HOM - Heemkundige bijdragen


Het kerkhof van Droeshout 

Deze tekst werd overgenomen uit de publicatie uitgegeven door Heemkring Opwijk-Mazenzele bij de realisatie van Open Monumentendag op 8-9 september 2002. Op meerdere plaatsen in de tekst wordt verwezen naar pagina's van andere delen in de publicatie. Een aantal van deze delen zijn ook op deze HOM-internetset raadpleegbaar.

Fotopagina 1 Fotopagina 2 Fotopagina 3 Fotopagina 4

Begraafplaatsen - Algemeen

Sedert het ontstaan van een parochie met een kapel of kerk werden de overleden parochianen rond de kerk begraven. Later moest dit kerkhof met een muur omheind worden en drong de geestelijke (en burgerlijke) overheid aan op een goed onderhouden begraafplaats. Invloedrijke mensen en kerkbedienaars (pastoors) werden tot het einde van de 18e eeuw veelal in de kerk zelf begraven, vaak onder een nogal instructieve grafsteen of in een ander grafmonument. Keizer Jozef II schafte in 1784 dit gebruik o.a. om hygiënische reden af. Reeds vroeger in de steden en later in de meeste dorpen werden de kerkhoven buiten de onmiddellijke omgeving van de kerk ingeplant. Op Droeshout bleef het kerkhof wel spreekwoordelijk onder de kerktoren.

Op 27 februari 1864 wees het Hof van Cassatie het beheer van de kerkhoven en begraafplaatsen toe aan de (gemeentelijke) burgerlijke macht, ongeacht de bezitter van het eigendomsrecht van de grond. Vanaf dat ogenblik konden kerkfabrieken en consistories geen percelen meer gunnen en werden de begraafplaatsen niet meer in hun geheel gewijd. Alle filosofische en geloofsovertuigingen werden gedoogd; het begraven werd voortaan als een burgerlijk aangelegenheid beschouwd.

De begravingen worden heden ten dage geregeld door de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd door de wet van 20 september 1998.

De lijkverbranding werd in ons land bij wet geregeld op 21 maart 1932. De as mocht alleen op de begraafplaats begraven worden. Sedert de wet van 20 juli 1971 wordt de as begraven in een urne, bijgezet in een columbarium of verstrooid op een strooiweide op de begraafplaats. Deze regeling deed het aantal crematies sterk toenemen, ook voor onze plattelandsdorpen.

Het kerkhof van Droeshout

In 1894-'95 werd door de Opwijkse onderpastoor Jan Frans Drijvers (Opwijk 1890-1897) op grond van pastoor Jozef Maria De Munter van Mollem (onderpastoor te Opwijk 1874-1890) een kapel gebouwd als voorlopige kerk voor de nog op te richten nieuwe parochie Droeshout - zie 6 .

De pastorie werd vermoedelijk gelijktijdig met de parochiekapel gebouwd in 1894-'95 en stond in elk geval ter beschikking van pastoor Eugeen Vermeyen bij zijn inhaling te Droeshout in april 1895.

De eerste kapel en de pastorie werden gebouwd op respectievelijk de noordoostelijke en de noordwestelijke hoek van een perceel van ca. 1ha02a30ca, langs de zuidkant van de (toenmalige) provinciebaan Aalst-Vilvoorde (nu gewestweg N211 - Steenweg op Vilvoorde). Het perceel was gelegen in het Hoog Langveld, ongeveer in het midden tussen de Langeveldstraat en de Groene weg (of Lindekensweg). Het heeft een een lengte aan de steenweg van ca. 100 m en een gemiddelde diepte, in zuidelijke richting, van ca. 90 meter.

In 1897 zijn er nog geruchten en acties voor de verplaatsing van het parochiecentrum naar gronden naast de dreef naar „chateau d'Hulst” (goed van Frans De Smedt). Deze voorstellen werden niet gerealiseerd.

Tussen de eerste kapel en de pastorie bleef ca. 70 meter open ruimte, waar later, in 1909-1911 de „nieuwe” kerk gebouwd werd - zie p. 6.

Nog op hetzelfde perceel, achter de (voorlopige) pastorie, werd in 1896-1897 de eerste lagere school gebouwd. Deze werd, samen met de Mariagrot (Lourdesgrot) tussen de kerk en de school, afgebroken in 1968.

