Archeologie: geen noodzakelijk kwaad maar onderdeel van een traject
 

Geplaatst op 04-07-2013

Archeologie: geen noodzakelijk kwaad maar onderdeel van een traject

Iedereen met bouwplannen weet dat hij/zij op zoek moet naar een architect en ook de inzet van een veiligheidscoördinator is ondertussen ingeburgerd. Het blijft dan ook eigenaardig dat, wanneer archeologen op het bouwterrein van een openbaar bestuur verschijnen, veel gemeentebestuurders dit nog steeds beschouwen als een noodzakelijk kwaad dat alleen maar geld kost.

De archeologiebepalingen zijn immers niet nieuw. Sinds 1993 is er een archeologiedecreet in Vlaanderen. De Vlaamse overheid heeft ondertussen ook het verdrag van Malta geratificeerd. Dit geeft het internationale kader aan voor de bescherming van het archeologisch erfgoed.

Het archeologisch bodemarchief is immers erg kwetsbaar. Gedurende duizenden jaren heeft de bodem sporen van menselijke activiteit opgenomen. Wanneer men werken gaat uitvoeren in die bodem, wordt ook dat geduldig opgebouwde archief onherroepelijk vernield. Men heeft er dus alle belang bij dat in dat geval het bodemarchief zo wetenschappelijk mogelijk wordt gedocumenteerd. Precies dat is de bedoeling van archeologisch onderzoek: zoveel mogelijk informatie verzamelen en de vondsten buiten het terrein bewaren.

Maar in feite is dat maar de meest aangewezen optie. Archeologie is destructief. Daarom is het veel beter het bodemarchief ongemoeid te laten en het dus ter plaatse te bewaren. Het Verdrag van Malta ijvert daarvoor. Bijvoorbeeld door bepaalde zones te gaan beschermen of door van in de planningsfase van het bouwwerk rekening te houden met de aanwezigheid van archeologische overblijfselen, zodat plannen eventueel kunnen worden bijgestuurd. In laatste instantie, als het echt niet anders kan, kunnen zaken worden opgegraven. Dat moet door voldoende wetenschappelijk geschoold personeel gebeuren. Het Verdrag van Malta geeft ook aan dat de zgn. veroorzaker van de werken deze kosten moet betalen. In Vlaanderen wordt de bouwheer als de veroorzaker beschouwd.

Bovendien bestaat een archeologisch traject uit meer dan opgraven alleen. Er moeten ook nog analyses van de vondsten gebeuren, bevindingen moeten worden gepubliceerd, de resultaten ontsloten (zowel naar een professioneel als naar een geïnteresseerd publiek), vondsten getoond en optimaal bewaard.

Archeologisch onderzoek mag dan ook niet langer behandeld worden als een noodzakelijk kwaad, maar als een te verwachten onderdeel van een bouwtraject voor publieke instellingen.

In het kader van het Vlaams Archeologiedecreet (1993) vonden in Opwijk en Mazenzele de laatste jaren een aantal archeologische opzoekingen plaats, onder meer tijdens de aanleg van de Fluxys-aardgasleiding (1997-'98), op de vroegere Nijdropsite (2006), op en nabij het vroegere kerkhof rond de Sint-Pauluskerk (2008), op de Borchtsite Opwijk (2008), in de Millenniumwijk (2007-2009), in en rond de Sint-Pieterskerk van Mazenzele (2012), op de Vetweyde (2012-2013).

De gedetailleerde resultaten (onderzoeksrapporten) van elk van deze archeologische interventies zijn beschikbaar op de website van Heemkring Opwijk-Mazenzele.

Surf hiervoor naar heemkringopwijk.net/arch/rapporten.