Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Naar bovenregel pagina: dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Rechter-
muisknop

  

  

Verslag over de werking in Opwijk tijdens de oorlogsjaren voor de algemene jaarlijkse vergadering van 10 augustus 1919 in Asse, door voorzitter Louis Lindemans.


Het is blijkbaar de tekst van zijn toespraak. Hij is enigszins in "telegramstijl", met afkortingen, schrappingen,...

Assche10 Aug. 1918

In onzen brief kort na den wapenstilstand, aan de Conf. Van B., betreurde onze alg. V. het verdwijnen van 46 conferenties. "Deze conf. hebben uit het oog verloren den geest, het bovennatuurlijk doel van ons Gen. Zij zagen in de Conf. slechts een werk van stoffelijke Weldaad. Zij achtten het werk van V. voortaan zonder doel, zonder nut, en maakten plaats voor de offic. steunk."

G. dank! de c. van Opw. behoort niet tot de 46 c. die hunne werkzaamheden gestaakt hebben.

Wij bestaan sedert 63 j., en 't is niet na 63 j. … dat de zonen etc…. de eerste stichters het werk hunner vrome voorzaten laten vallen. Al onze leden, w. en eerl. bleven getrouw…

a/ Wij waren 1914. 21 w. leden, waarvan 3 aan 't front, en circa 200 eerleden, waarvan 12 id.

3 afw. reeds in 1915 vervangen, 2 gestorven – 2 ontslag waarvan een vervangen door zijn vader – nog andere, in 't geheel 9 nieuwe w. leden.

b/ Wekel. Verg., teeken van leven.

In den zomer zoowel als in den winter, - uur stipt – volgens de voorschriften van 't reglement.

Eene der redens van het bestendig voortduren, bloei  -

Sedert 1857, 3150 wek. zitt., waarvan … verslag geboekt staat.

't Is de gansche geschiedenis van de liefd. … sedert meer dan ½ eeuw.

Bijwonen der vergad.: lijst … Slechts 2 à 3 min dan de helft der zittingen.

c/ Werkzaamheden: Bijzond. werk: Onderstand aan noodlijdende: Bezoeken der armen ten hunnen huize. Gem. verdeeld in 10 sekties – 2 leden per sektie – Getal: 26 begin 14 – 14 Aug. 14 – klimt tot 74 - in 1915 tot 160.

160 h. die wekelijks bezocht werden – Buitengewone iever zekere leden bezochten tot 15 huizen.

't Was de schoone tijd. 't Was niet vol te houden.

N.C. stichtte het Werkloozenfonds …

Geene bezoeken meer … schier geen werk meer!

't Komiteit zorgde voor alles, centralizeerde alle liefdadige instellingen. Geld werd … ja blindelings weggesmeten.

Wij moesten ons beperken, bij het ondersteunen van schamele armen die niet durven nog willen klagen, - van zieke behoeftigen – van huishoudens met talrijke kinderen – het vergeven van toelagen aan de Kindermelk en andere bijz. werken.

Doch, daar wij over geld beschikten, en zelf voor een nogal aanzienlijke spaarpot, - konden wij voorzien in zekere toestanden, waar de tusschenkomst van het Kom. gansch ontoereikend was:

1. Zoo hadden wij in 1915 de kans, in een van de deftigste en aanzienlijkste handelh. van Br. … een gr. aankoop te doen van kleedingstukken, aan zeer voordeelige prijzen, ja … 100 br. Onderbr. Slaaplijven, kinder … 700 h. kousen sargiën (in 't geheel voor circa 4000 fr.)

Onder streng opzicht verdeeld tusschen meer dan 200 huisg. Rekening houdende … fiche … tehuis besteld –

2. Zoo nog bekostigde V. grootendeels de kleeding van arme eerste kommunicanten  en vormelingen.

3. 't Was door de zorgen van onze leden dat aan de opgeeischte jongens, bij hun treurig vervoer naar D., een reiszak ter hand gesteld werd, overvloedig voorzien van kleedsel, deksel en voedsel.

En toen 29 Juni 1917, onverwacht rond de 600 fr. vluchtelingen te Opwyck toekwamen, waren het de leden van V. die de gem. overheid den ganschen dag en de volg. dagen ter zij stonden, om de – te herberg, in hunne eerste, dringenste noodwendigheden te voorzien.