Het kerkhof werd in 1898 aangelegd op het zuid-westelijk deel van het perceel, met de noordelijke afsluitingsmuur evenwijdig aan de steenweg op ca. 65 m afstand.

In 1956-'57 werd achter de vroegere kapel (nu parochiezaal) op het zuid-oostelijk deel van het perceel, een nieuwe jongensschool gebouwd.

Ook in 1956-1957 werd tussen de „nieuwe” kerk en het kerkhof een nieuwe meisjesschool gebouwd (2 verdiepingen). Een uitbreiding (1 verdieping) volgde in 1967-1968.

Alle parochiale voorzieningen, t.t.z. het eerste kerkje, de pastorie, de parochiescholen, het kerkhof (deel vóór de vergrotingen van 1959 en 1980) en de „nieuwe” kerk„ (1909-1911), werden dus gerealiseerd op dat ene perceel van 1ha02a30ca.

Vóór de aanleg van de steenweg (1827) maakte dit stuk grond deel uit van een groter perceel dan reikte tot aan de oude heerweg Aalst-Mechelen (nu Oude Mechelbaan). In de 19e eeuw behoorden beide deelpercelen, langs weerszijden van de nieuwe steenweg, toe aan dezelfde eigenaar.

Pastoor E. Vermeyen ijverde van in het begin, met de hem eigen zijnde vastberadenheid en doorzettingsvermogen (en wellicht vóór hem ook pastoor De Munter en onderpastoor Drijvers) voor een eigen kerkhof op Droeshout.

De begravingen van de Droeshoutse parochianen gebeurden aanvankelijk te Opwijk en deels ook te Merchtem vermits de nieuwe parochie ook instond voor enkele buurtschappen die bij de gemeente Merchtem behoorden (Weyenberg en Paddebroeken).

Tijdens de vergadering van 7 maart 1897 besloot de kerkfabriek van Droeshout, onder voorzitterschap van Petrus De Block, de gemeenteoverheid van Opwijk te verzoeken de nodige stappen te doen voor de inrichting van een parochiële begraafplaats te Droeshout, dit „overwegende de grooten afstand van het gemeentekerkhof; overwegende de slechte wegen die naar gemeld kerkhof leiden; overwegende de tegenwoordige moeilijkheid die zich voordoet in de grafenissen der lijken van gemelde parochie; overwegende de kleine onkosten voor de gemeente daar Mijnheer pastoor De Munter te Molhem bereid is om op de wijk E nr. 589 des kadasters de noodige grond aan de gemeente te geven ...”

In zitting van 11 maart 1898 nam de gemeenteraad van Opwijk de gift van E.H. De Munter van 15a grond voor het maken van het kerkhof op Droeshout aan, dit onder voorbehoud van goedkeuring door de hogere overheid.

In de zitting van 27 oktober 1897 gaf de bestendige deputatie van de provincie Brabant gunstig advies betreffende het besluit van het gemeentebestuur van Opwijk en door het K.B. van 10 januari 1898 werd het kerkhof toegestaan.

Zowel voor als na de afkondiging van dit K.B. ondervond de zaak van het kerkhof heel wat moeilijkheden en vertragingen, vooral ten gevolge van de hardnekkige tegenkanting, op diverse wijzen (ook met een petitie tegen de nieuwe parochie), van de familie Frans De Smedt (gemeenteraadslid, op „chateau” d'Hulst). Hij stelde een alternatieve inplanting voor, ten noorden van de Oude Mechelbaan naar d'Hulst op. Er werden daar zelfs grondproeven gedaan (december 1897).

Frans De Smedt, wiens zuster eigendom liggen had achter het perceel vooropgesteld voor het nieuwe kerkhof, voerde ondermeer het argument naar voor dat de inplanting van het kerkhof zo dicht bij het nieuwe dorpscentrum, om hygenische reden niet verantwoord was. Vooral de nabijheid van de school zou een probleem zijn.

Ook hier was de invloed en het doorzettingsvermogen van pastoor Vermeyen bepalend voor de goede afloop.

