Aanvankelijk tekende 1944 zich af als een herhaling, een voortzetting van de
vier vorige oorlogsjaren, met al zijn ellende en ongemakken, zijn strijd tegen
de ellende, de zorg voor het dagelijks bestaan, de voedselschaarste, de
rantsoeneringen, Winterhulp, de zwarte markt, de woekerprijzen en de smokkel,
de 'Ersatzmittel', de verduisteringsmaatregelen, de opeisingen van goederen én
mensen, de vervolgingen en de arrestaties, de Feldwebels, de Witten en de
Zwarten,...
Doch vlug
beseffen velen, o.m. dank zij het clandestien naar de Engelse radio luisteren,
dat Duitsland militair duidelijk over zijn hoogtepunt heen was en reeds op
verschillende fronten een defensieve stelling moest innemen. Vooral aan het
Oostfront was de aftocht duidelijk begonnen. Dit jaar, 1944, kon het tij keren,
mogelijk een geallieerde doorbraak, misschien... de bevrijding.
De hoop op
het einde van de nu al meer dan vier jaar durende oorlog neemt meer concrete
vormen aan na het druppelsgewijs bekend worden van berichten over de (geslaagde)
landing in Normandië en de op gang komende opmars van de geallieerde
strijdmachten in Noordwest Frankrijk.
Ook in
onze dorpen nemen in die maanden de oorlogsactiviteiten duidelijk toe: de
beschietingen door geallieerde jachtvliegtuigen op de spoorweg Leireken,
sabotagedaden aan de spoorweg naar Brussel, de zwermen Amerikaanse en Engelse
bombardementsvliegtuigen op weg naar hun doelen in Duitsland, het door
geallieerde vliegtuigen uitstrooien van repen aluminiumfolie om de Duitse
radars te misleiden, de overtrekkende vliegtuigformaties voor de slag bij
Arnhem in sept. '44,…
Op 11 mei 1944 was er een geallieerd bombardement op en nabij de spoorwegbrug
over het kanaal te Schaarbeek. Een trein richting Dendermonde werd ook geraakt.
Er waren 33 dodelijke slachtoffers, van wie minstens vier Opwijkenaren.
Op 28 juni 1944 was er een mitraillade vanuit geallieerde vliegtuigen op de
Steenweg te Mazenzele. Balans: 7 Mazelaars dood en 2 gekwetst.
In
de nacht van 26 op 27 augustus '44 was er een grootscheepse Duitse razzia in
Opwijk. De buit, een 8-tal Opwijkenaren en 2 Amerikaanse piloten die op
Waaienberg een onderdak hadden gevonden, werden, na zware mishandeling van
sommigen, weggevoerd.
Op
zondag 3 september werd
een
terugtrekkende Duitse legercolonne op Droeshout aan 'Smettes-dreef' aangevallen
door enkele geallieerde jachtvliegtuigen. Verschillende wagens werden
vernietigd. Aan de doodgeschoten paarden hielden heel wat huisgezinnen een extra
portie vlees over.
Diezelfde dag werd ook op Mazenzele, over een grote lengte van de steenweg, een
vluchtende Duitse colonne zwaar onder vuur genomen door geallieerde vliegtuigen.
Resultaat: enkele legerwagens vernietigd of uitgeschakeld, waarschijnlijk ook
enkele gekwetste Duitsers, een paar brandende huizen, en... veel bundeltjes
Frans geld dat gevonden werd in de achtergebleven Duitse wagens.
's Anderdaags, maandag 4 september, trekt een Engelse troepenmacht door
Mazenzele en Droeshout. Onze dorpen worden bevrijd.
Tussen 6 november en eind maart '45 vielen er niet minder dan 6 vliegende bommen
(V1's) op Opwijks grondgebied, gelukkig zonder doden of gekwetsten.
Diverse
heemkundige bijdragen, met uitgebreid illustratiemateriaal, over de laatste
oorlogsjaren zijn beschikbaar op de webpagina's
www.heemkringopwijk.net/wo2/.
|