Archeologie onderzoek in Opwijk-dorp (najaar 2005)

Artikel verschenen in HOM-tijdschrift 2005-2, pag. 5-6 van HOM-binnenkrant


In Opwijk-dorp werden de laatste paar maanden enkele archeologische opzoekingen uitgevoerd. En er staat voor de komende maanden (en jaren?) nog heel wat op stapel!

Alhoewel het gemeentebestuur het hier en daar probeert te verkopen alsof zij de grote en goede initiatiefnemer is voor de bewaring van het Opwijks archeologisch patrimonium, doet zij niet meer (en wellicht dan nog met ferme tegenzin) dan dat waartoe zij verplicht wordt door de regelgeving ter zake  (o.m. besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 –gewijzigd bij decreet van 18 mei 1999 en 28 februari 2003- houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003, en de geest van het verdrag van Malta van 16 januari 1992 (Conventie van Valletta) die momenteel wordt geïmplementeerd in de wetgeving).

Van 27 september tot 6 oktober 2005 werd archeologische prospectie uitgevoerd:

op het terrein van de projectzone I van het BPA. nr. 4 'Gasthuis' (op de plaats van het oude Gasthuis langsheen Marktstraat-Gasthuisstraat en nabij de huidige NIJDROP);
op de Borchtsite naast het domein van het Hof ten Hemelrijk;
op de plaats van de toekomstige NIJDROP (achter het gebouw van de gemeentelijke bibliotheek).

Dit proefsleuvenonderzoek had als doel vast te stellen of in de door de zones archeologisch patrimonium aanwezig is dat verder onderzoek vereist.

Het gemeentebestuur ontving het prospectierapport op 24 oktober 2005 en wist hiermee dat zowel op het terrein van de projectzone I van het BPA. nr. 4 'Gasthuis' als op de Borchtsite verder plaatselijk archeologisch onderzoek nodig was.

Meer details en het volledige resultaat van deze prospecties brengen wij u in het volgende nummer van dit tijdschrift.

Voor het gemeentebestuur kreeg intussen het project van BPA nr. 4 'Gasthuis' (tussen Gasthuisstraat en Ringlaan) de hoogste prioriteit. Men wil immers absoluut het begin van de eigenlijke bouwwerken voor het publiek zichtbaar maken tegen 8 oktober 2006 (gemeenteraadsverkiezingen)!

In onze lijst met opmerkingen bij de uitvoering van werken aan de Asbeek, met gedeeltelijke heraanleg in overwelving en gedeeltelijk in open bedding, en aanleg van wachtbekkens tussen de Gasthuisstraat en de Ringlaan die wij in het kader van het openbaar onderzoek (januari 2006) aan het college overmaakten, schreven wij ook:

-
- de zone van de werken ligt grotendeel in 'Reinaartsbrugge', d.i. de plaats van het oorspronkelijk 'Neerwijk' of dorpscentrum van Opwijk aan de brug van de heerbaan Brussel-Dendermonde (over Merchtem en Lebbeke) over de Asbeek, vóór de verplaatsing van het dorpscentrum rond de huidige Sint-Pauluskerk.
Deze zone is ontegensprekelijk historisch en archeologisch belangrijk.
Wij pleiten dan ook met aandrang voor grondig voorafgaand archeologisch onderzoek en een degelijk en permanent archeologisch toezicht en begeleiding bij de uitvoering van de werken.
Deze opmerking is uiteraard ook van toepassing voor de andere grond- en bouwwerken in deze zone (wegeniswerken, gebouwen,…)
-

- zie http://www.bloggen.be/heemkringopwijk/archief.php?ID=34

Wij beperking ons in deze bijdrage verder tot dit project langsheen de Gasthuisstraat en de Marktstraat.

Met een brief van 10 januari 2006 laat de Afdeling Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap aan het Opwijks gemeentebestuur weten:

Het spreekt voor zich dat onze diensten achter een uitbreiding van de betreffende sleuf staan, maar een opgravingsvergunning kan in dit stadium nog niet worden afgeleverd.

In het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 12 december 2003, staat gestipuleerd wie een opgravingsvergunning kan aanvragen.

Aangezien de archeoloog die de opgraving gaat uitvoeren nog niet is aangesteld, zal het opmaken van een vergunning pas kunnen gebeuren van zodra een archeoloog aangesteld die het project tot een goed einde kan leiden.

Aan de gemeenteraad van 23 maart 2006 werd dan ook voorgelegd (punt 2. van de openbare zitting):

a) Beslissing betreffende de indienstneming van een archeoloog (m/v) in contractueel verband voor de periode van twee maanden in het kader van archeologisch onderzoek op de projectzone nr. 1 – BPA nr. 4 – Gasthuis.

b) Machtiging van het College van Burgemeester en Schepenen houdende de beslissing tot indienstneming van de bovenvermelde archeoloog (m/v).

Met een brief van 17 januari 2006 diende de gemeente aan het provinciebestuur een aanvraag in voor subsidiëring voor 'urgente noodopgraving' (hoewel de gemeente al maanden –zoniet jaren- bezig is met het project). In deze brief wordt ook gesteld dat voor het project BPA 'Nanove' (verkavelingstraat dwars door de Borchtsite) een afzonderlijk dossier zal ingediend worden door de NV Haviland (nogal logisch, vermits Haviland mede-eigenaar en initiatiefnemer heet te zijn voor deze verkavelingsstraat).

Gelijktijdig schreef de gemeente ook het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed aan (met de vraag voor logistieke steun), alsook de bevoegde minister (eveneens voor financiële steun, vooral voor het project op de Borchtsite in het BPA Nanove).

WORDT VERVOLGD 


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-