief van den 8 November laatstleden, heb ik de eer U het
hierbijgaand formulier in dubbel afschrift te laten geworden, betrekkelijk den
woningtoestand en het getal nieuwe huizen, sinds den wapenstilstand opgebouwd,
om als woning te dienen.
Aanvaard, Mijnheer de Directeur-Generaal, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Theate, Directeur-Generaal bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid
te Brussel
1924
N°125 Aanleggen van een nieuw kerkhof
Opwijck, den 26 Febr. 1924
Mijnheer de Gouverneur,
Wij hebben de eer UEd. te laten weten, dat de gemeenteraad in zitting van den 22
Februari laatstleden, twee plaatsen voorgesteld heeft voor het aanleggen van een
nieuw kerkhof.
Gelief desaangaande zoohaast mogelijk een onderzoek te bevelen over de
geschiktheid van den grond.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner hoogachting.
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
N° 222 Gemeentearchieven
Opwijck, den 1 Juli 1924
Mijnheer de Gouverneur,
In antwoord op uwen brief van den 19 Juni laatstleden, n° 65412-1ste afd. 1ste
sectie, hebben wij de eer UEd. te laten weten dat er in onze gemeente een boek
van t’ kadaster bestaat, opgemaakt in 1640, er is ook nog een oude atlas,
waarbij een boek met uitleg, beiden van 1726, sedertdien zijn er geene boeken
meer opgemaakt, hetzij de hedendaagsche bestaande. De gemeentesecretaris die 28
jaren dienst telt, als ook de oudste raadsleden, herinneren zich niet ooit
andere boeken gezien te hebben. Er bestaat alhier geen inventaris van de
gemeentearchieven.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 236 Troupes Allemandes
Opwijck, le 24 Juillet 1924
Monsieur le Subsitut,
Comme suite à votre lettre ci-annexée, du 22 courant, j’ai l’honneur de vous
faire connaître que d’après les renseignements reçus les troupes Allemandes qui
ont incendié sans motif une dizaine de maisons en notre commune le 26 Sep. 1914,
étaient des fantassins et appartenaient à la … 9 gem. …lg. Preuss. 4 E …
Division 9e bataillon sous les orders du colonel Meers(man). Elles étaient sous
le commandement du colonel Meersman. Un médecin nommé Speyer assurait leur
sevice sanitaire; Un docteur Panther servait comme adjoint sous ses orders. La
plupart d’entre eux étaient de Berlin ou des alentours.
Agreéz, Monsieur le Substitut, l’assurance de ma consideration distinguee,
Le Bourgemestre
(signé) Jos Wynants
A Monsieur le Subsitut de l’Auditeur militaire, rue des Minimes 21, Bruxelles
N° 308 Gemeentearchieven
Opwijck, den 4 October 1924
Mijnheer de Gouverneur,
Als gevolg op uwen brief van den 5 Sept. laatstleden, n° 65412/20558c-20DG-1ste
afd, hebben wij de eer UEd. een afschrift te laten geworden van den inventaris
van onze gemeentearchieven.
Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
N° 320 Militaire grafsteden
Opwijck, den 21 October 1924
Mijnheer de Bestuurder,
Wij hebben de eer U beleefd te verzoeken ons te willen doen kennen wanneer de
stoffelijke overblijfsels der voor het Vaderland gestorven soldaten, die op ons
kerkhof berusten, zullen ontgraven worden. Deze inlichting is U gevraagd
teneinde te weten of wij er voor 11 November aanstaande nog kosten van
herstelling en versiering moeten aan doen.
Aanvaard, Mijnheer de Bestuurder, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Bestuurder der Militaire Grafsteden te Brugge.
N° 331 Opwijck,
den 3 November 1924
Mijnheer den Bevelhebber,
Als gevolg aan uwen brief van den 29 October laatstleden, n° 4599, heb ik de eer
U hierbijgevoegd te laten geworden een bewijs van toelating om tot de ontgraving
over te gaan van het stoffelijk overschot der twee Belgische militairen, De
Boeck en Glas, op het kerkhof onzer gemeente begraven.