Overiges het pl. Kom. vond in de werk. leden zijne beste getrouwste helpers.

Niet een liefdewerk mag als vreemd aan het G. aanzien worden.

Een woord over de geldmiddelen waarover wij beschikten: schier uitsluitelijk a/ omhalingen in de wek. zittingen en de alg. verg. b/ offer in de missen die 4 maal 's jaars c/ en bijzonder: opbrengst van de alg. omhaling door leden in al de huizen der gem. 's donderdags in Allerzielenweek.

Deze laatste bedroeg in 1914, 1954 fr., vermeerderde van jaar tot jaar zoodat ze over 1918, 2905 fr. bedroeg 't zij 1000 fr. meer dan in het 1ste oorlogsjaar.

In tegendeel giften in natuur, namelijk in aardappelen, verminderden van jaar tot jaar.

In 1915 haalden wij nog rond de 20 zakken rond. Daarenboven konden wij nog aan zeer hoffelijke prijzen 150 zakken aankoopen. Zoodat wij rond 170 zakken konden verdeelen tusschen ongeveer 200 huisgezinnen.

In 1916 waren de kaarten gekeerd. Slechts 4 zakken! …

Wij stonden er voor lijk de Godd. Meester, toen men hem, om 5000 te spijzen slechts 5 br. nanbood.

Wij hoopten dat het mirakel der verm. der brooden zich onder eenen anderen vorm zou vernieuwen. Maar 't mirakel kwam niet, noch in 16, noch in 17, noch in 18.

HH.

Eene vraag welke wij ons jaarlijksch verslag moeten beantwoorden is deze: worden de 4 feestdagen van het Genootschap, niet allen door de werkende leden, maar ook door de eerleden plechtig gevierd 1e door eene alg. comm. 2e door het deelnemen 's namiddags aan de alg. vergadering van al de leden.

"Het vieren van de 4 f. van het Gen., lezen wij in het Handboek der Conf. Is eene van die plichten waarvan men zich het meest doordringen moet." Inderdaad hoe zouden wij onze werken kunnen doen bloeien, zoo wij over haar Gods zegen niet inriepen? Waardoor zouden wij vervangen die eenheid van hert, welke uit de godv. plechtigheden, uit de alg. verg. voortspruit. Zonder deze zou de band, die al de leden der Conf. in een sluit, weldra verslappen en verdwijnen.

God dank! De 4 j. verg. werden gedurende de oorlogsjaren tamelijk wel bijgewoond. Een 100tal leden, soms meer, soms min, waren doorgaans aanwezig. Bijz. de verg. van Kerstmis was altijd talrijk.

Die vergaderingen, - schier de eenige publieke vergaderingen die wij, ondanks het verbod van de D. bezetting, konden houden, waren telkens voor de Conf. eene gelegenheid het beste deel van het volk op de hoogte te houden van den alg. toestand, van de alg. noodwendigheden, en in droeve tijden, de gemoederen op te beuren, te versterken.

Zoo konden wij in die alg. verg. conferentiën, voordrachten geven over de Voeding der Zuigelingen (Kindermelk), over de bestrijding van den woekerhandel, over solidariteit en menschenliefde – over het herbergen van vluchtelingen en vreemdelingen.

Andere malen, ontleenden wij aan de Gesch. Van onzen patr. de H. V. à Paulo, de wondere liefdewerken door den H. Vincentius tot stand gebracht gedurende de bl. oorlogen die in zijnen tijd ook, in Frankrijk en in de naburige landen woedden…

In de alg. verg. werden ook den d. overweldiger niet gespaard. Een zekeren keer, gaf een pater Capucien lezing, niettegenstaande van de treffendste deelen van den heugelijken brief van Kard. Merc. "Vaderlandsliefde en standvastige lijdzaamheid." Die brief, door de D. ten strengste verboden, voorgelezen, uitgelegd, verklaard. Al de wandaden, moordingen, plunderingen,  van de D. opgesomd, geschandvlekt … Of dit de verg. opbeurde!

