Het 'nieuwe' kloostercomplex aan de Kloosterstraat (1) (2)
Hoofdgebouw van 1904
Rond 1900 is het aantal zusters en novicen in Opwijk zo groot geworden dat men een nieuw klooster moet bouwen. De keuze valt op een terrein juist buiten de dorpskom van Opwijk aan de straat naar Droeshout (nu Kloosterstraat). Tijdens de periode 1900-1902 worden talrijke gronden aangekocht op het Heiveld, samen bijna 7 ha., voor een bedrag van 43.000 frank. Voor de financiering van de zware investering in de gronden en het nieuwe kloostergebouw wordt een lening aangegaan van 60.000 frank met een hypotheek op gronden en gebouw.
Het oorspronkelijk plan van het klooster voorzag een gebouwencomplex in vierkante vorm rond een pandgang en een tuin, net zoals bij een abdij. Dit plan, waarvan een tekening is bewaard, was te groots en te duur en werd niet weerhouden.
In 1902 legt men de eerste steen van een langwerpig gebouw met verdieping en zolderverdieping naar een ontwerp van architect Struyen (Schaarbeek). Het gebouw is op enige afstand evenwijdig van de straat opgetrokken in typisch neogotische stijl. De bouw wordt voltooid in 1904. Op 24 oktober van dat jaar trekken 24 zusters er in onder leiding van zuster Antonia.
De overste, moeder Maria Josepha, blijft in het oude klooster, waar zij op 15 December 1905 overlijdt.
Het nieuwe klooster wordt toegewijd aan de Onbevlekte Maagd Maria.
Ter gelegenheid van het Mariajaar 1953-'54 plaatsen de zusters op 25 maart 1954 een levensgroot beeld van de Moeder Gods in de voorgevel van het klooster.
Het rectorhuis
Het Rectorhuis (1904), een vrijstaand gebouw rechts van het hoofdgebouw (kant dorp), eveneens in neogotische stijl, was van 1905 tot 1967 het verblijf van de rector van het klooster.
Sinds 1967 woont er een leefgroep van zusters.
Rechts van dit huis,langs de straat op de hoek met het baantje (de Meirsweg), stond de St.‑Rochuskapel, afgebroken in 1963 voor of naar aanleiding van de verbreding van de Kloosterstraat. De kapel, of een andere op die plaats aan de aansluiting van de Meirsweg aan het eindpunt van de Eikendreef (nu deel van Kloosterstraat kant Singel), stond er al in de 19de eeuw, dus al van voor de bouw van het 'nieuw' klooster en het rectorhuis in 1904.
De kapel
Bij de bouw van het nieuwe klooster in 1904 is de kapel ondergebracht in een zaal op het gelijkvloers. In 1933-'34 wordt onder leiding van architect Frans Mertens uit Borgerhout een nieuwe kapel gebouwd, achter en haaks op het hoofdgebouw van het klooster. De werken worden uitgevoerd door de gebroeders Verstraeten uit Rumbeke.
De kapel wordt uitgevoerd in neogotische stijl met vier traveeën, toren, doksaal en twee lagere zijbeuken met overwelfde tussenverdieping.
Op 10 augustus 1934 wijdt kardinaal Van Roey plechtig de nieuwe kapel in.
De kloosterkapel wordt in 1980-82 ook ter beschikking gesteld voor de eucharistievieringen van de Sint-Paulusparochie van Opwijk. In augustus 1979 is de restauratie van de Sint-Pauluskerk gestart en in 1980 kan de kerkruimte voorlopig niet meer gebruikt worden wegens de werken aan de binnenzijde van de kerk.
De boerderij
De oude boerderij + wasserij,… van het klooster in de Kloosterstraat wordt in 1935 afgebroken om de realisatie van de westvleugel aan het klooster mogelijk te maken. Dit gebouw -met internaat en met eigen kapel- wordt op 6 juni 1936 ingewijd. Deze vleugel zal achtereenvolgens dienst doen als Juvenaat, Kleuternormaalschool, Humaniora en Bovenbouw V.K.O.
Ook in 1935 bouwen de zusters met de hulp van de technische diensten van de Boerenbond een nieuwe boerderij met was- en strijkhuis. In de zestiger jaren wordt de nieuwe turnzaal van de middenschool gebouwd op de vrijgekomen grond van de boerderij.