Aanvaard, Mijnheer de Bevelhebber, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Bevelhebber van den Krijgsbegravingsdienst te Mechelen
1925
N° 410 oorlogsschade
Opwijck, den 22 Jan. 1925
Mijnheer de Staatscommissaris,
Ik heb de eer U de hierbijgevoegde verklaring te zenden, ten einde gevoegd te
worden bij het dossier der oorlogsschade onzer gemeente. Tezelfdertijd laat ik U
weten dat eene aanvraag tot vaststelling en raming der schade door de Duitschers
toegebracht aan onze schoolgebouwen en schoolmeubelen aan den Heer Voorzitter
van de Rechtbank voor oorlogsschade is toegestuurd.µ
Aanvaard, Mijnheer de Staatscommissaris, de verzekering mijner bijzondere
hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
De Heer De Vis, Staatscommissaris bij de Rechtbank van Oorlogsschade, avenue
Milcamp 128, Br.
N° 527 oorlogsgevangene Van Sande Ludovicus Prosper
Opwijck, den 8 Augusti 1925
Mijnheer de Minister,
Als gevolg aan uwen brief van den 4den dezer maand, n° c/113165/11753, heb ik de
eer UEd. de volgende inlichtingen te verschaffen, betrekkelijk den heer Van
Sande Ludovicus Prosper dezer gemeente.De belanghebbende is opgeëischt te
Londerzeel den 7 Februari 1917 en als dan naar Duitschland vervoerd in het kamp
van Alten-Grabau, waar hij gedurende zes weken heeft verbleven. Van daar is hij
naar Gelsdorf gestuurd om er bij de boeren te werken, waar hij tot 7 Juni 1917
is verbleven, op welken datum hij met zestien dagen verlof naar huis is mogen
komen. Hij is alsdan niet meer teruggekeerd naar Duitschland. De,n 17 Augusti
1918 is hij door de Duitschers terug gevangen genomen, en gedurende vijf weken
te Brussel in het ministerie opgesloten, alsdan is hij terug naar het kamp van
Alten-Grabau gezonden, van alwaar hij na tien dagen verblijf naar de fabriek van
Krüpp te Maagdenburg gestuurd werd om er te werken, waar hij is verbleven tot
den wapenstilstand. Hij heeft niet vrijwillig voor den vijand gewerkt.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Minister van Economische Zaken, Urselinestraat 27, Brussel
N° 557 Oorlogsweezen
Opwijck, den 18 sept. 1925
Mijnheer de Vrederechter,
Als gevolg van uwen brief van den 19 dezer maand, heb ik de eer U hieronder de
namen en woonplaatst te doen kennen van de Opwijcksche oorlogsweezen:
1°) Abbeloos Adolphus-Donatus, °Opwijck 11 September 1914, nu te opwijck,
Nijverseel n° 2, voogd:
Abbeloos Cesar, Sint-Gillis-Dendermonde, Dendermondestraat
2°) Hermus Elisabeth, °Opwijck 27 November 1907, wonende te Opwijck, Mansteen n°
12
Hermus Bernard, °Opwijck 8 Februari 1914, wonende te Opwijck, Mansteen n° 12,
De ouders beide overleden, voogd: De Meersman Jan, agent-politieopzichter te
Anderlecht
3°) De Keersmaecker Jan-Baptist, °Opwijck 6 Februari 1906, wonende te Opwijck,
Eeksken n° 31,
de ouders beide overleden, voogd: De Keersmaecker Frans-Xaveer te Koekelberg,
Steenweg
van Jette, n° 350
4°) Lambrechts Raymond-Theophiel, °Opwijck 7 Juni 1908, wonende te Nijverseel n°
86
Lambrechts Leopold-Alfons, °OPwijck 4 April 1910, wonende te Nijverseel n° 86,
voogd:
Lambrechts Benedictus, wonende te Opwijck, Nijverseel n° 86
5°) Marievoet Jozef-Judocus, °Opwijck 20 April 1906, wonende te Opwijck,
Kalkestraat n° 261
Marievoet Cecile-Maria, °Opwijck 26 November 1907, wonende te Opwijck,
