Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Naar bovenregel pagina: dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Rechter-
muisknop

  

  

Parochieverslag Opwijk


N° 526 Opwijck St Paulus:

1. Bestuurlijke ligging (provincie, arrondissement, kanton, gemeente, dekenij).

Natuurlijke ligging der parochie, voor zooveel deze ligging van aard is sommige feiten beter in 't licht te stellen.

Opwijck is gelegen aan het Noord-Westelijk uiteinde der provincie Brabant en grenst aan drie gemeenten van Oostvlaanderen: Baardegem, Lebbeke en Buggenhout .

Opwijck maakt deel uit van het arrondissement Brussel, het kanton en de dekenij Assche.

Opwijck is gelegen aan de groote kasseide van Dendermonde naar Brussel, den spoorweg tusschen deze twee steden en den spoorweg van Aalst naar Antwerpen. Deze laatste is tijdens den oorlog opgebroken door de Duitschers.

2. Maatregelen bij den inval getroffen door de Belgische burgerlijke en krijgsoverheid en door de geestelijkheid.

De twee spoorwegen werden bewaakt door de Burgerwacht voor het begin der vijandelijkheden. De geestelijkheid zorgde voor het in veiligheid brengen der Remonstrancie (de beste onzer kerk, een stuk van groote waarde), voorts voor de kelken, de Godslampen en ander zilverwerk. Dit alles is buiten het bereik der vijanden en onbeschadigd gebleven. Op de kap van de toren der kerk hebben de Duitschers kort voor den wapenstilstand een gat gemaakt, dat bestemd was om de aankomst der legers van de Bondgenooten te bespieden. Doch zij hebben den tijd niet gehad om er gebruik van te maken.

3. Houding der krijgsoverheid - Gesteltenis der soldaten - De vrijwillige dienstneming.

De Belgische krijgsoverheid zorgde onverwijld voor het binnenroepen der soldaten. Deze schenen vol vaderlandsliefde en waren spoedig op hunnen post.

4. Gesteltenis der burgerlijke bevolking gedurende de eerste weken van den oorlog. Eenige feiten in 't bijzonder: kerkelijke diensten, 't bijwonen der H. Mis, 't naderen tot de Sacramenten.

De bevolking in 't algemeen was met schrik bevangen, vooral wanneer er vluchtelingen toekwamen van Lebbeke, die verhaalden hoe wreed de Duitschers in hunne gemeente handelden. De goddelijke diensten in de parochiekerk werden veel meer bijgewoond en het naderen tot de HH. Sacramenten nam merkelijk toe. Alle avonden had er eene boetprocessie plaats naar de kapel van St.-Paulus, patroon der parochie. Men bad den H. Rozenkrans en zeer talrijk waren de deelnemers. Deze processie had plaats tot op zekeren avond er Duitschers in het Dorp vielen bij het binnenkomen der processie in het dorp. Van den volgenden dag werd de Rozenkrans gebeden in de kerk: 3 paternosters met de Litanie van alle Heiligen. Later, als het wat rustiger was, bad men nog 1 paternoster met dezelfde Litanie of die van het H. Hart of van O.L.Vrouw. Dit werd voortgezet tot aan den wapenstilstand, doch de deelneming der geloovigen was langzamerhand fel verminderd.

5. De inval van den vijand.

Van den 20 Augusti 1914 rijdt de trein van Antwerpen op Aalst nog slechts tot Londerzeel. Langs de kasseide van Vilvoorde op Aalst trekken de Duitschers in groote troepen naar Aalst, men schat hun getal op 10.000.

Dienzelfden dag is er tusschen Opwijck en Assche eene vliegmachien der Duitschers gevallen en 1 der 2 inzittenden gedood. De verongelukte werd ter plaatse begraven nabij een bosch.

21 Augusti. Langs Droeshout trekt eene groote legerafdeeling, meest peerdevolk, door, nog in de richting van Aalst. De doortocht duurt rond de 3 uren. Daarna volgen nog patroeljen.

23 Augusti. 11 Uhlanen worden nagezet door 31 Belgische soldaten op de kasseide van Nijverzeel, doch zonder gevolg, tenzij dat eene vrouw onderweg gekwetst werd door eenen kogel in den arm.

