Beknopte kroniek aug. 1914 - okt. 1914
Zaterdag 1 augustus 1914
Algemene mobilisatie.
In de vroege morgen, om 4 uur, luiden hiervoor ook in Opwijk en Mazenzele de alarmklokken. Ca. 250 soldaten van onze dorpen (lotelingen en miliciens) vertrokken naar de hun aangewezen verzamelplaatsen (kazernen). Daarnaast namen een 22-tal Opwijkse en Mazelse vrijwilligers dienst in 't leger.
8 augustus
In het Pensionaat Lindemans (Schoolstraat) wordt een post voor het Rode Kruis ingericht. Bestuurder Louis Lindemans had dit zelf al op 4 aug. voorgesteld aan de hogere instanties.
12 augustus 1914
Vital Robert Van der Mijnsbrugge (Mazenzele) sneuvelt in de Slag van Halen (Slag der Zilveren Helmen).
15 augustus 1914
Hermus Henri (Mansteen) sneuvelt in de omgeving van Namen. Geboren Opwijk 24-06-1879, zoon van Joseph en Van den Broeck Elisabeth, echtgenoot van Marie Delphine De Meersman, soldaat 13e Linieregiment.
17 augustus
Eerste vluchtelingen uit Haacht en omgeving in Opwijk.
18 augustus 1914
Drie dorpsgenoten sneuvelen in de Slag bij Sint-Margriete-Houtem (bij Tienen): Robberecht(s) Jean Baptiste (Waaienberg), Erpels Jean Louis (Broevink) en Sanders Petrus Kamiel (Mazelstaat).
20 augustus
De Duitsers bezetten Brussel. 's Morgens komt er nog in Opwijk een trein uit Brussel. 't Is de laatste! Alle correspondentie houdt op.
20-21 augustus
Duitse troepen passeren op Opwijks grondgebied (van Wolvertem naar Aalst).
22 augustus
Opnieuw doortocht van Duitse troepen (caval.) door Droeshout. De Opwijkse
onderpastoor Van Gestel wordt meegenomen als gijzelaar, maar spoedig losgelaten.
23 augustus - 2 september 1914
Van zowat 21 augustus tot eind september 1914 lag de streek van o.m. Noordwest-Brabant, Dendermonde en Aalst tot Gent in een soort 'niemandsland'. De dorpen en steden werden nu eens bezet door Duitse troepen, dan weer ingenomen door Belgische soldaten (en burgerwachten en gendarmen). Dagelijks zag men hier patrouilles van beide legers. Vaak kwam het tot schermutselingen die ook gevaar voor burgers en hun goederen meebrachten.
Zondag 23 augustus 1914
Carolus Ludovicus Van Hil(l)eghem (Doortstraat) sneuvelt in Marchovelette (één van de forten rond Namen).
Te Nijverseel wordt door Belgische soldaten geschoten op vluchtende Duitse Uhlanen. Een vrouw wordt gekwetst door een kogel in de arm.
24 augustus
'Loperkensmaandag' of 'Vliegende Maandag'. Dagboekschrijver Opwijkenaar
Louis Lindemans titelde de dag als 'la panique de la Saint-Barthélemy'.
Grote groepen burgers van onze dorpen en van diverse andere streken, overwegend
mannen, vluchten in paniek westwaarts. Velen verschuilen zich in de bossen.
Natuurlijk werd de paniek veroorzaakt of ten minste gevoed door de onmenselijke
wreedheden van de Duitsers in reeds veroverde plaatsen, o.m. in Visé, Aarschot,
Andenne, Tamines, Dinant,... Hier en daar hoorde men de schreeuw 'De vrouwen
en kinderen binnen! De mannen vluchten! De Duitsers zijn hier dichtbij en ze
pakken alle mannen op'. De beangstigende geruchten werden steeds
fantasierijker. Maar waar was het veilig genoeg? De stroom vluchtelingen kwam al
even snel tot stilstand als hij begonnen was. Veelal al in het volgende dorp...
Slag van Imde (bij Wolvertem, begin 1ste uitval uit de Vesting Antwerpen).
26 augustus
Joannes Franciscus Michiels (Droeshoutstraat) sneuvelt in Eppegem.
Joannes Franciscus Willems (Droeshout) sneuvelt te Schiplaken (Hever).
31 augustus
Opwijkenaren Romain Vereertbrugghen en Ern. Abbeloos, die de gevechten in de omstreken van Grimbergen van nabij wilden volgen, worden door de Duitsers als spionnen aangehouden.