Het plan van het nieuwe kerkhof werd opgemaakt door architect Jules Ran uit Brussel. De aanbesteding der werken had plaats op 29 juli 1898. De werken werden toegewezen aan Jan en Louis Van der Beken uit Asse voor de som van F 4.899. De steen o.a. voor de kerkhofmuur werd op het kerkhof zelf gemaakt. De overschot van van de oven is gestort onder de dreef naar het kerkhof.

De haag van de toegangsdreef werd geplant door een zekere Meert uit Lebbeke. De twee eerste bomen langs de steenweg waren Judasbomen (Cercis siliquastrum) - zie hoofdstuk „Symbolen in ons bouwkundig erfgoed”, p. 24).

Pastoor Vermeyen legde de eerste steen op 17 september en de laatste steen op 27 oktober 1898. De zegening van het kerkhof door deken Leyten van Asse had plaats ter gelegenheid van een kerkvisitatie op 27 oktober 1898.

De eerste begrafenis op het nieuwe kerkhof had plaats eind december 1898: het was het doodgeboren kindje van koster Vincent Heuvinck (overleden op 20 december).

De eerste missie in de nieuwe parochie Droeshout werd gepreekt op 9 november 1901 door de paters Didactus en Innocentus van het klooster van Lokeren. Bij die gelegenheid schonken de parochianen 75 frank om het missiekruis te kopen. In dezelfde missie is het calvariekruis op het kerkhof gezegend.

Gezien de dringende noodzaak werd door de gemeenteraad van Opwijk, in zitting van 3 augustus 1956 besloten het bestaande kerkhof, groot ca. 15a 40ca, te vergroten met ca 20a, ondanks enig verzet van bepaalde mensen. De gemeenteraad van 4 januari 1957 bevestigde de beslissing van 3.8.1956 met dien verstande dat de oppervlakte van de vergroting teruggebracht werd tot 15a. De nodige gronden werden aangeworven door onteigening om reden van openbaar nut. Het nieuw gedeelte van het kerkhof werd ingezegend in 1959.

Bij de vergroting werden een aantal ontgravingen en verplaatsingen van het oorspronkelijk kerkhof naar de uitbreiding gedaan, onder meer om een betere inplanting en groepering van de graven van oudstrijders te kunnen realiseren.

Bij deze eerste vergroting werd ook een nieuw monument voor de gesneuvelde oudstrijders op het kerkhof gebouwd, waarin de naamplaat uit de Mariagrot werd verwerkt.

Met de vergroting werd ook de zuidelijke bakstenen afsluitingsmuur van het aanvankelijk kerkhof afgebroken. De grondvesten blijven tot vandaag de dag nog voor een groot gedeelte zichtbaar zodat de vorm en de afmetingen van het oorspronkelijk kerk nog duidelijk zichtbaar zijn.

In 1978 diende andermaal beslist te worden een vergroting van het kerkhof door te voeren. Het nieuwe gedeelte beslaat 28a 97ca zodat het ganse kerkhof nu ca. 59a 37ca groot is. Deze vergroting werd uitgevoerd in 1980.

Het geldend ruimtelijk bestemmingsplan, met name het Gewestplan (1977), laat nog een uitbreiding van het kerkhof toe zuidwaarts, met niet minder dan ca. 85 aren, dus ruim meer dan een verdubbeling van het huidige kerkhof. De begraafplaats zou dan reiken tot aan de achterkant en zijkant van de percelen van de Langeveldweg en tot tegen de Groene weg (verbinding Steenweg op Vilvoorde - Langeveldweg). Dit lijkt ons geen realistische visie.

Tot eind september 2001 werden er op het Droeshouts kerkhof meer dan 1.800 mensen begraven.

Het oorspronkelijk deel van het kerkhof (1898), met de vorm van een vierhoek met niet-evenwijdige zijden, met een gemiddelde diepte van ca. 71 m en een breedte varierend van ca. 10,50 tot ca. 34 meter heeft een oppervlakte van ca. 15a 40ca. Het was vrij eenvoudig ingedeeld, met twee langswegen en twee dwarswegen. Aan de centrale dwarsgang werd een groot gietijzeren calvariekruis geplaats op een rotshelling. Langs de overzijde van deze dwarsgang bevindt zich het grafmonument van pastoor Vermeyen en van enkele belangrijke Droeshoutse families - zie verder. Het zijn meestal graven op concessiegrond (vroeger „Eeuwigdurende eigendom”, sinds 1971 beperkt tot max. 50 jaar). Er liggen ook nog een aantal andere geconcedeerde graven her en der verspreid over het kerkhof.