24 Augusti. Om 12.50 ure zijn wij getuigen eener schrikkelijke paniek. Langs de kasseide van het Dorp naar het nieuw klooster, zien wij ontelbare manspersonen die naar ons Dorp komen gevlucht. Werklieden in hemdsmouwen en barrevoets vullen de banen en wegen. Allen zien er verschrikt uit en kunnen nog enkel den naam 'Duitschers’ uitspreken. Eindelijk is er toch iemand die te verstaan geeft dat de vijanden al het mannenvolk gevangen nemen en meevoeren. Wij vernemen verder dat zij gekomen zijn van Liedekerke, Teralfene, Esschene, Hekelgem, Meldert en Maxenzeel. Als ze een weinig bedaard zijn, vertellen ze, dat eene inwoner van Pamel of Liedekerke op de Duitschers geschoten had, en dat de Duitschers daarop al het mannenvolk gevangen namen en meevoerden. Daarop waren de overige mannen allen op vlucht gegaan; zoo zij zegden trokken zij naar de forten van Antwerpen. Vele lieden uit Opwijck maakten ook hun pak en trokken mede. Er waren zelfs vrouwen, die uit schrik hunnen echtgenoot om zoo te zeggen dwongen om te vertrekken. Doch er waren geene Duitschers te zien en rond den avond kwamen er reeds veel vluchtelingen terug en 's anderendaags volgden de anderen. Alles eindigde op eenen schaterlach en men mocht de spreuk toepassen: Einde goed, alles goed.

25 Augusti. 250 vrijwillige Belgische verkenners stappen hier van den trein van Brussel.

26 Aug. Een verdachte kerel wordt hier aangetroffen. Hij schijnt een Brusselaar te zijn en wordt aan de militaire macht van Dendermonde overgeleverd.

27 Aug. Voortdurend vliegers. Kanongebulder naar het zuiden.

31 Aug. Talrijke Duitsche patroeljen in Opwijck. Zij kampeeren op de Klei en in een bosch op Nijverzeel. Zij rooven kiekens. Op het gemeentehuis veel werk met de reispassen.

1 Sept. Schermutselingen tusschen patroeljes. 4 maal vliegers te zien. 's Avonds brand te Merchtem.

2 Sept. Zeppelins in den nacht gehoord en gezien. Richting Dendermonde-Antwerpen. Wederom patroeljes te zien. Rond den avond komen een 300 tal Duitschers van Merchtem en begeven zich naar onze statie. Een deel trekken verder terwijl de overigen de statie binnengaan. Weldra hoort men een tiental hevige knallen. De Duitschers hebben de brandkas in de statie en 4 semaphores doen springen. Rond 9 ure trekken ze terug.

3 Sept. Schermutselingen in de Heirbaan. Er komt verbod de klokken nog te luiden.

4 Sept. Gedurige Aanbidding in onze kerk. Van 2 1/2 ure tot 10 uren 's avonds trekken Duitsche troepen langs Nijverzeel naar Lebbeke en verder naar Dendermonde. 's Avonds komen Duitschers met 2 locomotieven en 1 wagen de statie gedeeltelijk in orde brengen. Wederom brand te Lebbeke.

5 Sept. Op Droeshout in den vooravond doortocht van 68 wagens en 18 kanons. Kanongebulder heel den dag. Nogmaals brand in Lebbeke.

7 Sept. Veel Duitsche wagens, auto’s, ambulancie en 2 kolonnen voetvolk trekken door langs Droeshout.

8 Sept. 's Namiddags bezoek van Belgische Chasseurs. De vluchtelingen van Lebbeke trekken naar huis na hier 1 1/2 week verbleven te hebben.

9 Sept. 's Namiddags 5 Duitsche soldaten, hier op eene kar toegekomen, worden in het Dorp gevangen genomen door Belgische chasseurs. 's Avonds vertrekken er 56 chasseurs.

18 Sept. Een Duitsch soldaat heeft zich 's nachts gezelfmoord op eenen zolder van een ledigstaande huis te Nijverzeel. Al de burgers uit de buurt worden aangehouden en ondervraagd. Wanneer de zaak opgehelderd is worden de burgers in vrijheid gesteld en de doode wordt op eenen boomgaard begraven. Hij had zich met zijn eigen geweer eenen kogel door den kop geschoten.

