Naar HOM-website

Startpagina HOM-algemeen

Nieuw op HOM-site

Naar externe links

Zoeken in HOM-site

Inloggen HOM-ledengebied

Vorige bezochte pagina

Volgende (reeds bezochte) pagina

Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Klik voor naar top van de pagina of dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Info rechtermuisknop

Volgende pag. of vorige pag.

  

  
  

aaaaaa

www

WO I - Tewerkgestelden in Duitsland


Opeising van mankracht voor Duitsland en bezet gebied

Vanaf 1915 begon de werving voor vrijwillige tewerkstelling in Duitsland, waar er een tekort aan werkkrachten was, terwijl er in België grote werkloosheid woedde.
Op 15 mei 1916 ondertekende generaal-gouverneur von Bissing het besluit waarbij de Duitse militaire overheid in België de verplichte tewerkstelling van werklozen in Duitsland oplegde. De gemeenten begonnen dan werken van openbaar nut uit te voeren om de werklozen in België te kunnen tewerkstellen. Door de grote weerstand van de Belgische gemeenten en burgers had de Duitse politiek relatief weinig succes.

Begin 1917 begonnen de Duitsers actief met de verplichte opeising van mankracht voor tewerkstelling in bezet gebied, maar vooral in Duitsland.

Links naar relevante literatuur op het internet:

-

Hoofdstuk 1. Verplichte tewerkstelling in Duitsland: WOI in De verplichte tewerkstelling in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog...
Jasper Geryl

-

Arbeitsamt van Een kijk op de administratiefrechtelijke organisatie van het 'Etappengebied' tijdens de Eerste Wereldoorlog'
Sebastian Vandenbogaerde

-

"Honger, honger, honger," zei hij me steeds

VRT - deredactie.be

-

Belgische dwangarbeid tijdens WOI zwaar onderschat"

VRT - deredactie.be

-

Dwangarbeid in de Eerste Wereldoorlog, het vergeten verhaal

VRT - deredactie.be - Opinie

Vooralsnog zijn er voor Opwijk en Mazenzele geen volledige lijsten beschikbaar van opgeëisten, tewerkgestelden of 'ontvoerden' (al of niet met toestemming).
Uit diverse bronnen konden wij een –ongetwijfeld ruim onvolledige lijst- opstellen:

- Albrecht Constant, ° Opwijk 13-05-1895
- De Boeck Pierre, ° Opwijk 10-02-1852
- De Bondt Joannes Jacobus, Opwijk ° 24-01-1898, Broekstraat
- De Clerck Petrus Joannes, ° Opwijk 28-09-1894, † Opwijk 08-03-1972
- De Cock Petrus Jacobus, ° Opwijk 21-01-1885, † Opwijk 04-01-1974
- De Doncker ? – zie oorlogsdagboek Louis Lindemans 16-02-1917
- De Donder François C., ° Opwijk 11-12-1896, Nijverseel
- De Donder Joseph, ° Opwijk 25-10-1888
- De Koster August, ° Asse 29-03-1897, † Aalst 05-01-1974
- De Pauw Judocus Antonius, ° Opwijk 17-01-1897, † Leuven 30-04-1961
- De Ridder Joannes Baptist, ° Baardegem 24-11-1896, † 1959
- De Plecker Benedictus Frans, ° Baardegem 07-01-1893, † Opwijk 20-08-1971
- De Smedt Georgius, ° Mazenzele 20-04-1894, † Opwijk (Droeshout) 23-09-1972
- Meskens Adolf Theophiel, ° Opwijk 01-08-1899, † Opwijk 04-01-1981
- Monsieur Frans, ° Buggenhout 28-03-1897, † Opwijk 02-08-1969
- Saerens Petrus Guillielmus, ° Opwijk 23-09-1899, † 22-12-1919
- Van Stichel Carolus, ° Merchtem op 16-09-1894, † Opwijk 02-08-1969, (2)
- Vandermeerssche Adolphus Hosephus, ° Opwijk 26-03-1890, † Opwijk 21-03-1963
- Verhaegen Frans, ° Opwijk 14-10-1879, † Opwijk (Nijverseel) 24-03-1952
- Vermoesen Frederik Alfons, ° Moorsel 02-04-1896, † Opwijk 18-02-1974

De gegevens hieromtrent op de gemeentelijke gedenkplaten blijken ook erg onvolledig te zijn.

In diverse bronnen vinden wij over de opgeëisten of gevangengenomen (en naar Duitsland afgevoerd) wel één en ander terug.