Opnieuw vluchten een aantal Opwijkenaren voor het oorlogsgeweld.
2 september 1914
Doortocht in Opwijk-Dorp van ca. 300 Duitse infanteristen, met een 12-tal kanonnen. Inval in station Opwijk (vernieling seintoestellen, openbreken brandkast,...). De stationsoverste was tot de laatste minuut in verbinding gebleven met Dendermonde en lichtte de legeroverheid aldaar in over de troepenbewegingen in de streek.
Vooral in de buurgemeenten Merchtem en Lebbeke: zware schermutselingen tussen Belgische en Duitse soldatengroepen (verkenners,...), met doden en gewonden. Burgers worden bedreigd en enkele huizen worden in brand gestoken.
De gebeurtenissen volgen elkaar steeds sneller op. De oorlogsgruwelen worden heviger en komen steeds dichterbij!
3 - 11 september 1914
Begin september hadden de Belgische troepen zich voor het grootste deel
teruggetrokken in de fortengordel rond Antwerpen. De Duitsers probeerden via een
omtrekkende beweging op de linker Scheldeoever aan te vallen.
In deze dagen waren zowat alle oorlogsgebeurtenissen in onze streek afgestemd op
de pogingen van de Duitsers om Dendermonde te veroveren en daar de strategisch
erg belangrijke Scheldebrug over te steken.
De Duitse troepen gebruikten hierbij bijna uitsluitend de grote wegen (op
Opwijks grondgebied dus de steenweg vanuit Asse over Mazenzele en Nijverseel en
van uit de richting Mechelen via Merchtem, Klei, Steenweg op Vilvoorde en de
steenweg naar Dendermonde).
De volgende dagen en weken bleven Dendermonde en de omliggende gemeenten op de
rechter Scheldeoever het decor van heen en weer gevechten tussen Belgische en
Duitse troepen. Dan was de stad (en ruime omgeving) in Belgische handen, dan
weer in Duitse. Schermutselingen, gevechten en artilleriebeschietingen wisselden
elkaar af. De dorpen Lebbeke en Sint-Gillis (op de weg van de Duitsers naar
Dendermonde) kregen het heel zwaar te verduren. Pas op 29 september viel
Dendermonde definitief in Duitse handen.
Opwijk-dorp, wat verwijderd van de grote aanvoerwegen, zag in die dagen weinig
of geen Duitse soldaten.
Donderdag 3 september 1914
In de namiddag dynamiseren de Duitsers de kerktorenspits van Mazenzele. Gans de torenspits vloog in de lucht. De klokkenstoel is grotendeels verbrijzeld en een deel van het torengewelf stortte in. De klokken bleven gespaard.
De torens van Baardegem, Moorsel, Meldert, Mollem en Bollebeek worden eveneens vernield of beschadigd. De Duitsers bedreigen die van Asse en Droeshout met hetzelfde lot.
Er kwam een verbod om nog de kerkklokken te luiden.
4 september
Gans de namieddag en avond trekken Duitse troepen naar Lebbeke en verder
naar Dendermonde.
Duitse troepen overnachten te Nijverseel ('t Luik) en verzwijgen hun plan, wraak
nemen tegen Lebbeke (waar menige Duitser door Belg. soldaten neergeschoten werd)
niet: 'Opwijck braaf, Merchtem slecht, Lebbeke zeer slecht!'.
Vreselijke oorlogsrazernij te Lebbeke: tientallen woningen worden door de
Duitsers in brand gestoken of beschadigd. Een 30-tal burgers worden vermoord. In
die eerste septemberdagen worden in Lebbeke ca. 400 mannen opgepakt en
weggevoerd.
Burgers van Lebbeke en Sint-Gillis worden door de Duitsers in de gevechten
gebruikt als levend schild.
Talrijke
Lebbeekse vluchtelingen trekken naar Opwijk.
De Belgische troepen trekken zich terug over de brug van Dendermonde, maar
lukken er niet in ze op te blazen.
De Duitsers beginnen in Dendermonde de eerste huizen te plunderen en in brand te
steken. Ook in Sint-Gillis en Dendermonde worden talrijke burgers vermoord.
's Avonds zitten veel vluchtelingen uit Lebbeke, Sint-Gillis,... in Opwijk. Een
twintigtal verblijven in ‘t pensionaat Lindemans (Schoolstraat). Zij vertellen
ijselijke dingen over de vreselijke strafexpedities van de Duitsers: moorden,
plunderingen, wegvoeringen van burgers, burgers als levend schild,...