Het juvenaatsgebouw (westvleugel)
In 1934 start de congregatie met een Juvenaat (3). Na de lagere school krijgen de meisjes er drie jaar onderwijs dat o.a. voorbereidt op het kloosterleven. Het eerste schooljaar van het Juvenaat zijn er 16 juvenisten.
Het Juvenaat wordt gehuisvest in de vroegere kloosterkapel en enkele andere lokalen.
In 1935-'36 wordt, na de afbraak van de oude boerderij en wasserij aan het hoofdgebouw van het klooster een westvleugel gebouwd. Aannemer is Frans Biesemans, aannemer van openbare werken op de Klei te Opwijk. Architect is Frans Mertens van Borgerhout.
In 1936 worden het internaat, de klassen en een kapel ondergebracht in de nieuwe vleugel van het klooster.
Van 1934 tot 1951-'52 volgen er 256 meisjes de lessen; 83 van deze meisjes worden later postulanten (4) in de congregatie van Opwijk (5).
Tijdens en na WO II vermindert het aantal leerlingen en in september 1952 wordt het Juvenaat opgeheven.
De westvleugel van het klooster achtereenvolgens dienst doen als Fröbelnormaalschool, Humaniora en Bovenbouw V.K.O. (zie verder).
In 1947 wordt deze vleugel van het klooster daarvoor in het noorden vergroot (met drie traveeën), zodat ook de harmonie van het kloostercomplex (met oost- en westvleugel) behouden wordt.
Fröbel-normaalschool O.-L.-Vrouw-Hemelvaart te Opwijk
In juli 1937 nemen de zusters de Fröbelnormaalschool over die voorheen in Erps-Kwerps gevestigd was en die naar Opwijk wordt overgebracht. In september 1939 worden de lessen aangevat over drie studiejaren.
De normaalschool wordt ondergebracht in drie klassen van de westvleugel van het klooster. Wanneer in 1947 de nieuwe oostvleugel van het klooster klaar is, wordt de tweede verdieping van de nieuwe bouw de normaalschool, met internaat.
In 1947 studeren er 72 leerlingen. Daarna neemt het aantal leerlingen sterk toe tot 180 tijdens het schooljaar 1953-'54.
In 1961 wordt, ten gevolge van de herstructurering van het normaalonderwijs en op aanvraag van het bisdom, de normaalschool van Opwijk overgeheveld naar de scholen van de zusters van Opwijk in Scheut (Anderlecht). In Opwijk waren er toen in het totaal 366 diploma's uitgereikt. (6)
V.K.O.
In 1957 starten de zusters met een lagere cyclus van de moderne Humaniora. Het Maria Immaculata Instituut was hoofdzakelijk gehuisvest in de westvleugel van het kloostercomplex. Men bouwde progressief deze lagere cyclus uit tot een volwaardige Humaniora.
Omstreeks 1970 kwam de splitsing tussen de congregatie en de scholen.
Op 1 augustus 1972 trad de inrichtende macht van het Maria Assumpta Instituut toe tot de v.z.w. Vrij Katholiek Onderwijs (V.K.O.).
Vanaf 1977 wordt de meisjesschool progressief gemengd. Op 1 september 1981 is in de Kloosterstraat al het gewoon Vrij Secundair Onderwijs ondergebracht. De westvleugel van het klooster herbergt vanaf dan de V.K.O. Bovenbouw.
Het noviciaatgebouw (oostvleugel)
In het noviciaat, ingericht in het nieuwe kloostergebouw aan de Kloosterstraat, nam het aantal novicen almaar toe tot een dertigtal. (7)
Na het einde van de tweede wereldoorlog wordt in 1947 voor het noviciaat een oostvleugel aan het klooster gebouwd. Het ontwerp is van architect De Buck uit Leuven en voor de bouw staat aannemer Verbeke van Brussel in. In deze vleugel worden -ook voor het juvenaat en voor de fröbel-normaalschool- een refter, een turnzaal en pianokamertjes ondergebracht.
In 1967 verhuist een minder talrijk noviciaat naar Brussel en volstaat de voorbouw van het klooster weer geleidelijk voor de communiteit zodat de oostvleugel vrijkomt.
