Archeologische monumentenzorg in Opwijk - II

Artikel verschenen in HOM-tijdschrift 1997-4, pag. 32-35


I. De Borchtsite

II. Het vroegere Hof ten Eecken

Op 10 november '98 werd een openbaar onderzoek voor een verkaveling aan het Hof ten Eeken afgesloten.

Het verkavelingsplan voorziet het volbouwen van de open ruimte ten westen (kant Nijverseel) van het huidige Hof, tot tegen de percelen langs de Klaarstraat en de Bolstraat.

De plaats van het historische Hof ten Eecken wordt doorsneden door een nieuwe straat voor deze verkaveling.

Dit Hof, van feodale oorsprong, werd in de 13de eeuw de zetel van een belangrijk leengoed. Het was het voornaamste landbouwbedrijf van Opwijk.

In de 16de-17de eeuw bestond het Hof uit een 'casteel' ('speelhuys', 'huys van plaisantie',...) op een motte die ingesloten was in een waterwal (de 'rampaerden'), met daarachter een grote en eveneens omwalde rechthoekige lusttuin. Langs de huidige Klaarstraat stond het gedeeltelijk omwald neerhof. Dit was een vrij aanzienlijke boerderij (36 bunder land in de 15de eeuw). In 1706 werd het kasteel en het neerhof door Franse soldaten afgebrand en verwoest. Beide werden heropgebouwd, maar reeds in het 1ste kwartaal van de 18de eeuw bouwde men ernaast langs de oostkant- (kant Bunders) een nieuw pachthof waarvan er nog delen bestaan in het huidige Hof. De laatste zichtbare bouwelementen van het vroegere Hof ten Eecken met het kasteel, verdwenen pas in de 2de helft van vorige eeuw. Sporen van de omwallingen zijn nu nog zichtbaar.

De plaats van het geheel van het vroegere Hof ten Eecken is voor de geschiedenis van uitzonderlijk belang. (1)

 

Het Hof ten Eecken in het kaartboek 1725-'26.

Onderaan de huidige Klaarstraat en links de Bolstraat. Rechts de Dreef met daaraan het „Nieuw Hof' (op de plaats van het huidige hof).

Linksonder, aan de straat, het heropgebouwd deels omwalde neerhof en daarachter de omwalde motte waarop het in 1706 verwoest 'casteel' stond.

Dit 'casteel' was in 1725-'26 nog niet heropgebouwd. Daarachter de met een watergordel en een dubbele bomenrij omringde lusthof.

De nummers van de percelen verwijzen naar het metingboek: nr. 139 'het

boonveldeken', nr. 140 „de ramparde, de wallen, den hof met het out pachthof' en nr. 141 „den boomgaard met het nieuw pachthof').

In het kader van dit openbaar onderzoek diende de Heemkring met de hiernavolgende brief dd. 9 november 1998 haar opmer¬kingen en bezwaren in.

Mijnheer de Burgemeester, Mevrouwen en Heren Schepenen,

Betreft:

aanvraag verkavelingsvergunning Klaarstraat-Bolstraat (achter Hof ten Eeken) door de heer L. Cooreman (Dendermonde).

Openbaar onderzoek.

In het kader van het lopende openbaar onderzoek voor de in rubriek vermelde aanvraag tot verkavelingsvergunning, wensen wij U onze hiernavolgende opmerkingen en bezwaren over te maken.

Het voorgestelde verkavelingsplan toont aan dat de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg de inplantingsplaats van het voormalige Hof ten Eeken volledig doorsnijdt. Ook de voorziene loten nrs. 1 en 23 bezetten deels deze site. Zie de afbeelding van het vroegere Hof en omgeving in het kaartboek 1725-'26 hierbij gevoegd, alsook de Ferrariskaart van ca. 1775 en de afbeelding op het primitief kadasterplan van ca. 1823.

Historisch gezien is deze plaats voor de geschiedenis van de gemeente Opwijk van uitzonderlijk belang. Wij verwijzen hieromtrent onder meer naar de Geschiedenis van Opwijk door Dr. Jan Lindemans, p. 56 tot 61 en naar de Toponymie van Opwijk eveneens door Dr. Jan Lindemans, nr. 346, p. 55-56.