5 september:
Opnieuw doortocht van Duitse troepen (ook met kanonnen) op Droeshout.
Terug zware gevechten in en rond Dendermonde. De Duitsers vernielen de
Scheldebrug, wellicht om een aanval van de Belgen in de rug te vermijden. De
stad wordt verder geplunderd en afgebrand.
Opnieuw Duitse strafexpedities in Lebbeke, Sint-Gillis en Dendermonde.
6 september
Dendermonde wordt verder geplunderd en platgebrand.
De Duitsers pogen vruchteloos een brug te leggen over de Schelde ter hoogte van Baasrode-Moerzeke.
Veel vluchtelingen uit Dendermonde, Sint-Gillis, Lebbeke,... in Opwijk.
7 september
Zowat gans den dag trekken Duitse troepen, langs Droeshout, naar Aalst en Gent.
8 september
De Duitsers trekken zich voor de eerste maal terug uit Dendermonde. Grote groepen trekken langs de steenweg (Nijverseel, Barreel, Mazenzele) met hun roofbuit uit Dendermonde en Lebbeke terug richting Asse.
9 september
Het Belgisch leger begint een 2de uitval uit den fortengordel Antwerpen, vooral om te verhinderen dat Duitse troepeneenheden van hier ingezet kunnen worden in de beslissende Slag aan de Marne (Frankrijk).
Dendermonde wordt opnieuw ingenomen door Belgische troepen. Enkele Duitsers worden bij verrassing gevangen genomen door Belgische soldaten in de Heirbaan in Opwijk.
10 september
Opnieuw grote Duitse troependoortocht op de grote steenweg Opwijk naar Dendermonde. Andermaal worden in Lebbeke burgers opgepakt om als levend schild te dienen.
De Koutermolen van Merchtem-Peizegem wordt in brand gestoken.
11 september
De poging van de Duitsers om Dendermonde opnieuw te veroveren mislukt. Gedeeltelijke terugtocht van Duitse troepen richting Brussel.
Zaterdag 12 september 1914
Pieter Englebert De Schryver (Buggenhout-Opstal, afkomstig van Waaienberg).
13 september
Op de middag trekken Duitse ruiters door Opwijk-dorp. Hun zonderlinge (donkerblauwe) uniform trekt de aandacht. Betweters vertellen dat het Russen zijn die te Baasrode ontscheept zijn!
14 september
In de namiddag verschijnen Belgische Jagers te Paard in Opwijk-dorp. Het waren vermoedelijk de laatste Belgische soldaten die men er te zien kreeg, voor enkele jaren!
Aanval van Belgische troepen van uit Buggenhout-bos op Lebbeke en Baasrode. De Duitsers incasseren klappen, met enkele doden en gekwetsten. Uit wraak steken zij drie hoven in brand en vermoorden en kwetsen enkele burgers.
15 september
Duitse troepen legeren nu bestendig op Droeshout (Bareel). Blijkbaar vrezen zij aanvallen. Burgers worden gedwongen om loopgraven te delven.
De Opwijkse burgemeester (dr. Benoit De Smedt), de pastoor van Droeshout (Eugeen Vermeylen), de burgemeester van Mazenzele (F.J. De Smedt) en de pastoor van Mazenzele (Octaaf De Smet) worden bij de Duitse hoofdman op de Bareel geconvoceerd. De burgemeester en de pastoor van Mazenzele waren al op de vlucht. De 2 Mazelse gemeenteschepenen worden dan maar tot 's anderdaags in hechtenis genomen.
De Duitsers doen een nieuwe poging om Dendermonde te heroveren.
16 september
Duitse patrouilles in Opwijk-dorp
Grote doortocht van Duitse troepen (met kanonnen) op de grote steenwegen (Droeshout, Nijverseel).
Tweede grote aanval van Duitse troepen op Dendermonde.
17 september
De Duitsers branden de Mazelse Lexismolen af (molen Van Ingelgem, Lepelstraat, schuins tegenover de huidige Molenstraat).
Terug doortocht van Duitse troepen door Opwijk en Droeshout naar Dendermonde waar opnieuw zwaar slag wordt geleverd, onder meer met zware artilleriebeschietingen. Ook 't stadhuis (met belfort) wordt daar door brand vernield.
De Duitsers trekken zich 's avonds grotendeels terug tot op Droeshout. Velen van hen overnachten op de verlaten hoeve van Frans De Smedt-Verbelen langs de Steenweg op Vilvoorde (op d'Hulst).