In de Geschiedenis van Opwijk, pag. 227 schrijft Jan Lindemans:

— in Augustus werden de spoorwegarbeiders opgeëischt om aan de baan te werken, wat voor gevolg had dat onderpastoor Van Gestel aangehouden werd en tot drie maand gevangenis veroordeeld, omdat hij de mannen afgeraden had op den Duitschen dwangmaatregel in te gaan; — op 23 Augustus 1916 had een groote razzia plaats onder de beste werkpaarden, vooral de kleinere boeren werden hard getroffen; — dra daarop volgde alom het opeischen van mansvolk; een der akeligste dagen van den ganschen oorlog was wel die 7 Februari 1917 toen, te Londerzeel, een reuzen-monstering plaats vond van al het mansvolk tusschen 17 en 55 jaren uit het kanton Wolvertem en een gedeelte van het kanton Assche: in de nijpende vrieslucht van het wit besneeuwde landschap zag men, langs alle wegen, duizenden mannen te voet naar Londerzeel stappen, de meesten met een knapzak en dik ingeduffeld, het hart vol angst om de komende dingen, want de Duitschers gingen een aantal mannen uitkiezen, om als slaven naar Duitschland vervoerd te worden. 20 Opwijksche jongens werden uitgekozen en dadelijk met pak en zak opgeladen. Deze domme, barbaarsche maatregel was getroffen geworden omdat de plaatselijke comités geweigerd hadden de lijsten van werkloozen voor te leggen; — op 16 Februari werden nogmaals 16 jongens opgeëischt;


In het dagblad Belgische Standaard (Calais) van zondag 18 februari 1917 verscheen volgend berichtje:

LONDERZEEL

              Alle mannelijke Belgen van 17 tot 55 jaar van: Malderen, Ramsdonck, Cappellen-ten-Bosch, Steenhuffel, Opwyck, Melhem, Brusseghem, Maxenzeel, Wolverthem, Meysse en Merchtem zijn op 7 februari bijeen geroepen geweest ter Schoolplaats, Londerzeel. De Burgemeesters moesten de lijsten opgeven van alle werkloozen en ondersteunden. De keuring greep dienzelfden dag plaats. We weten niet hoeveel mannen van ieder dorp zijn gedeporteerd geworden.


In zijn oorlogsdagboek 1914-1918 schrijft Louis Lindemans Lindemans op vrijdag, 16 Februari 1917:

12 opwijcksche jongens worden opgeeischt. Een komt terug (zoon Emerie De Doncker).


In de verslagen van de parochiepastoors over de oorlogsgebeurtenissen lezen wij:

Opwijk

De Geestelijkheid. Vijandige houding der Duitschers te hunnen opzichte.

De eerw. Heer Pastoor Van der Velpen.

De eerw. Heer Van Gestel, onderpastoor. Aan onzen ijzerenweg werkten eenige Opwijksche jonge lieden voor de Duitschers. De eerw. Heer Van Gestel deed hun opmerken dat hunne handelwijs strijdig was tegen de vaderlandsliefde en dat zij te gelijker tijd geen loon konden trekken van de Belgen en van de Duitschers. 3 of 4 misnoegden gingen zijne woorden overbrengen aan de Duitschers. De eerw. Heer werd vervolgd en veroordeeld tot gevangzitting.

Het ontvoeren der werklieden.

Verscheidene malen werden er jongelingen ontvoerd om in vreemde streken te gaan werken voor de Duitschers.

En in de bijlage:

Getal der ontvoerden.

Uit Opwijck, met toestemming: 7 voor werk achter het front.

Uit Opwijck, zonder toestemming: 15 voor werk in Duitschland.

Vluchtelingen, zonder toestemming: 5 voor onbekend werk.

Mazenzele

g) Geene werklieden weggevoerd


In het frontblaadje De Stem uit Opwijck lezen wij:

in nr. 23 van 15 mei 1917:

De werkeloozen -er zijn er nog al veel- worden betaald door den Volksbond. Tot hiertoe zijn er maar zeer weinigen weggevoerd….

in nr. 25 van 1 augustus 1917:

Allerhande: Een twintigtal werkeloozen zouden weggevoerd zijn uit Opwijck, waaronder Jan De Clerck, zoon van Dolf uit ‘t Straatje.

in nr. 26 van 1 november 1917:

Men spreekt weer van ontvoeringen: iedereen zit met schrik. De vroeger weggevoerden  schrijven maar gedurig om eten om te kunnen in ‘t leven blijven.

in nr. 29 van 20 maart 1918:

Alle maanden moeten de mannen in militairen leeftijd zich aanbieden op de kommandantuur. Soms worden er onder hen aangeduid om naar Vlaanderen te gaan werken. Weigeren ze, dan worden ze naar Duitschland gevoerd.