Zondag 20 Sept., kort voor 9 uren wordt onze eerw. Heer Pastoor door 4 Duitsche soldaten in de pastorij aangehouden en één hunner neemt hem mede naar den Commandant op Droeshout. Men brengt hem daar in eene herberg waar 16 soldaten in het strooi liggen te slapen. De Commandant, met Duitsche beleefdheid, keert zich met den rug naar den eerw. Heer. Nu volgt de ondervraging. Zijt gij de Pastoor van Opwijck? - Ja, Mijnheer. - Gij zijt beschuldigd eenen draadloozen telegraaf aan uwe woning geplaatst te hebben en van spioenen op den toren uwer kerk toegelaten te hebben.

De eerw. Heer Pastoor ontkent dit alles en zegt dat hij de Pastoor is van Opwijck, doch niet van Droeshout. - Est-ce que vous dites vérité? Vous êtes mon prisonnier. Die beschuldigingen steunen op een eindje ijzerdraad op den toren der kerk van Droeshout ontdekt door den Duitschers.

Dit alles duurt tot rond 2 uren, wanneer de eerw. Heer vrijgelaten wordt. De meid van den Heer Pastoor en Emiel Buggenhout, hulponderwijzer, hadden den Heer Pastoor gevolgd om den uitslag te vernemen en tot 20 minuten voor 12 ure waren ze op Droeshout gebleven, eerst buiten, daarna in een naburig huis. Dan mochten ze weerkeeren, doch elk afzonderlijk. Emiel maakte eenen omweg langs Maxenzeel en verder langs Hulst en kwam om 1 uur te huis. De eerw. Heer Pastoor geraakte slechts te huis om 2 ure.

22 Sept. Schermutselingen op Nijverzeel.

23 Sept. Duitsche patroeljen vernachten in het Dorp.

24 Sept. Reeds vroeg komen er weer Duitsche patroeljen. Na 9 ure nu en dan geschut. In den namiddag vliegers, tot 3 gelijk.

25 Sept. Kanongeschut van 8 tot 12 ure, richting Dendermonde.

26 Sept. Duitsche troepen trekken door, voetvolk en kanoniers. Van 's morgens af gevecht, richting Buggenhout. Vermindert om 12 ure en hervat om 2 1/2 ure heviger. Opwijck dreunt van de kanonschoten. Ook geweer- en mittrailleusenvuur. Een eerste Duitsche gekwetste wordt naar de ambulancie Lindemans gebracht. Onze ambulanciers, Leo en Emiel, worden geroepen. Bij hunne aankomst liggen er reeds 4 gekwetsten, waaronder 3 zwaar gewond.

Rond 5 uren is de strijd hevigst: granaten en ballen vliegen in ons Dorp, stukken ijzer op vele plaatsen; eenige huizen worden beschadigd. De strijd heeft vooral plaats op Opstal en Eeksken. Op het Eeksken zijn de vrouwen en de kinderen gevlucht, terwijl de mannen gevangen genomen worden. Een tiental huizen worden in brand gestoken, zonder dat het de bewoners toegelaten wordt er iets uit te halen. Voor het huis van Frans De Keersmaecker is een gekwetste Duitsche soldaat gevallen en blijft er dood ter plaatse. Daarop wordt De Keersmacker beticht op dien soldaat geschoten te hebben. Zijne verrechtveerdiging wordt niet aanhoord. Met gehuil en getier wordt zijne dood geeischt. 's Avonds wordt hij met de andere gevangenen meegenomen naar ons Dorp en verder naar het gehucht Mansteen. Onderweg wordt hij geslagen, gestampt en gestooten. Aan een veld gekomen wordt er een put gegraven, de onschuldige man wordt er voor geplaatst en doodgeschoten, waarna men zijn lijk in den put werpt en begraaft. Doch de andere gevangenen hadden dat schrikkelijk tooneel moeten bijwonen met den doodsangst op het lijf. Nu wilden de barbaren hun moordtooneel voortzetten op andere gevangenen, toen de Duitsche docter ter plaats kwam en gebood de slachting te staken. Onze goede Heer Burgemeester Dr De Smedt had zijnen invloed gebruikt om den krijgsdoctor te bewegen zijnen invloed te pand te stellen om die onschuldigen te redden.