's Avonds en 's anderendaags, aankomst op wagens en karren van talrijke Duitse gekwetsten uit Dendermonde te Droeshout. De pastoor van Droeshout stelt voor deze naar het Rood Kruis (Pensionaat Lindemans) te Opwijk over te brengen. De Duitsers vertrouwen de zaak niet en verkiezen hun gekwetsten naar het veldlazaret van Wemmel te vervoeren.
De pastoor van Droeshout wordt opnieuw door de Duitsers bedreigd. Men verdenkt hem er van een draadloze telegraaf geplaatst te hebben en spionnen op de kerktoren toegelaten te hebben.
18 september
Op een zolder van een leegstaand huis in Nijverseel treft men een dode Duitse soldaat aan. Hoewel meteen alle buurtbewoners aangehouden en ondervraagd werden, bleek al snel dat de man in kwestie zichzelf een kogel door het hoofd had gejaagd. Hij werd ter plaatse in een boomgaard begraven. Eind 1915 werd hij herbegraven en kreeg hij een graf op het kerkhof van Merchtem.
De Duitsers ontruimen terug Dendermonde. 's Avonds worden zij, door een flankaanval vanuit Buggenhoutbos, teruggeslagen tot Droeshout, waar zij opnieuw loopgraven maken.
Belgische troepen doen verkenningen vanuit Dendermonde-Lebbeke tot op Nijverseel.
19 september
De pastoor van Droeshout, E. Vermeyen, wordt door de Duitsers met de dood bedreigd. Hij vlucht, in boer verkleed, langs 't hof ten Eeken naar Opstal, en verder tot in Holland.
Duitse troepen kamperen nu ook te Nijverseel.
20 september
's Morgens wordt de pastoor van Opwijk, F.A. Van der Velpen door Duitse soldaten in de pastorie aangehouden en meegenomen naar hun overste op Droeshout. Hij wordt door de Duitsers verward met de pastoor van Droeshout. Na verder onderzoek werd hij nog diezelfde vrijgelaten.
Men ziet hier ook voor 't eerst een vliegtuig in de lucht.
Maandag 21 september 1914
Duitse troepen legeren bestendig te Droeshout.
De pastoor van Mazenzele, Octaaf De Smet, trekt met zijn getuigen naar den krijgsraad te Meise (Ophasselt). Hij krijgt vrijspraak en de Duitser die hem had bestolen wordt veroordeeld.
22 september
Duitsers op Droeshout, Asse, Merchtem,.... Belgische troepen in Aalst, Lebbeke, Buggenhout,...
Schermutselingen tussen de twee groepen te Nijverseel.
23 september
De Duitsers kamperen tot in de nabijheid van het klooster in Opwijk, en zwerven ‘s avonds in het dorp.
25 september
Duitse troepen, met hun officieren, logeren ook op de hoeve De Smedt op d' Hulst.
Op bevel van de Duitsers, mag niemand na 8 uren buiten zijn huis gaan.
De Duitsers bedreigen opnieuw Dendermonde.
Zaterdag 26 september
26 en 27 sept. 1914 zijn ongetwijfeld de meest memorabele dagen van de oorlog voor Opwijk.
Bij de derde en laatste uitval van het Belg. leger wordt vanuit Dendermonde onder meer zuidwaarts aangevallen in de richting Opwijk, Merchtem en Asse. Een Belgische divisie moet de Duitsers vanuit Dendermonde 'de Front' aanvallen. Andere eenheden moeten de Duitse linie op de westelijke flank (vanuit Oordegem-Impe) en op oostelijke flank (vanuit St.-Amands,...) bestormen. Onder meer Opwijk (vooral 't Eeksken) en aangrenzende delen van de buurdorpen Lebbeke en Buggenhout zitten er midden in.
Er zijn zware gevechten, onder meer op de grens Opwijk (Eeksken), Buggenhout en Lebbeke. Maar ook in Buggenhout-centrum en-bos en in Opwijk (vooral rond de spoorweg) werd zwaar slag geleverd.
De Duitsers richten in de gebouwen van het pensionaat Lindemans (Schoolstraat) een Rood-Kruishospitaal in (Feldlazaret 1176p). Op 26-27 sept. werden er tientallen gekwetsten opgenomen, zowel Belgische soldaten als Duitsers. Omdat het hospitaal in de voorlinie lag werden de meeste gekwetsten 's avonds geëvacueerd naar Brussel.