Kalkestraat n° 261
Marievoet Karel-Lodewijk, °Opwijck 2 December 1909, wonende te Opwijck,
Kalkestraat n° 261
Marievoet Paula-Maria-Josepha, °Opwijck 8 Augustus 1914, wonende te Opwijck,
Kalkestraat
n° 261, de moeder nog in leven, voogd: Marievoet Petrus, metser, wonende te
Buggenhout,
Ravenstraat
6°) Vandenbroeck Livina, °Opwijck 27 December 1914, woont te Opwijck, eeksken n°
19, moeder
nog in leven, voogd: Vandenbroeck Désiré, woont te Buggenhout, Kalkestraat
7°) Vereertbrugghen Eduard, °Opwijck 28 November 1907, woont te Opwijck
Neerveldestraat n° 12
Vereertbrugghen Hendrik, °Opwijck 26 Juli 1909, woont te Opwijck Neerveldestraat
n° 12
Vereertbrugghen Ludovicus-Philippus, °Opwijck 20 October 1911, woont te Opwijck
Neerveldestraat n° 12, de moeder nog in leven, voogd: Vereertbrugghen Henricus,
woont
te Ganshoren, Vandervekenstraat n° 109
8°) Beeckman Albert, °Opwijck 7 April 1907, wonende te Opwijck, Heirbaan n° 40
Beeckman Amandus, °Opwijck 14 September 1908, wonende te Opwijck, Heirbaan n° 40
Beeckman Ludovicys-Jos., °Opwijck 30 October 1911wonende te Opwijck, Heirbaan n°
40,
Moeder nog in leven, voogd: Beeckman Emiel, Baesrode, Mannekensstraat
9°) Janssens Adolf, °Opwijck 12 Juli 1911, woont te Opwijck, Heirbaan n° 54,
moeder nog in leven,
Voogd: Janssens Philip, woont te Brussel, Bloemenstraat n° 36.
Aanvaard, Mijnheer de Vrederechter, de verzekering mijner bijzondere
hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
De Heer Vrederechter
1926
N° 691 Monument der gesneuvelden
Opwijck, den 21 April 1926
Mijnheer Creten,
Wij hebben de eer U beleefd te verzoeken zoohaast mogelijk te willen komen
nazien in welken staat het monument der gesneuvelden, hetwelk door uwe zorgen is
opgericht, zich thans bevindt.
Daar er in onze gemeente in den loop der maanden Mei-Juni verscheidene
feestelijkheden plaats hebben, zou het ons aangenaam zijn, kon die huidige staat
verbeterd worden.
Gelief dit schrijven mede te deelen aan den Heer Bracke.
Wil ons eenige dagen op voorhand van uwe komst verwittigen.
In afwachting, Mijnheer Creten, desaangaande zoohaast mogelijk een antwoord te
ontvangen, bieden wij U, met onze voorbarigen dank, de verzekering onzer
bijzondere hoogachting,
De Burgemeester & Schepenen
(get.) Jos Wynants
De Heer Victor Creten, architect, Rue de Corrège 34, Bruxelles
N° 830 Verdeeling der steenkolen
Opwijck, den 26 Nov. 1926
Mijnheer de Minister,
Ingevolge de bepalingen van het artikel 3 van het Koninklijk Besluit van den 8
November 1926, heb ik eer UEd. de hierbijgaande lijst te laten geworden,
betrekkelijk het aantal huisgezinnen en openbare instellingen, waar steenkolen
ontbreken, alsmede de gewoonlijk gebruikelijke soort, de hoeveelheid welke voor
het verbruik van een maand, als ook het adres van de personen waar de kolen
dienen gestuurd en die voor de betaling verantwoordelijk zijn.
Aanvaard, Mijnheer de Minister, de verzekering mijner bijzondere hoogachting.
De Burgemeester
(get.) Jos Wynants
Den Heer Minister van Nijverheid, Arbeid en Maatschappelijke Voorzorg (Beheer
van Mijnweezen)
te Brussel
Lijst van de personen die oorlogsschade vroegen + info
N° 281 (14-08-1920) Van de Velde Jean en Van Sande Prosper (weggevoerden)
N° 365 (03-11-1920) Weduwe Marievoet en kinderen (oorlogswezen ?)