De gevangenen worden teruggebracht naar het Dorp en vernachten in de Sint-Pauluszaal waar zij blijven tot Zondag noen.

De volgende week werd De Keersmaeker ontgraven en 's Woendags om 8 uren begraven op ons kerkhof met eenen Belgischen soldaat, Alfons Daese van Gent, in de ambulancie Lindemans aan zijne wonden bezweken.

In den nacht volgende op de moord van De Keersmaeker zweeg het kanon rond 8 ure, doch geweerschoten hoorde men den ganschen nacht.

De 4 gekwetsten der ambulancie werden door de Duitschers op eene boerenkar gelegd en vervoerd in de richting van Merchtem, niettegenstaande hunnen erbarmelijken toestand.

Zondag 27 Sept. Rond 7 ure vallen hier ruim 500 Duitschers binnen het Dorp. Zij komen van Droeshout en trekken recht naar de kerk. In het doorgaan komen zij aan het kerkhof en slaan met hunne geweren 4 arduinen staken aan stukken, die dienen tot afsluiting van het Kerkhof. Zij begeven zich naar de statie en verder naar het Eeksken, van waar zij een hevig kanonvuur beginnen, dat duurt tot 11 ure.

Dien dag hadden er slechts 2 gelezen missen in de kerk plaats en geene hoogmis noch lof. In de kerk waren al de geloovigen onder de eerste missen op vlucht gegaan. De inwoners hielden zich schuil in hunne kelders of gemaakte putten, of gingen op de vlucht.

21 gekwetsten, waaronder 4 Belgen, werden dien dag nog naar de ambulancie gebracht.

's Avonds, wanneer de vorige gekwetsten weggevoerd zijn, komen er nog verschillende karren met gewonden toe van Lebbeke. Ook nog 3 gewonde Belgen, waaronder 1 ambulancier en 1 krijgsgevangene. Allen worden weggevoerd, behalve Alfons Daese, die te zwaar gekwetst was.

30 Sept. Begrafenis om 8 ure van fr. De Keersmaeker en Alf. Daese. De eerste wordt gedragen door 4 mannen van 't Eeksken en Daese door 4 ambulanciers. De dienst wordt wel bijgewoond.

2 Oct. Het is heden de 8ste dag, dat wij onafgebroken het kanon hooren.

Zondag 4 Oct. Er komen veel vluchtelingen uit Dendermonde en St-Gillis. Onder de 1ste Mis, kortstondige paniek in de kerk, vlucht langs de sakristij. Rond den noen aankomst van 200 Duitsche pionniers.

5 Oct. Vertrek der pionniers. 7 Duitsche ambulanciers op logist.

7 Oct. Veel werk met de vluchtelingen, die in de school logeeren en moeten gevoed worden.

8 Oct. 14de dag van strijd. Veel Duitsche soldaten met wagens. Ze vernachten in de school.

Zondag 11 Oct. De overgebrachten van Sint-Gillis trekken huiswaarts. In de Hoogmis 7 Duitsche kathol. soldaten, bedienden der statie. Een eigenaardig gebruik: bij het uitgaan der kerk maken zij eerst een kruis met wijwater, dan een tweede met den duim, zooals wij aan het Evangelie, en knielen dan nog eens.

12 Oct. 's Avonds peerden en voetvolk. 200 soldaten in de school.

13 Oct. Langs Droeshout duurt de doortocht sedert Woensdag voort van soldaten met wagens. Ook een tiental koeien. De Duitschers vertrekken uit Opwijck. In den namiddag komen er weer anderen, waarbij eene afdeeling bakkers.

Donderdag 15 Oct. Na den noen trekt hier eene afdeeling Duitschers voorbij naar Baardegem met muziek en zang.

Vrijdag 16 Oct. Vluchtelingen uit de omstreken van Mechelen en Eppegem, die naar huis trekken, komen hier toe. Eenige vrouwen vernachten in het klooster, de mannen bij de burgers.