Rond de middag wordt op 't Eeksken een Duitse soldaat door Belgische voorposten zwaar getroffen. Onder het voorwendsel 'Man hat geschossen' doen de Duitsers een wraakactie tegen de burgers. De verschrikte bewoners van de buurt worden uit hun huizen gehaald. Het gehucht wordt in brand gestoken. 10 huizen gaan, met hun inboedel, in vlammen op. De vrouwen en kinderen worden op de hoek van de straat samengebracht en moeten geknield blijven, met de handen in de lucht. Het mansvolk, 52 in totaal, worden gevangen door het dorp gevoerd en verder richting Mansteen.
De betrokken
zwaar gekwetste Duitse soldaat werd naar het veldlazaret in 't Pensionaat
Lindemans gevoerd. Hier konden de Opwijkse geneesheren B. De Smedt
(burgemeester) en Jozef Wynants de Duitse ambulancie-artsen overtuigen dat de
getroffen Duitse infanterist geschoten was door reguliere Belgische soldaten.
Hierdoor waren de burgers van 't Eeksken zeker onschuldig.
's Avonds kregen dokter B. De Smedt en Jan Lindemans (tolk), door tussenkomst
van de Duitse artsen, de gelegenheid om de zaak van de ter dood aangeschreven
mensen van 't Eeksken, te bepleiten bij de Duitse bevelhebbers.
Bange avond en nacht in Opwijk-dorp, met de Duitsers ingekwartierd en de Belgische troepen aan de overkant van de spoorweg.
Op Droeshout (Steenweg op Vilvoorde) moesten de 52 mannen van 't Eeksken ondertussen wachten op de uitvoering van hun doodsvonnis. De gemeenschappelijke kuil voor hun graf werd al gedolven. Frans De Keersmaecker (52 jaar, ° Buggenhout, wed. Maria Paula De Cock) wordt uit de hoop gevangenen gehaald en koelbloedig dood geschoten. Een volgende groep van veroordeelden stonden al klaar aan de grafkuil toen een Duitse officier (gelogeerd op de hoeve Fr. De Smedt op d'Hulst) ijlings te paard kwam aangereden met de boodschap en het bevel om de moordpartij onmiddellijk te stoppen. De tussenkomst van de Opwijkse geneesheren en de burgemeester bij de Duitse legerofficieren had dus vooralsnog geholpen. De mensen van 't Eeksken, behalve dan Frans De Keersmaecker, waren gered van de dood.
27 september
De gevechten duren nog voort. 's Morgens vallen ruim 500 Duitsers binnen in Opwijk-dorp en trekken naar de kerk. Zij vernielen delen van de kerkhofafsluiting.
Wegens de oorlogsomstandigheden hadden er in de kerk van Opwijk slechts 2 gelezen missen plaats. Er was geen hoogmis en geen lof. De inwoners hielden zich schuil in hun kelders of gemaakte putten, of gingen op de vlucht.
In de loop van
de dag herneemt het artillerievuur en verschillende huizen worden geraakt.
De Duitsers marcheren terug langs de grote steenweg (Droeshout en Nijverseel)
naar Lebbeke en Dendermonde.
Gewezen Opwijkenaar Lodewijk Karel Luypaert (° Opwijk 06-05-1875, x Peizegem 20-02-1912 Maria Julia De Raes) komt als burgerslachtoffer om bij de beschieting van de kerk van Peizegem door de Duitsers.
28 september
In Opwijk is het nu opnieuw rustig. De gevechten zijn verschoven vooral richting Buggenhout en Londerzeel-Breendonk.
Een gekwetste Belgische soldaat, Alfons Daese (Gent) sterft in het veldhospitaal in 't pensionaat Lindemans (Schoolstraat).
In deze dagen maakt veldwachter Jan Hermus zich erg verdienstelijk door op het slagveld, zelfs tot in Buggenhoutbos, de gevallen Belgische soldaten op te sporen en ze behoorlijk te begraven.
30 september
De doodgeschoten burger Frans De Keersmaecker en de soldaat Alfons Daese worden plechtig op het kerkhof van Opwijk begraven naast enkele andere Belgische soldaten die op de grens Opwijk (Eeksken)- Buggenhout-Lebbeke sneuvelden. De gesneuvelde soldaten worden later ontgraven en naar een militair kerkhof overgebracht.
1 - 15 oktober 1914
Ludovicus (Lodewijk) Du Bois (Mazenzele, Asse) sneuvelt eind september of begin oktober te Lier.