Op de bijgevoegde afbeeldingen is duidelijk te zien dat zowel de resten van het vroegere neerhof (langsheen de huidige Klaarstraat) als van de omwalde motte, waarop het 'kasteel' stond, door de nieuw aan te leggen weg volledig doorsneden wordt.

Het lijkt ons daarom ten zeerste aangewezen om voorafgaand een uitgebreid archeologisch onderzoek op deze plaats uit te voeren teneinde zoveel mogelijk gegevens te vergaren vooraleer het bodemarchief onherroepelijk verloren gaat. Nog beter is het uiteraard om deze plaats te vrijwaren door de verkaveling langs een andere kant te ontsluiten en de betrokken percelen ongemoeid te laten.

Wij willen u in dit verband wijzen op het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium en op de uitvoeringsbesluiten van 20 april 1994 van dit decreet. Hierin wordt duidelijk aangegeven dat het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium ingeschakeld dient te worden wanneer belangrijke archeologische resten verwacht kunnen worden.

Het HOM-bestuur wenst dat zijn opmerkingen en bezwaren opgetekend worden in het proces-verbaal van het openbaar onderzoek en hoopt dat er met deze opmerkingen en bezwaren zal rekening gehouden worden.

Met de meeste hoogachting,

voor het Heemkring-bestuur

 

Jan MEEUSSEN, bestuurder

Ingo LUYPAERT, voorzitter

In tegenstelling met de situatie op de Borchtsite -zie hierboven- is de plaats van het vroegere Hof ten Eecken reëel bedreigd door de verkavelingplannen. Een zogenaamd 'noodonderzoek' zou hier dan wèl verantwoord zijn.

Met een brief van 16 december 1998 aan het College van Burgemeester en Schepenen van Opwijk geeft het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium (I.A.P., Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) een advies betreffende deze verkavelingsplannen. Het Instituut bevestigd het uitzonderlijke belang van het 'Hof ten Eecken' voor de geschiedenis van Opwijk. Het wijst het College op de bepalingen van art. 8 van het decreet 'houdende bescherming van het archeologisch patrimonium' van 30 juni 1993. Dit artikel bepaalt de verplichtingen van de eigenaar, de gebruiker of een andere vinder in het geval van zogenaamde 'toevalsvondsten' die bijvoorbeeld tijdens de werken kunnen aangetroffen worden. Deze bepalingen en verplichtingen zijn sowieso van toepassing. (2)

Het I.A.P. stelt in haar brief dat, om te vermijden dat de in uitvoering zijnde bouwwerken vertraging zouden oplopen ten gevolge van deze 'toevalsvondsten', dat de procedure zowel in het belang van de eigenaar/bouwheer, als in het belang van het archeologisch onderzoek kan worden vereenvoudigd. Het volstaat om archeologisch noodonderzoek toe te laten binnen het bedreigde volume aan grond en daarna de nieuwbouw te laten starten, zonder dat die dan nog hoeft te worden onderbroken.

Het besluit van het I.A.P. luidt: 'Wij adviseren dan ook een bouwvergun¬ning af te leveren op voorwaarde dat vóór de aanvang van de eigenlijke nieuwbouw archeologisch noodonderzoek wordt toegestaan.'.

Op 2 februari 1999 wordt de 'Goedkeuring van de voorwaarden van een overeenkomst betreffende het uitvoeren van infrastructuurwerken in een toekomstige verkaveling nabij de Klaarstraat' en anderzijds de 'Goedkeuring van de plannen, het bestek en de kostprijsraming betreffende de noodzakelijke uit te voeren infrastructuurwerken, de aanleg van de nodige nutsvoorzieningen in een private verkaveling nabij de Klaarstraat' aan de gemeenteraad voorgelegd. Beide punten worden met een ruime meerderheid goedgekeurd.