Een brief van de gemeente Opwijk over de werklozen en het project om de mensen ter plaatse aan het werk te kunnen houden:

N° 1183     Werkeloozen     Opwijck, 3 April 1916

Mijnheer de Zivilkommisar,

In antwoord op uw geëerd schrijven van 29 Meert, nr. 706.2, hebben wij de eer Ued. te melden dat er oogenblikkelijk geene werken uitgevoerd worden door werkeloozen, doch binnenkort zal men terug beginnen aan het herstellen van wegen en grachten. Hiervoor worden de werkloozen gewoonlijk twee dagen per week gebruikt.

Er zijn thans 509 ondersteunde werkloozen, waarvan 211 fabriekwerkers en –werksters, 135 grondwerkers, 46 meestergasten en –dieners, 40 schrijnwerkers, 22 kleermakers, 2 smidsgasten, 5 pluimplukkers, 10 kasseiers, 1 leeraar, 5 schoenmakers, 4 steenbakkers, 2 bakkers, 1 naaister, 1 diamantslijper, 2 slachters, 2 brouwersgasten, 2 letterzetters, 5 voerlieden, 4 schildersgasten, 1 gareelmaker, 1 stoeldraaier, 4 lossers, 1 opkooper, 1 pensionaatknecht, 1 strijkster.

Aan Mijnheer de Zivilkommissar beim Kaiserl. Kreischef, Brussel.


Voor diverse andere overtredingen van de Duitse regels (in hun visie) kon men opgepakt en weggevoerd worden.

Op 3 oktober 1917 schrijft de Opwijkse burgemeester aan de 'Kreiscommissar voor sociale voorzorg', te Brussel:

N° 582     Opwijck, 3 October 1917

Mijnheer de Kreiscommiissar voor sociale voorzorg, Brussel.

Als gevolg op uw schrijven nr 608 hieringesloten, hebben wij de eer U te melden de zoon van Petrus Saerens, Petrus Joannes, bij het overstappen der grens van het Etappengebied aangehouden en naar Duitschland gevoerd is.

De familie Saerens is nu nog te huis met 6 minderjarige kinderen. Zij is behoeftig. Verder is de familie van goed gedrag en leven.

                                         De burgemeester

                                         (Get) B De Smedt

Wij vermoeden dat het hier gaat om Guillielmus Saerens, geboren Opwijk 23 september 1899, zoon van Petrus Frans (†) en Paulina Octavia Van Schoor († 03-04-1916), Steenweg op Aalst.

In het 'afroepboek' van de parochie Sint-Paulus lezen wij bij de afroepen begin juli 1920:

… onmiddellijk na de mis wijding der vlag; daarna kruiswijding op het graf van Willem Saerens, slachtoffer der Duische opeischingen.

Op 25 februari 1920 schrijft de gemeente Opwijk aan De Procureur des Konings te Brussel (enkel het deel betreffende Guillielmus Saerens wordt hier weergegeven):

N° 184 – 25-2-20

Mr. de Prokureur des Konings te Brussel, 1e Bureel

Ik heb de eer UE. den hieronderstaande opgave te laten geworden van de overlijdingsakten in onze gemeente opgemaakt, en waarvan de omstandigheden van het overlijden toelaten op den rand dezer akten de melding te maken 'Gestorven voor België':

6°) Saerens Petrus-Guillelmus, werkman burger, oud 20 jaren 3 maanden, geboren en wonende te Opwijck, door de Duischers opgeëischt in Februari 1917 en ziek uit Duischland teruggekeerd, tengevolge der ondergaan ontberingen en na eene kwijnende ziekte overleden te Opwijck den 22 December 1919, aangedaan van longtering. Overlijdingsakte ingeschreven onder n° 85 van 1919.

 …


Vermoedelijk eind februari 1919 schrijft het Mazels gemeentebestuur een brief aan de gouverneur betreffende weggevoerde Mazelaars. De bijlage (lijst) waarnaar verwezen wordt is niet beschikbaar.

N° 474           321

Voorwerp: Deportatiën In Duitschland
Mijnheer de Gouverneur,

Ingevolge uwen Omzendbrief van 22 Februari 1919, 3e Afdeeling nos. 560053/64416: hebben wij de eer Ued. hiernaast te laten geworden: de erbijgevoegde tafel, betrekkelijk de opstelling onzer medeburgers die naar Duitschland vervoerd werden, om gedwongen door de bedreiging, onafhankelijk hunnen wil, van achter het duitsch front te werken.

Aanvaard, Mijnheer de Gouverneur, de verzekering onzer bijzondere hoogachting

De secretaris               De d.d. Burgemeester
J.E. Michiels   


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-