Donderdag 1 oktober
Na een nieuwe tegenaanval veroveren de Duitsers op 29 sept. opnieuw
Dendermonde. De Belgische troepen moeten zich andermaal, en nu definitief,
terugtrekken tot over de Schelde.
De Duitsers proberen kost wat kost de Scheldebrug in te nemen en over te steken,
maar slagen er niet in. De Veerbrug wordt uiteindelijk tegen de avond van 1 okt.
door het Belgische leger definitief opgeblazen.
2 oktober
Opnieuw grote doortocht van Duitse troepen in Mazenzele, Droeshout en Nijverseel.
De strijd
verplaatst zich in de richting van Zele, Berlare en Schoonaarde waar de Duitse
troepen uiteindelijk op 8 oktober over de Schelde zullen geraken.
De uittocht van een groot deel van de Belgische bevolking, o.m. vanuit Antwerpen
naar Nederland, is begonnen.
4 oktober
Heel wat vluchtelingen uit Sint-Gillis en Dendermonde komen aan in Opwijk. Zij vinden onderdak in de Sint-Pauluszaal en in de gemeenteschool (Schoolstraat). Zij moeten door de gemeente onderhouden worden.
In Opwijk-dorp komen een 200-tal Duitsers aan. Zij logeren aan 't station. De officieren verblijven in de villa van not. F. Wynants (Marktstraat-Stationsstraat). In het Pensionaat Lindemans (Schoolstraat) wordt opnieuw een Duits veldlazaret opgericht met Duitse artsen en Rood-Kruis militairen. De artsen logeren op de pastorie, in het pensionaat en in woonhuizen op de Singel.
5 oktober
Leo De Roep sterft aan zijn kwetsuren in het krijgshospitaal van Antwerpen. Geboren te Opwijk 29-05-1888, oudste zoon van Joseph-Guillaume en Marie-Jeanne Carlier, Droeshout-Mazelstraat. Hij was soldaat 3de Linieregiment. Begraven op de Belgische Militaire Begraafplaats Schoonselhof te Antwerpen (Hoboken-Wilrijk).
7 oktober
Het Belgische veldleger moet zich volledig terugtrekken. Zowat alle forten rond Antwerpen zijn gevallen. Alleen Liezele en Breendonk houden het nog even vol. De beslissende aanval op de Vesting Antwerpen begint.
Ook de volgende dagen trekken aanzienlijke Duitse troepen door onze dorpen, richting Rechter Schelde-oever, Waasland, Antwerpen, Gent,... Ook via de spoorlijnen.
8 oktober
Duitsers nestelen zich in Opwijk-dorp, in 't pensionaat Lindemans, in de pastorie, in de Villa Wynants, ...
De volgende dagen keren heel wat Opwijkse vluchtelingen (o.a. die van 't Eeksken) terug in 't dorp.
9 oktober
De Belgische en Engelse troepen in Antwerpen vluchten ook, over de Schelde naar het westen (via noord Vlaanderen, richting IJzer). De Scheldebrug (pontonbrug), wordt door de achteruittrekkende troepen opgeblazen. Het Duits bombardement wordt gestaakt en de eerste Duitse troepen trekken rond de middag de stad in.
10 oktober
De vesting Antwerpen valt volledig in Duitse handen.
Bij de wanordelijke terugtrekking van de laatste vestingtroepen (Antwerpen) naar het westen (richting IJzer) zijn ong. 33.000 soldaten en officieren de grens met Nederland overgestoken om niet geïsoleerd te raken. Sommigen deden dit ongetwijfeld op eigen houtje. Al deze vluchtende soldaten werden in het neutrale Nederland krijgsgevangen genomen (geïnterneerd) voor de rest van de oorlog. Hieronder ook enkele tientallen Opwijkenaren en Mazelaars.
In de nu definitief bezette gebieden, waaronder dus ook onze dorpen, organiseren de Duitsers zich op hun eigen manier. Zij trachten de bevolking en de ganse leefwereld naar hun hand te zetten, o.m. met een stroom aan wetten en verordeningen. De eerste verscheen al op 2 september 1914 (gepubliceerd 5 sept.), met een proclamatie van de Duitse gouverneur-generaal in België, Colmar von der Goltz. De wetten en verordeningen werden onder meer via affiches ruim meegedeeld aan de bevolking. Zij waren in de drie talen opgesteld (Nederlands-Frans-Duits). Vanaf eind september werden diverse verordeningen die elke burger zowat rechtstreeks aanbelangde uitgevaardigd. De bevolking wist meteen dat er hun moeilijke tijden te wachten stonden.