Bij de besluiten uit de notulen van de gemeenteraad lezen wij:

Art. 1:

Het bezwaar van Heemkring Opwijk-Mazenzele, Bolstraat 93 te 1745 Opwijk in datum van 09 november 1998 wordt als volgt weerlegd:

De percelen zijn volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse gelegen in het woongebied. Het verkavelen van percelen grond voor het bouwen van éénsgezinswoningen is in overeenstemming met de voorwaarden van het gewestplan. Volgens artikel 8 van het decreet 'houdende bescherming van het archeologisch patrimonium' moet het I.A.P. binnen de 3 dagen verwittigd worden van eventuele archeologische vondsten. Deze voorwaarde kan in de bouwvergunning voor de weg opgenomen worden.

Wij vinden dat deze weerlegging door het gemeentebestuur van de opmerkingen en bezwaren van onze Heemkring helemaal niet objectief is en volledig naast de kwestie is. Zij getuigt bovendien van een gebrek aan inzicht in de decreetgeving betreffende de bescherming van het archeologisch patrimonium:

- in onze opmerkingen en bezwaren dd. 9 november 1998 betwisten wij op geen enkele wijze dat het bouwen van ééngezinswoningen in de betrokken zone in overeenstemming is met het geldende gewestplan.

Het antwoord van de gemeente is dus volledig naast de kwestie.

- de verplichtingen en bepalingen vervat in art. 8 van het decreet 'houdende bescherming van het archeologisch patrimonium' van 30 juni 1993 dienen helemaal niet in de bouwvergunning voor de weg opgenomen te worden. Deze bepalingen zijn sowieso steeds van kracht, ook zonder bijkomende specificatie.
- volgens de verkavelingsplannen vormt niet alleen de aanleg van de weg een bedreiging van het archeologisch patrimonium. De plaats van het vroegere Hof ten Eecken strekt zich ook uit over meerdere bouwpercelen langsheen deze nieuwe straat.

In de overwegingen en in de besluiten van de notulen van de gemeenteraad van 2 februari 1999 wordt op generlei wijze verwezen naar het advies gegeven door het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium met haar brief van 16 december 1998.

Moeten wij hierin het achterhouden van informatie en een voorafgaand manoeuvreren van de gemeenteraadsbeslissing zien?

De notulen van de gemeenteraad verwijzen wel naar diverse andere adviezen van verschillende instanties betreffende andere aspecten voor de nieuwe verkaveling. Waarom dit onderscheid?

Onze heemkundige vereniging blijft ijveren voor de bescherming van dit enig archeologisch erfgoed dat gevormd wordt door de restanten van het vroegere Hof ten Eecken met al zijn aanhorigheden.

Wij houden onze lezers op de hoogte!


(1) Voor algemeen historische informatie rond het oude Hof ten Eeken en haar eigenaars en bewoners en de leengoederen ten Eeken kunnen wij o.m. verwijzen naar:
- Toponymie van Opwijk, door Dr. Jan Lindemans, 1930 (heruitgave HOM 1997), p. 55-56, nr. 346.
- Geschiedenis der gemeente Opwijk, door Dr. Jan Lindemans, 1937-1939 (heruitgave DF-Opwijk 1983), p. 56-61, 150-151.
(1)

 

De kans bestaat dat bij grondwerken, waar doorgaans zwaar materieel wordt ingezet, het bodemarchief onherroepelijk verloren gaat wanneer geen verplichting voor voorafgaand archeologisch onderzoek wordt opgelegd.

Daarenboven ligt het verkavelingsterrein merkelijk lager dan de bestaande Klaarstraat waarop de nieuwe verkavelingsstraat moet aansluiten.

Er zijn dus voor de wegenwerken weinig uitgravingen nodig zijn, maar vooral ophogingen.

De kans op archeologische „toevalsvondsten' bij uitgravingen zal hier dan ook klein zijn.

Maurice WILLOCX

en HOM-bestuur

 

Het Hof ten Eecken op het kadasterplan Ph. Van der Maelen (1847).

Vergelijk deze afbeelding met deze op p. 34 (1725-'26) en op de voorkaft (ca. 1775).

Het kasteel op de motte werd heropgebouwd ca. 1750.

De handgeschreven aanduidingen zijn van de hand van Dr. Jan Lindemans.


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-