Info rechtermuisknop

Volgende pag. of vorige pag.

  

  
  

aaaaaa

Bronnenlijst

www

Algemeen historische situering. Ons land in oorlog.


Internationaal

De eerste wereldoorlog, van 1914 tot 1918, was een strijd die gevoerd werd in Europa en het Midden-Oosten tussen de Triple Alliantie en haar bondgenoten, ook Centralen genoemd, en de Triple Entente en haar bondgenoten, ook Geallieerden genoemd.

WO I, veelal aangeduid met 'de grote oorlog', is bij de minder jonge mensen het best gekend als 'de andere oorlog' (tegenover de tweede wereldoorlog van 1939-1945 die door velen genoemd wordt als 'dezen oorlog').

Tot de Centralen behoorden de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije, in de oorlog betrokken 28 juli 1914; Duitsland, 1 aug. 1914; Turkije, 1 nov. 1914; Bulgarije, 23 sept. 1915.
Tot de Geallieerden behoorden Servië, betrokken 28 juli 1914; Rusland, 1 aug. 1914; Frankrijk, 3 aug. 1914; België, 4 aug. 1914; Groot-Brittannië, 4 aug. 1914; Japan, 23 aug. 1914; Italië, 23 mei 1915; Roemenië, 28 aug. 1916; Verenigde Staten, 2 april 1917; Griekenland, juni 1917.

De neutraliteit van België wordt geschonden

Toen in juli 1914 als gevolg van de aanslag op de Oostenrijkse kroonprins in Sarajevo de spanning in Europa hand over hand toenam, hoopte België aanvankelijk nog buiten het nakende conflict te kunnen blijven, net als in 1870. België was sinds zijn ontstaan een neutrale staat en het vertrouwen in die neutraliteit was quasi algemeen. Nu echter bleek de oorlog onafwendbaar.

Op 2 augustus 1914 om 7 uur 's avonds overhandigde de Duitse ambassadeur Below aan minister van Buitenlandse Zaken Davignon een ultimatum waarin Duitsland vrije doorgang eiste om een zogezegde Franse inval te verhinderen. De Belgische regering kreeg twaalf uur tijd om te antwoorden. Diezelfde nacht nog besliste de Kroonraad om het Duitse ultimatum te verwerpen. In het antwoord aan de Duitse keizerlijke regering drukte men 'diepe en smartelijke verwondering' uit over de Duitse eisen. 'Zich bewust van de rol die België sedert meer dan tachtig jaar speelt in de wereldbeschaving' weigerde de regering elke schending van de neutraliteit, en verklaarde vastbesloten te zijn 'elke aanslag op [Belgiës] recht af te weren'. Op 4 augustus verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog. Duitse eenheden overschreden rond 8 uur 's morgens de Belgische grens bij Gemmenich en ter hoogte van Verviers. De oorlog was begonnen.
De invasie van België ging gepaard met een grenzeloze brutaliteit. Het Duitse Heer liet bij zijn doortocht door België een spoor van vernieling na.

Ons land in oorlog

Op 4 augustus 1914 brak voor België de Eerste Wereldoorlog uit. Het Belgische leger bevond zich op dat ogenblik in volle reorganisatie waardoor verhoudingswijze zijn effectieve gevechtswaarde niet te vergelijken was met die van het Duitse leger.

In 1914, vóór de oorlog, bestond de Belgische Krijgsmacht uit het Leger zelf en de Burgerwacht of Garde Civique.

Het Leger zelf omvatte het Vestingleger (90.000 manschappen) en het Veldleger (117.000 manschappen).

Het leger beschikte in zijn geheel over een honderdtal mitrailleurs, 37.600 paarden, 2.600 wagens en 1.500 auto's. De militaire luchtvaart was beperkt tot een dertigtal vliegtuigen. Zware artillerie ontbrak.
Het veldleger bestond in 1914 uit het algemeen hoofdkwartier, zes legerdivisies en een cavaleriedivisie.
Het algemeen hoofdkwartier bestond uit: de bevelhebber van het leger, het peloton telegrafisten van het algemeen hoofdkwartier, de vliegerscompagnie, de luchtvaartcompagnie en een detachement gendarmerie.

De legerdivisies waren gevormd in vredestijd. Hun hoofdkwartieren waren gevestigd: 1° legerdivisie in Gent, 2° legerdivisie in Antwerpen, 3° legerdivisie in Luik, 4° legerdivisie in Namen, 5° legerdivisie in Bergen en 6° legerdivisie in Brussel.

Het veldleger beschikte daarbij nog over een ruiterijdivisie (nummer 7) met hoofdkwartier te Brussel.

Na de Duitse aanval werd het gros van het Belgisch leger geconcentreerd rond de as Tienen-Perwez-Wavre-Leuven.

De gebeurtenissen op het slagveld evolueerden zeer snel.
De stad Luik was reeds bezet op 5 augustus 1914. De laatste forten rond Luik, met als verdediger generaal Leman, vielen echter pas enkele weken later op 16 augustus 1914. Namen werd bezet op 24 augustus 1914. De weg naar Frankrijk lag gedeeltelijk open en daar was het de Duitse troepen nu eenmaal om te doen. Brussel was reeds bezet op 20 augustus 1914.

Zoals voorzien in het Belgisch defensieconcept was het veldleger al strijdend teruggetrokken naar Antwerpen. De versterkte stad Antwerpen of vesting Antwerpen was de rol toebedeeld van operationele basis, en nationaal reduit of toevluchtsoord voor het Veldleger en de politieke instellingen. In Antwerpen zouden Frankrijk en Groot-Brittannië als garanten van de Belgische neutraliteit moeten ter hulp komen.

Van daaruit werden in de loop van september 1914 drie uitvalspogingen ondernomen door het Belgisch leger. Het doel van deze uitvallen was de druk op het Franse front te verminderen. Dit lukte maar had wel tot gevolg dat de Duitse legerleiding besloot de vesting Antwerpen definitief uit te schakelen. Vanaf eind september 1914 werd de fortengordel rond Antwerpen, met speciaal daarvoor aangevoerde zware Oostenrijkse kanonnen, systematisch stukgeschoten. De stad viel uiteindelijk op 9 oktober 1914. Een gedeelte van het Belgisch leger vluchtte over de Nederlandse grens en werd voor de rest van de oorlog in Nederland geïnterneerd. Deze internering gebeurde om de strikte neutraliteit van Nederland te handhaven. De rest van het Belgisch leger vluchtte over een smalle strook grondgebied in Oost-Vlaanderen naar de zee.

Het ging vlug want Gent viel op 12 oktober, Oostende op 18 oktober 1914. In oktober woedden hevige veldslagen aan de IJzer. De IJzer of de natuurlijke grens waarachter het Belgisch leger zich terugtrok, werd meteen ook de grens tussen bezet en niet bezet België. De gewilde overstroming van het IJzerbekken door de Belgen betekende het einde van de bewegingsoorlog. Een verschrikkelijke stellingoorlog die vier jaar zou duren (1914-1918) was begonnen.

Amper 4 dagen na de Duitse inval sneuvelt onze eerste dorpsgenoot: Vital Robert Van der Mijnsbrugge (Mazenzele) sneuvelt op 12 augustus 1914 in de Slag van Halen (Slag der Zilveren Helmen). Er zouden hem nog 30 Opwijkse en Mazelse soldaten volgen die sneuvelen of in dienst stierven. 

Voor meer details verwijzen wij naar de literatuurlijst en naar de internetlinks.

 

 


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-