De kindergraven bevinden zich langs de noordelijke afsluitingsmuur (kant nieuwe meisjesschool en huidige kerk). Op uitzondering van de graven langs de oostzijde van de centrale dwarsgang (op één na) en van de kindergraven langsheen de afsluitingsmuur, liggen alle graven naar het oosten gericht.

In totaal zijn er ca. 310 individuele begraafplaatsen op het oorspronkelijk deel van het kerkhof.

Vroegere (gedeeltelijke) ontruimingen en ontruiming van individuele graven wegens verwaarlozing deden de eerste generatie grafstenen en -monumenten verdwijnen. Vele vrijgekomen percelen op het oude kerkhof liggen reeds sinds vele jaren leeg.

De toegang tot het kerkhof gebeurde vanop de steenweg langs een dreef naast het eerste kerkje. De toegangspoort bevond zich aan de noord-oostelijke hoek van de begraafplaats (op de plaats waar zij zich nu nog steeds bevind).

Vlak bij de ingang met grille, bevond zich een zone met ongewijde grond. Deze plaats was afgebakend met stenen palen.
Langs de noordzijde (kant kerk), dus in de zone van de kindergraven bevinden zich, ingebouwd in de noordelijke afsluitingsmuur, twee grafstenen. Eén ervan is van Jan Theodoor Verdoodt, ° Opwijk 8 sept. 1832, † Droeshout 16 juni 1906, echtgenoot van Petronella Michiels.

Op deze plaats, met een breedte van ca. 1,20 m, is de muur minder dik en met een andere steen gebouwd. Was hier ooit een tweede toegang (verbinding vanaan het portaal van de „nieuwe” kerk en de pastorie)? In elk geval, na de afbraak van de Mariagrot (tussen de de oude meisjesschool achter de pastorie en de „nieuwe” kerk) werd het voorstel geopperd om daar een directe verbinding naar het kerkhof te creëren, waardoor de lijkstoet na de kerkdienst de steeds drukker wordende steenweg niet meer moest passeren. Het voorstel werd niet uitgevoerd.

Enkele merkwaardige grafmonumenten

Naast de talrijke grafstenen met een grote sociaal-historische waarde en de grafstenen met een rijke symboliekwaarde - zie onder andere de verwijzingen in het hoofdstuk „Funeraire symboliek”, bezit het kerkhof van Droeshout nog een aantal andere grafstenen of -tomben van monumentale waarde. Sommige hebben duidelijke neogotische, neoklassieke en/of eclectische stijlkenmerken. Enkele hebben de vorm van een sarcofaag. Zij situeren zich vooral centraal op het kerkhof, langsheen de centrale dwarsgang, nabij het calvariekruis:

- grafmonument van de Pastoor Vermeyen en van zijn broers Xaveer (pastoor van Mazenzele 1928-1932) en Libert Vermeyen
- grafmonument van de familie Dr. Benoit De Smedt-Van Ermengem. B. De Smedt was burgemeester van Opwijk 1889-1920)
- grafmonument van de familie P. De Block (eerste voorzitter van de Kerkfabriek van Droeshout)
- grafmonument van de familie De Povere-De Wever. Jozef De Povere was schoolhoofd van de jongensschool 1897-1919.
- grafmonument van de familie Vanderstappen-De Baerdemaeker en Vanderstappen-Van Regenmoortel
- grafmonument van de familie Van Dooren-De Cock
- grafmonument van de familie Esselens-De Valck
- grafmonument van de familie Van Handenhove-Buggenhout en Van Handenhove-Vereman
- ...
- merkwaardig zijn ook de drie dicht bij elkaar geplaatste grafstijlen in de vorm van een gemetste kolom in rode baksteen met een naamplaat in blauwe hardsteen en bekroond met een fraai uitgewerk kruis eveneens in blauwe hardsteen. Zij zijn in art décostijl van tijdens het interbellum. Volgens overlevering zijn deze grafstijlen gemetst door Petrus Meskens van Mansteen.

Ontruiming van het oorspronkelijk deel van het kerkhof van Droeshout ?