N° 380 (13-11-1920) Weduwe Marievoet (behoeftig en geen steun meer voor de wezen)
N° 442 (07-01-1921) Saerens Jean (wet van 10 Juni 1919)
N° 491 (15-02-1921) De Donder Jean Alphonse (gekwetst door een Duitse geweerkogel op 10 oktober 1917)
N° 459 (28-02-1921) Van Bosbeke Joannes
N° 580 (03-08-1921) De Backer Jacobus (Haanhofstraat, opgeëiste, zeer behoeftig)
N° 605 (29-08-1921) Seghers Pieter (vroeger Opwijk, beesten door Duitsers in beslag)
N° 774 (14-11-1921) Esselens Louis (landbouwer)
N° 883 (07-03-1922) De Backer Jacob (voldaan)
N° 923 (25-04-1922) Van Bosbeke Jan (voldaan)
N° 924 (27-04-1922) de Backer Jacob (voldaan)
N° 926 (29-04-1922) Heyvaert Frans (voldaan)
N° 980 (04-07-1922) Willems Philemon (aangifte)
N° 1051 (19-09-1922) Van Handenhove-Van Gerwen Francisca (en 5 kinderen, Hulst 17, met klein landgebouw –deels verpacht- en 64 a grond bewerkt)
N° 1052 (19-09-1922) Robberecht Jan Baptist (Langevelstraat 16, klein landgebouw, 3 kinderen, en 33 a huurgrond)
N° 1065 (07-10-1922) Deridder August Eduard (+ door ongeval op 23-2-1919, door ontploffing van een obus)
N° 1057 (16-11-1922) Spinoy Henri (huizen op het eeksken, bezet door de Duisers en door vluchtelingen)
N° 1082 (11-12-1922) Spinoy Louis (voldaan)
N° 1051 (28-02-1923) Deroep Henricus Livinus (overleden op 1-6-1921)
N° 1066 (21-03-1923) Van den Meersche Judo Adolf (Broekstraat 20 – voldaan)
N° 1068 (26-03-1923) Heyvaert Petrus Josephus (Nijverseel 124 – voldaan)
N° 1112 (16-05-1923) Van Biesen Joannes (Nijverseel 50 – aanvraag)
N° 1137 (08-06-1923) Rovvul Louis (voldaan)
N° 1145 (13-06-1923) Michiels-De Pauw Henricus (huis en inboedel Eeksken verbrand + dorsmolen schoonbroer De Pauw Petrus Joannes)
N° 26 (23-11-1924) De Meersman Pierre Joseph (Mansteen, stwg op Mollem 12)
N° 474 (10-06-1925) Vermoesen Albert (sedert 24-1-1922 te Jette, La Hagestr. 6A)
N° 572 (06-10-1925) Van Stichel Jozef (voldaan)
N° 617 (30-12-1925) Breckpot
N° 718 (11-06-1926) Cooreman-De Backer Frans (2 paarden aangeslagen, 1100 kg aardappelen en vier varkens)
N° 829 (25-11-1926) Jacobs Benedictus
N° 829 (25-11-1926) De Clerck Petrus Joannes
N° 1188 (18-03-1927) Jacobs Henri (ontvangt 250 frank)
N° 99 (07-10-1927) Van Bosbeke Jac. (bewijs)
N° 151 (28-12-1927) De Boeck Adolf Frans (°Opwijk 23-5-1893, verschillende veroordelingen)
N° 154 (11-04-1930) Jacobs Benedictus (ontvangt 300 frank)
N° 159 (23-04-1930) De Clerck Jan (ontvangstbewijs)
N° 198 (19-07-1930) Saerens Louis (ontvangstbewijs)
Lijst van de weggevoerde personen
N° 817 (28-12-1921) Roelan(d)t Joannes Baptiste
N° 917 (19-04-1922) Rottiers Adolf (vergoeding 400 frank ontvangen)
N° 918 (21-04-1922) Markey Emiel (geneesheer, was geteisterd te Waasten)
N° 951 (06-06-1922) Rottiers Adolf (weg uit Opwijk, naar Hombeek, Kortstraat 22)
N° 489 (29-06-1925) De Cuyper Petrus Clement (°Moorsel 8-2-1895)
N° 527 (08-08-1925) Van Sande Ludovicus Prosper (cfr. brief)
N° 533 (14-08-1925) De Pauw Joannes Franciscus (°Opwijk 27-10-1895)
N° 533 (14-08-1925) De Pauw Judocus Antonius (°Opwijk 17-1-1897)
N° 829 (25-11-1926) Jacobs Benedictus
N° 829 (25-11-1926) De Clerck Petrus Joannes
N° 832 (02-12-1926) De Donder Carolus Frans