Wegwijs bij de
'Ferraris' kaart of Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden
Op de kaart van Ferraris worden de wegen en
voetpaden door een zwarte puntlijn weergegeven; alle metselwerk is in
het rood en het timmerwerk in het zwart; de bossen met hoogstammig hout
worden onderscheiden van jong hout door middel van rondere en minder
dichte tekens; de dennenbossen kregen een gele achtergrond; onbegaanbaar
geachte moerassen zijn doorkruist met een dubbele puntlijn. Bergen,
duinen, alle hoogten alsook ravijnen en laagten worden aangeduid in een
rossige kleur; de overige kunstmatig opgehoogde of uitgegraven gronden
met Oost-indische inkt fel gekleurd voor steile hellingen, licht voor
zachtere glooiingen.
Er werd een bijzondere zorg besteed aan het
tracé van de grenzen en van bepaalde interne administratieve
onderdelingen, zoals de grenzen van domaniale goederen. De grenzen van
de plaatselijke, burgerlijke en religieuze jurisdicties zijn niet
overgenomen, tenzij in de zeldzame gevallen waar ze overeenstemmen met
administratieve of domaniale grenzen.
Om aan te duiden tot welke parochie de
gehuchten en afgelegen wijken behoren, zijn ze gemerkt met een nummer
dat eveneens voorkomt op de parochiekerk waarvan zij afhangen; dit
verhelpt dus ruim het feit dat de parochiegrenzen zijn weggelaten.
De kerken en kapellen, waar de mis wordt
opgedragen, zijn aangegeven met behulp van een zwart kruis in de
tekening en, waar geen mis wordt opgedragen door middel van een kruis
buiten, naar het noorden gericht.
De kaart omvat ook andere details : mijnen en
groeven worden door twee concentrische cirkels met een pijl aangegeven;
koolmijnen met behulp van een kleine, zwarte cirkel binnen een witte;
balken die dienen om beken over te steken, onderscheidt men met een
zwarte lijn. Woningen en openbare gebouwen zijn bijzonder precies
getekend zodat men van deze kaarten zeer goed de oude repartitie van de
bewoning kan aflezen.
Klik
hier voor een vergroting van de legende.

|