De problematiek van de aangekondigde schier gehele ontruiming van het oorspronkelijk deel van het Droeshouts kerkhof komt aan bod in het hoofdstuk „Symbolen in ons bouwkundig erfgoed” - Funeraire symbolen Het kerkhof van Droeshout: een begraafplaats als symbool (p. 33). Onze argumenten van sociaal-historische aard en onze visie tegen dergelijk kaalslag op de begraafplaats worden daar aangehaald.

Deze ontruiming is voorzien voor vanaf november 2002.

Is dergelijk ontruiming vereist wegens plaatsgebrek? Zeker niet! Op de uitbreidingen van de begraafplaats (1959 en 1980, centraal en zuid-westzijde) is er nog plaats voor begravingen voor 15 à 20 jaar, aan het huidig ritme van aantal begravingen per jaar. Op het „oude” kerkhof is er tussen de bestaande grafstenen- en monumenten volledige vrije plaats voor ca. 100 begravingen. Het aantal begravingen per jaar zal zeker niet toenemen. Integendeel! De bevolking zal niet verhogen. Stedebouwkundige plannen en bepalingen laten Droeshout weinig ruimte voor woonuitbreiding. En het aantal crematies zal zeker verhogen. Er zou dus op Droeshout nog minstens ca. 35 à 40 kunnen begraven worden zonder enige ontruiming.

Daarenboven, het geldend ruimtelijk bestemmingsplan, met name het Gewestplan (1977), laat nog een uitbreiding van het kerkhof toe zuidwaarts, met niet minder dan ca. 85 aren, dus ruim meer dan een verdubbeling van het huidige kerkhof !

Van de relatief veel oude graven (met of zonder een grafteken) op het oorspronkelijk deel van het kerkhof zijn er weinig of geen die echt verwaarloosd worden. Met Allerheiligen-Allerzielen zien wij dat zelfs deze graven van 70-80 jaren oud nog aandacht en bezoek krijgen van nabestaanden die ze in veel gevallen blijven onderhouden.

Het overgrootste deel van het huidige begraafplein met de grafstenen zal vermoedelijk vervangen worden door een kaal grasplein met hier en daar nog grafsteen op concessiegrond. De herinrichting zal wellicht gebeuren enkel in functie van het onderhoudsgemak.

Onze vereniging, de Heemkring Opwijk-Mazenzele, is geen voorstander van de aangekondigde systematische opruiming van de grafstenen en graven op het bestaande oude kerkhof. Zij pleit wèl voor herstelling en stabiliseren van een aantal beschadigde of vervormde grafstenen, voor een selectieve verwijdering van losse brokstukken van volledig kapotte grafstenen, voor het gebruik (op een passende wijze) van de sinds vele jaren (decennia) open plaatsen tussen de bestaande grafstenen en voor een algemene échte verfraaiing van de omgeving en verbetering van de toegankelijkheid van de graven.

Het kerkhof van Droeshout: een begraafplaats als symbool

Het kerkhof van Droeshout is een symbool op zich, maar dan een symbool van de ganse gemeenschap. Markant is dat op dit meer dan 100 jaar oude kerkhof, waarvan het oudste deel nog zijn oorspronkelijke configuratie en omheining (gedeeltelijk) bezit, nog veel grafstenen staan van de jaren 1920-1940 (en zelfs nog van vroeger), dus van ruim vóór de aanleg van de twee andere Opwijkse begraafplaatsen. Door de verschillende uitbreidingen is het kerkhof een staalkaart van ca. 80 jaar plaatselijke en sociale geschiedenis. Het biedt een uniek beeld op de familiebanden en op andere sociale relaties in deze op zichzelf staande leefgemeenschap. Men ziet er nog grafstenen van verschillende generaties van dezelfde familie naast elkaar.

Het is bijzonder jammer dat de gemeente daarom besliste om het kerkhof gedeeltelijk te ontruimen. Een uniek stuk van onze eigen dorpsgeschiedenis gaat daarmee ongetwijfeld verloren.

Over deze problematiek zie ook: „Ontruiming van het oorspronkelijk deel van het kerkhof van Droeshout ?” (p. 18).

 

Fotopagina 1 Fotopagina 2 Fotopagina 3 Fotopagina 4

www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-