Vooral de alg. vergadering van Kerstmis, altijd talrijk bijgewoond, was voor ons een gelegenheid om aan onze Vaderlandsliefde volle lucht te geven. Ik herinner mij nog altijd de eerste oorlogs Kerstdag 1914, toen wij verslag gegeven hadden over den alg. toestand der Conf. en neergeslagen mismoedigd de droevige toekomst inzagen, - hoe eensklaps als eene rilling door de zaal liep, toen een van ons den naam van den beminden Koning Albert deed toejuichen, en eene geestdriftige hulde bracht aan onze gesneuvelden, aan onze IJzerhelden. En telkens, elk der 4 oorlogsjaren, op Kerstmis, terwijl eenige stappen van daar, de Duitschen, rond hunnen kerstboom, Weinacht vierden met heesche dronken stemmen schreeuwden voor hunnen Keizer, juichten wij onzen koning toe…, hem, die ginder achter den IJzer, tusschen onze jongens, op de eerste lijn stond, hem die in zijn diepbeproefd hert toen gansch het gansche belg. volk sloot.  Albert, den welbeminden, den edelmoedigen, den onversaagde, den groote, groot en hooggeprezen tusschen alle koningen der aarde!

Na dat verslag

Ik zou U nog een woord willen zeggen – maar ik maak misschien misbruik van uwe aandacht – ik … over de werkzaamheden van onze 4. 3 werkende en 12 eerleden aan het front.

Zij ook waren niet onwerkzaam. Alhoewel niet vereenigd in eene conf. – 't geen onmogelijk was, - brachten zij nochtans iets tot stand, - gansch in den geest van het Genootschap, zoodanig dat de beste conf. niet beter zou verricht hebben, - iets eigenaardigs en tevens uiterst stichtend – en dat wel bij middel van een eenvoudig soldaten- gazetje "De Stem uit O.", een der 1ste sold. Gazetjes die aan het front het licht zagen.

Gesticht einde 1915 door … alle 14 dagen ..

Het zou spreken, zeiden de stichters, van O., over Opwijckenaars tot Opwijckenaars. Het zou aan onze jongens nieuws brengen uit het geliefde geboortedorp: sterfgevallen, huwelijken, geboorten. Nieuws ook uit het leger: vrome wapenfeiten, onderscheidingen. Nieuws over krijgsgevangenen, gekwetsten, zieken, gesneuvelden. In de oogen van de stichters zou het een middel zijn om door gedurige herinnering aan den geboortegrond, aan het vaderlijk dak, aan vader, aan moeder, - den ouden chr. geest in onze jongens te handhaven en ze tegen de zedelijke gevaren te vrijwaren.

En dit edel programma werd prachtig uitgevoerd. Niets zoo boeiend, niets zoo stichtend als de lezing van de 30 n. die verschenen. Het dagelijksch nieuws dat zij meedelen geeft telkens aanleidingtot een heilzamen raad, tot een stichtend woord, - alles in eigen, goedige soldatentaal.

Een enkel voorbeeld (staaltje). Nr. 5 kondigt eenige huwelijken aan in Opwijck. "Ja, schrijft het bladje, ja, ginder vrijen ze en trouwen ze maar voort, - en wij die in onze vrijage ten minste zoo ver waren als zij, wij moeten wachten, altijd maar wachten. Geduld, jongen, geduld. Het duurt lang, 't zal misschien nog lang duren, maar 't is toch nen dag dichter bij 't einde: eenmaal is 't onze beurt. Daarom houden wij onze herten rein en vlekkeloos, opdat wij bij tehuis komen zeggen kunnen: Meisje lief, hier ben ik met mijne zuivere, onverdeelde liefde zoo lange voor u bewaard, en nu blijf ik bij U voor immer!"

Is dat niet schoon! Moet dat geenen diepen, stichtenden indruk gemaakt hebben op jongens, verwijderd, etc. Dit waren de stof van eene heele voordracht.

De werking onzer medebroeders aan het front waren voor ons een voorbeeld, een aanwakkering.

Ze toont ons tevens dat het werk van S.V., in zijnen waren geest opgevat, zich kan plooien, aanschikken aan de verschillende toestanden.

Deze frontleden zijn sedert teruggekeerd en hebben hunne plaats hernomen in onze rangen. Zij kwamen tot ons verhard, verstaald in den strijd. Zij brachten ons jong bloed, nieuwe krachten, nieuwe gedachten, nieuw leven. Wij, hunne oudere medebroeders, wij blikken met vertrouwen de toekomst te gemoed.


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-