Het Ontmoetingshuis
Toen er geen intredingen meer in het klooster van Opwijk waren kwam de kloostervleugel, die voor het noviciaat bestemd was, vrij voor een nieuwe bestemming.
Deze kloostervleugel wordt een 'Bezinningshuis' waarin de zusters aanvankelijk zelf groepjes proberen te begeleiden bij meditatie en gesprek. De bovenverdiepingen worden in 1968-'73 geleidelijk omgebouwd tot vergaderlokalen en individuele slaapkamers.
Hiervoor wordt in 1973 de Opwijkse grote communiteit opgedeeld in een grote gemeenschap en onthaalgemeenschap. (8)
Deze laatste zou een huis worden ten dienste van sociale en culturele activiteiten, met het voornemen ook bezinningsgroepen te begeleiden. Dit project wordt opgegeven en ontwikkelt zich met de jaren tot een 'Ontmoetingshuis' dat alleen nog een ontmoetings- en verblijfsruimte aanbiedt voor retraites en socio-culturele bijeenkomsten. In 1974 wordt de v.z.w. Onthaalcentra opgericht.
In 1998 nemen de jongeren, die er de vorige jaren ontmoetingsdagen hebben gevolgd, afscheid van 15 jaar Ontmoetingshuis.
(1) |
Voor meer gegevens in verband met de bouwkundige en architecturale aspecten van de verschillende gebouwen van het complex verwijzen wij onder meer naar: - Van Duerm Herman, studie van B.T.K.-project 'Valorisatie onroerend patrimonium', 1985-1986. Projectpromotor: Heemkring Opwijk-Mazenzele. Deel 3, pag. 3.4 – 3.14. - Mariën Wilfried, Het Klooster van de Zusters van St.-Vincentius à Paulo te Opwijk, brochure Open Monumentendag Opwijk 1996, Gemeentelijke Stuurgroep Archief, Opwijk, 1996. |
(2) |
Zie ook: Bij een luchtfoto van het klooster en omgeving, pag. 38-40. |
(3) |
Juvenaat: vorm van middelbaar onderwijs met een vrij studieprogramma, o.a. 'om jonge meisjes die verlangen in het klooster te treden, een meer verzorgde verstandelijke ontwikkeling te geven, en daarenboven de vereiste godsdienstige en morele vorming'. |
(4) |
Postulanten: meisjes die in het klooster wensen te treden, heet men 'postulanten'. Zij brengen een bruidschat mee van 400 frank en een 'trousseau' met kledij. Hun opleiding duurt in het begin 6 maanden. Als ze uittreden betalen ze aan de congregatie voor kost en inwoon. De postulanten hebben een eigen kledij. |
(5) |
Zie ook Juvenaat in Dag zuster..., Dag meester..., Dag juffrouw... 200 jaar onderwijs in onze gemeente, Heemkring Opwijk-Mazenzele, Opwijk, 1991, pag. 74. |
(6) |
Zie ook: - Publicatie Knipsels uit het Normaalschoolleven. Opwijk. Oudleerlingenkring Normaalschool O.-L.-Vrouw Hemelvaart. 1939-1956. - Fröbelnormaalschool in Dag zuster..., Dag meester..., Dag juffrouw... 200 jaar onderwijs in onze gemeente, Heemkring Opwijk-Mazenzele, Opwijk, 1991, pag. 74. |
(7) |
Na de opleidingperiode worden de postulanten ingekleed en leggen ze een tijdelijke gelofte af voor 3 jaar in de handen van de geestelijke directeur van het moederklooster. De postulante ontvangt dan het kleed, de koord, de zwarte sluier, de rozenkrans, de ring, de mantel, de H. Regel en een brandende kaars. Na de inkleding wordt de postulante een novice. De noviciaatstijd is een periode van voorbereiding, een zich inleven in het religieuze leven en een zeer belangrijke rijpingsperiode voor de roeping. In deze tijd verduidelijkt zich het inzicht in de levenskeuze en krijgt vaste vorm. Na 3 jaar leggen de novicen eeuwigdurende geloften af: armoede, gehoorzaamheid en maagdelijkheid. |
(8) |
= communauteit = (godsdienstige) gemeenschap die onder een bepaalde regel leeft (in een klooster). |