Zaterdag 17 Oct. Er komen nieuwe vluchtelingen. De Duitsche bakkerij is in werking. Geschut naar 't Zuiden.

Maandag 19 Oct. Nieuwe vluchtelingen trekken door. Nog altijd geschut.

Dynsdag 20 Oct. Wij tellen 317 aankomende vluchtelingen.

Woensdag 21 Oct. Nog 318 vluchtelingen. Donderdag nog 81, Vrijdag nog 66 terugkeerende vluchtelingen. Al de vorigen komen langs het Dorp, maar velen nog reizen langs de kasseide van Droeshout op Vilvoorde.

Vrijdag, om 3 ure. Een groote verhuiswagen uit Waregem, geladen met kruiwagens en reisgoed, trekt door naar de omstreken van Mechelen.

De volgende week nog altijd vluchtelingen, doch in kleiner getal. Eenige vluchtelingen uit Opwijck komen ook terug.

7. Houding van het Duitsche gezag ten opzichte der plaatselijke overheid, der geestelijken en van den eeredienst.

De plaatselijke overheid had weinig of niets meer te zeggen. Heele dagen zaten de Duitschers op het gemeentehuis met bevelen die zonder uitstel moesten volbracht worden. Men was verplicht het getal bedienden te verdubbelen om al hunne bevelen te volbrengen. Alle dagen was het een aanhoudend verschijnen van burgers, die voor de eene of andere zaak moeten komen uitleg geven of toelatingen vragen.

De kerkelijke plechtigheden.

Het luiden der klokken was verboden van op 3 September 1914.

De brieven of mandementen van onzen Doorluchtigen Kardinaal mochten in de kerk niet gelezen worden, met bedreiging van het sluiten der kerk. Die brieven moesten zelfs aan de Duitschers afgegeven worden.

Kort voor den wapenstilstand was een Duitsch op den toren der kerk geklommen en had een groot gat in de kap gemaakt, om van daar de beweging der gealliëerde legers te bespieden, toch dit heeft tot niets meer gediend.

De Geestelijkheid. Vijandige houding der Duitschers te hunnen opzichte.

De eerw. Heer Pastoor Van der Velpen.

De eerw. Heer Van Gestel, onderpastoor. Aan onzen ijzerenweg werkten eenige Opwijksche jonge lieden voor de Duitschers. De eerw. Heer Van Gestel deed hun opmerken dat hunne handelwijs strijdig was tegen de vaderlandsliefde en dat zij te gelijker tijd geen loon konden trekken van de Belgen en van de Duitschers. 3 of 4 misnoegden gingen zijne woorden overbrengen aan de Duitschers. De eerw. Heer werd vervolgd en veroordeeld tot gevangzitting.

De eerw. Heer Walgrave, rustend onderpastoor. Binnen den oorlog waren er in Opwijck ook eenige aktivisten die meeheulden met de aktivisten van Merchtem, die aan het hoofd van de beweging stonden in ons kanton. Een drukker van Merchtem bevond zich ook bij die ruststoorders. Op zekeren dag trok de eerw. Heer Walgrave met den wagen van den Opwijckschen voerman Emiel Abbeloos naar Brussel. Te Merchtem kwam de aktivistische drukker dier gemeente ook op het voertuig en weldra begon er eene woordenwisseling tusschen den eerw. Heer Walgrave en den aktivist. Daar deze laatste nogal veel harde waarheden te hooren kreeg en zich niet kon rechtvaardigen, besloot hij zich te wreken. Hij diende eene klacht in bij de Duitschers en de eerw. Heer werd veroordeeld tot eene boet van 1000 mark.

De Plechtige Communie der kinderen, vergelijkende tafels.

In   1913      124     Plechtige Communiën.

      1914        90           "               "

      1915        86           "               "

      1916      120           "               "

      1917        88           "               "

      1918      136           "               "

Buitengewone diensten.

Wekelijks werd er eene gezongen mis opgedragen voor de gesneuvelde soldaten. Er werd ook nog een plechtige dienst met algemeene communie en sermoon door den eerw. Pater Baeyens opgedragen, voor hetzelfde doelwit.

