Enkele algemene en historische toelichtingen bij de 'Popp' kadasterkaart

De kadasterplannen in de eerste helft van de 19de eeuw

De opstelling van kadasterplannen, verordend door Napoleon in 1808, werd voortgezet onder het Hollands bewind en voor de meeste provincies beëindigd in 1835; voor Limburg en Luxemburg gebeurde dit in 1839-1844. De regering stond bepaalde ambtenaren toe kadasterplannen te reproduceren en uit te geven. In 1837 publiceerde Paul Gérard (1796-1866), sinds 1816 betrokken bij de topografische meting van de zuidgrens van de Nederlanden en in 1835 benoemd tot kadasterinspecteur van West-Vlaanderen, de Atlas cadastral parcellaire van deze provincie op 1:25.000. In 1836 kreeg Philippe Vandermaelen toelating van Minister van Financiën baron Huart om kadasterplannen te reproduceren. Hierdoor gesterkt, vatte hij de publicatie aan van een Atlas cadastral du Royaume de Belgique op 1:5.000. Het aantal plannen gewijd aan één gemeente varieert in functie van de oppervlakte van de gemeente; de grondbezitters zijn vermeld in een Tableau indicatif. Enkel de kadasterplannen van Brabant zijn uitgevoerd: de publicatie stopte na 95 plannen. In 1844 ondernam Philippe Vandermaelen een tweede poging, in samenwerking met de kadasterinspecteur Henri Heuschling (1789-1850); het project werd opgegeven na het verschijnen van 42 gemeenteplannen van Brabant.

Philippe-Christian Popp

Philip-Christiaan Popp, controleur van het kadaster, dagbladuitgever en cartograaf, werd geboren te Utrecht op 10 februari 1805 en stierf te Brugge op 3 maart 1879.
Zijn moeder was van Hollandse oorsprong, Jeanne-Henriette Vander Pant en was van goeden huize. Zijn vader was Duitse afkomst en vestigde zich te Utrecht als notaris en procureur. De familie vestigde zich in België in 1818.

Na zijn middelbare studies werd Philip-Christiaan particulier secretaris van de Gouverneurs van Henegouwen en kwam in dienst van de kadastrale administratie te Bergen. Deze diensten brachten hem te Brugge in 1827, waar hij benoemd werd tot controleur van het Kadaster. Op zijn werk raakte Popp onder de indruk van de veelheid aan informatie die het kadaster bevatte.

Philip-Christiaan Popp huwde in 1827 met Caroline-Clémence Boussart. Zij was geboren te Binche op 12 december 1808, van moeders kant afkomstig uit een notabelenfamilie uit Binche van Franse afkomst, van vaderskant uit een hogere officierenfamilie uit het Keizerrijk.

In 1830 koos Philip-Christiaan Popp, gevolg aan de revolutionaire ontwikkeling en de onafhankelijkheid van België, de Belgische nationaliteit en bekwam in 1831 de Belgische politieke rechten.

Philip-Christiaan Popp was directeur van het 'Journal de Bruges' tot aan het einde van zijn leven in 1879. Zijn echtgenote was hoofdredactrice. De dochters Antoinette en Nelly Popp zouden het werk voort zetten. Het was in feite een meesterwerk, het orgaan waarmee Popp de voorspoed van Brugge behartigde.

Het gezin Popp-Boussart telde acht kinderen.

Popp bekleedde tot 1838 de functie van controleur van het Kadaster.
Vanaf dan zette hij zich onmiddellijk aan het werk niet alleen een wetenschappelijk werk maar in eerste plaats een maatschappelijk werk te verwezenlijken: de kadastrale plans en medegaande documenten, die nog maar pas door de administratie voltooid waren, ter beschikking te stellen van het publiek tegen aannemelijke prijs, onder meer ten behoeve van notarissen, landmeters, groendeigenaars,.... Deze kadastrale plannen waren inderdaad weinig bereikbaar en de formaliteiten om inlichtingen te bekomen waren tergend en vergden soms lange termijnen. Deze vulgarisatie werd reeds aangevat door Vander Maelen, maar werd nooit voltooid.

In dezelfde periode waarop de kadastrale perceelsatlas tot stand kwam, werkte Popp aan de topgrafische kaart van West-Vlaanderen met hetzelfde doel voor ogen als de Atlas. Er verschenen twee uitgaven: in 1856 en 1860. Het was een echt geodetisch en cartografisch werk. Popp beoogde zelfs hetzelfde werk voor iedere provincie doch kreeg er geen tijd voor. De topografische kaart was echt het resultaat van degelijk geodetisch werk en een samenbrengen van de kadastrale documenten aangevuld met persoonlijke vaststellingen op gebied van buurtwegen, waterlopen, spoorwegen enz.
Dit reuzenwerk op cartografisch gebied door Popp uitgegeven is nog heden ten dage van uitzonderlijk belang voor de opzoekingen van de oorspronkelijke grenzen van de eigendommen. Dat is het ook voornamelijk in verband met de historische geografie. De perceelsatlas zorgt voor een zeer belangrijk documentatie in de studie van de ontwikkeling vant het onroerend bezit, de bevolking en de uitbating van de gronden. De plans Popp met de aanwijzende tabel en de kadastrale legger maken het mogelijk statistieken aan te leggen. De topografische kaart van West-Vlaanderen maakt een vergelijking met deze van Fricx, Ferraris, Mercator en J. De Deventer, alsook met de hedendaagse kaarten.

Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van Philippe-Christian Popp

Na de voltooiing van de kadaster-opmetingsoperaties nam Ph. Chr. Popp, gewezen controleur bij het Kadaster, het initiatief om een kadastrale atlas van België te publiceren, in hoofdzaak ten gerieve van de notarissen en de landsmeters.

Van ca. 1842 tot 1879 liet hij op de persen van het liberale blad Le Journal de Bruges, waarvan hij stichter-eigenaar was, voor ongeveer alle gemeenten van de provincies Brabant, Henegouwen, Luik, Oost- en West-Vlaanderen een kadastraal plan, een tafel en een legger drukken 'Publié avec l'autorisation du Gouvernement, sous les auspices de Monsieur le Ministre des Finances'. Hij zou er blijven aan werken tot zijn dood in 1879.
Popp realiseerde de kadasterplannen van 1.800 van de toentertijd 2.566 gemeenten van België; van de negen provincies werden volgende volledig in kaart gebracht: Brabant, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Henegouwen en Luik. De plannen van de provincie Luik zijn na Popps dood door zijn weduwe voltooid, terwijl die van de provincie Antwerpen onafgewerkt bleven. De plannen van de provincies Namen, Limburg en Luxemburg waren nog niet aangevat.

Popp zelf stond in voor het herleiden van de plannen van een tot twee bladen, met een maximum van zes bladen voor de meest uitgestrekte gemeenten. Op deze manier was het mogelijk om met een oogoslag een overzicht te krijgen op de omvang van elk der gemeenten.
Het perceelplan van het kadaster werd per gemeente op de meest nauwkeurige en met de uiterste zorg getekend op een schaal van 1/500 tot 1/5000 en gedrukt op groot adelaarsformaat of groot wereldformaat volgens de uitgestrektheid van het gebied.
Ieder plan is vergezeld van een Aanwijzende Tabel en de Kadastrale Legger die de nummers van de percelen bevat alsook de namen, voornamen en de adressen van de eigenaars, eveneens de natuur, de oppervlakte, de klassering en het netto belastbaar inkomen per bebouwde of onbebouwd perceel, de totale oppervlakte van de gemeente, het tarief van de netto waarde per natuur en per klasse van de grondeigendom.
De tabel vermeldt eveneens de personen die genieten van een vruchtgebruik, een erfpacht en een recht van opstal.
Ieder plan werd gedrukt volgens het lithografisch systeem.
Enkele stadsplans zijn versierd met zichtprenten van monumenten, waarvan de mooiste voorkomen op de plans van Brugge, bestaande uit acht bladen op een schaal van 1/1000.

Samen met het primitieve kadaster, beëindigd in 1834, geven de Popp-kaarten, waarvan het precieze jaar van uitgave slechts bepaald kan worden op basis van vergelijkend onderzoek, een mooi beeld van de evolutie van de ruimtelijke ordening in België tot ca. 1880.

De Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van Philippe-Christian Popp (1805-1879) is van onschatbare waarde voor de historische geografie van de Belgische gemeenten. Zij geven een antwoord op vragen als 'Hoe zag mijn gemeente eruit in het midden van de 19de eeuw?' 'Wie was de eigenaar van het perceel waar ik nu woon?' 'Waar bevonden zich de akkerlanden, weiden, woonhuizen,...?'. De 'Atlas cadastral parcellaire de la Belgique' van Popp is een doorsnede, een tijdsopname van bijna elke gemeente rond 1860. De kaarten en leggers geven erg volledige informatie over het onroerend goed en over elke eigenaar van die goederen. Een schat aan informatie voor de geschiedenis van uw gemeente!

Beperkte bronnen- en literatuurlijst

Over de persoon van Philippe-Christian Popp, over de Popp-atlas (kaarten en leggers) en over de Opwijkse en Mazelse Popp-kadasterkaarten zie o.m.:

-

van Ortroy Ph., Philippe Christian Popp, in: Biographie Nationale, T. XVIII-38 (BN XVIII).

-

Verhelst J., De documenten uit de ontstaansperiode van het moderne kadaster en van de grondbelasting (1790-1835), Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1982.

-

 

HANNES Juul, De «Atlas cadastral parcellaire de la Belgique» van P.C. Popp. Zijn betekenis voor de historische geografie der gemeenten, in Het Tijdschrift van het Gemeentekrediet, juli 1968, nr. 85, pag. 138-145.

-

Zoete A., De documenten in omloop bij het Belgisch kadaster (1835-1975), Miscellanea Archivistica XXI, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1979

-

Le site consacré aux plans Popp: https://www.planpopp.be/

-

Plans Popp, op www.artthemis.be/plan-popp/nl.php

-

De 19de-eeuwse kadasterplannen, in HOM-tijdschrift 2005-4, Heemkring Opwijk-Mazenzele, pag. 31-34.

-

 

De kadasterkaarten van Popp: een sleutel tot uw lokale geschiedenis. Historische geografie van Aarschot, Asse, Halle en Tienen aan de hand van de kadasterkaarten van POPP, door Wouter Ronsijn, met cd-rom, eerste bijdrage in de reeks Accenten uit de geschiedenis van Vlaams-Brabant, Liberaal Archief vzw in opdracht van de provincie Vlaams-Brabant, Uitgeverij Peeters – Leuven, 2007.

-

VAN DE VELDE Jules, 'Het kadasterplan Popp van Mazenzele', in HOM-tijdschrift 1992-4, Heemkring Opwijk-Mazenzele, pag. 11-13.


Beeldbank Opwijk -