De Openbare zedelijkheid.

Deze had nogal te lijden ter oorzake van eenige slechte herbergen, waar danspartijen plaats hadden tegen den wil der gemeente overheid, maar die door de Duitschers beschermd werden. Het smokkelen was ook eene echte plaag geworden.

Toestand der scholen

Deze werden menigmaal gesloten, nu eens om gebruikt te worden door Duitsche soldaten, dan door vluchtelingen, dan om kinderziekten, dan om gebrek aan kolen in den Winter, enz.

Het ontvoeren der werklieden.

Verscheidene malen werden er jongelingen ontvoerd om in vreemde streken te gaan werken voor de Duitschers.

Ondersteuningswerken.

Verschillende werken kwamen tot stand, zooals het bezorgen van melk voor kleine kinderen, het verzenden van pakken voor onze soldaten. De bijzonderste Damen deden rondhalingen in de huizen tot ondersteuning der noodlijdenden.

Naam, voornaam en dienststaat der parochiële geestelijken en ook der andere zoowel wereldlijke als kloosterlingen, in de parochie gevestigd.

1. Eerw. Heer Van der Velpen August.

2. Eerw. Heer Van Gestel Jozef.

3. Eerw. Heer Van Leeuwe Joseph.

4. Eerw. Heer Van Baevel Constant.

5. Eerw. Heer Jentil Julius.

6. Eerw. Heer Walgrave Isidoor.

Getal parochianen onder de wapens geroepen: 220 in de gansche gemeente.

Getal Vrijwilligers: 20 in de gansche gemeente.

Getal Gesneuvelden: 18 in de gansche gemeente.

Getal Verminkten: 7 in de gansche gemeente.

Getal in Duitschland of Holland gestorven: 0

Vergelijkende tafel der geboorten en sterfgevallen bij de burgerlijke bevolking.

In      1913     159  geboorten 83 overlijdens

         1914     164          "       80        "

         1915     142          "     100        "

         1916       95          "       92        "

         1917       99          "       78        "

         1918     110          "     102        "

11. De opname of in beslagname der klokken.

Het Duitsch bestuur had België bedreigd met de wegneming der klokken onzer kerken, doch hier hebben zij zich moeten vergenoegen met onze klokken te komen meten, en daarbij is het, God dank, gebleven.

12. Wapenstilstand.

Op 11 November 1918 komt de tijding, dat de gevolmachtigden van Duitschland aan generaal Foch verzocht hebben, hun zijne voorwaarden tot wapenstilstand te willen doen kennen. Die voorwaarden hebben zij aangenomen en onderteekend. Hun hoogmoed is vernederd. Zij bekennen hunne nederlaag. De zegepraal der rechtveerdigheid is volledig. Het openbaar geweten is voldaan, het recht heeft over de macht gezegepraald.

13. De ontruiming. Houding der vijandelijke legers. Voorvallen en misdaden.

In de week van den Wapenstilstand beginnen de Duitschers ons land te ontruimen; hunne oversten durven zich nog nauwelijks vertoonen; de soldaten kunnen niet spoedig genoeg vertrekken en laten zelfs nog hun reisgoed gedeeltelijk achter; ze schijnen zelfs opgeruimd omdat er een einde aan de slachting gekomen is. Doch hebben zij hier nog in eene groote weide ruim 900 koeien verzameld, die ze opgeëischt hebben in Vlaanderen. Een deel dezer dieren verkoopen ze aan spotprijzen aan de inwoners en nemen de andere mede op hunne vlucht. Doch de eigenaars der verkochte dieren zijn later gekomen om hunne dieren weer te eischen bij de koopers.

14. De bevrijding. Intrede der Belgische legers. Godsdienstige plechtigheden.

De Duitsche legers zijn nauwelijks doorgetrokken als de Belgen hunne plechtige intrede doen. Al de inwoners zijn te been; heel de gemeente is bevlagd; de klokken worden plechtig geluid; de soldaten, met muziek aan het hoofd, trekken het Dorp binnen, de geestdrift is onbeschrijfelijk. Een plechtig Te Deum wordt in de kerk gezongen; een stoet van overheden en schoolkinderen met de harmonie der gemeente aan het hoofd, trekt rond het Dorp; eene plechtige ontvangst der overheden van de soldaten heeft plaats op het gemeentehuis, en eene ware opgetogenheid is op aller aangezicht te lezen. Dank zij den Heer, die België zoo zichtbaar beschermd heeft!

Om dit overzicht te sluiten, mag hier nog een woord van dank gezegd worden voor de bevolking van Opwijck, die gedurende den oorlog zooveel vluchtelingen geherbergd heeft, van de Fransche gemeente Halewijn en dier omstreken, die hier in zoo groot getal verbleven hebben van den 29 Juni 1917 tot den 8 Maart 1919 en wier getal van 500 tot 800 bedragen heeft, volgens tijd en omstandigheden.

Opwijck, den 30 Maart 1919

J. Th. Buggenhout

August Van der Velpen, pastoor.

Bijlage

Getal communiën gedurende de jaar 1913-1918  

1913    55.750 communiën

1914    67.450         "

1915    70.030         "

1916    77.370         "

1917    88.000         "

1918    85.500         "

Zedelijken toestand der fransche vluchtelingen.

Niettegenstaande de retretten gepredikt door de Eerw. Paters Redemptoristen liet de zedelijkheid nog al te wenschen over. Eenige huisgezinnen waren echte voorbeelden van een goed kristelijk gedrag. Eenige huwelijken werden ingezegend.

Stoffelijken toestand der Fransche vluchtelingen.

De vluchtelingen genoten den onderstand van Opwijck en daarbij:

1,75 fr. per kind boven de 16 jaar.

en 1,25 fr. per kind onder de 16 jaar.

en 1,50 fr. per kind als ze meer dan 3 kinderen hadden.

En sedert 11 November 1918: gewone onderstand + 1,75 fr. per persoon boven de 16 jaar en 1,00 fr. per kind onder de 16 jaar.

Getal der ontvoerden.

Uit Opwijck, met toestemming: 7 voor werk achter het front.

Uit Opwijck, zonder toestemming: 15 voor werk in Duitschland.

Vluchtelingen, zonder toestemming: 5 voor onbekend werk.

Aug. Van der Velpen , pastoor. (1)

(2) (3) (4) (5)


(1)

Guillelmus Franciscus Augustinus Van der Velpen, geboren te Waanrode op 25 maart 1853, leraar aan St.-Bonifaciusgesticht te Elsene in 1877, onderpastoor te Berchem-Antwerpen in 1883, pastoor benoemd te Opwijk op 22 december 1900, jubilaris in 1925, neemt ontslag op 13 Juni 1929 en sterft te Waanrode op 5 Augustus 1936.

(2)

In de marge staan een soort aandachtspunten: Groote paniek (naast 24 Augusti), Reispassen (naast 31 Aug.), De statie erg beschadigd (naast 2 7ber), De klokken (naast 3 7ber) Onze eerw. Heer Pastoor (naast 20 7ber), Gevecht te Opwijck (naast 26 7ber), Vluchtelingen uit Dendermonde en St. Gillis (naast 2 8ber), Mr. Van Gestel (naast De geestelijkheid) en Mr. Walgrave (idem).

(3)

Bij het verslag zit een gedrukte brief van Kannunnik J. Laenen op 17-4-1919 met bevestiging van de ontvangst van "Verslag van den toestand uwer parochie gedurende den Grooten Oorlog". Vraag om bijkomende inlichtingen over: het getal communiën, geestelijke en stoffelijke toestand van de Franse vluchtelingen, getal ontvoerden, opeisingen (voor bepaalde werken?, aandringen?, aangeworvenen?)

(4)

Bij het verslag zit een antwoord op voorgaande van pastoor Van der Velpen (1 blz.): zie tekst, met enkele kleine correcties.

(5)

Bij het verslag zit ook een brief dd. 19-2-1918 van pastoor Van der Velpen aan het bisdom met een beschrijving van de in de kerk aanwezige klokken.

Guillelmus Franciscus Augustinus Van der Velpen,
pastoor van Opwijk-St.-Paulus 1900-1929.