|
|
|
Herdenking van de Slag van Waterloo Overdruk uit HOM-tijdschrift 1990-3, pag. 33-34. In de jaren twintig van vorige eeuw, vinden wij in het Memoriaal van Administratie der Provincie Zuid-Brabant -wij leefden toen onder het Hollands Bestuur- telkenjare een oproep van de gouverneur aan de Heren Arrondissements-Kommissarissen, aan de stedelijke en gemeente Besturen in de Arrondissementen Brussel en Leuven om op de 18 juni, verjaardag van de gedenkwaardige overwinning van Waterloo, om 11 u. 's morgens een plechtige dankmis te vieren. De plaatselijke burgerlijke overheid werd hierbij met aandrang uitgenodigd hieromtrent de nodige afspraken te maken met de parochiepastoor. Wellicht omdat de bereidheid en het enthousiasme van de gemeenten voor deze jaarlijkse viering verslapte en om te trachten de zaak enigszins te controleren, moest vanaf 1827 of 1828 de burgemeester telkenjare een rapport aan de gouverneur sturen betreffende de wijze waarop de verjaardag in de gemeente gevierd werd.In een register met afschriften van de beraadslagingen der gemeenteraad van Opwijk lezen wij de tekst van dergelijk verslag, dd. 19 juni 1829, dus opgesteld daags na de viering. Over vieringen van voorgaande of volgende jaren vinden wij geen enkel spoor terug. In elk geval, vanaf 1831 -dus onder het Belgisch bestuur- komt dergelijke oproep in de Memoriael van Administratie der Provincie Braband, voor feestelijkheden bij de verjaardag van de slag van Waterloo vanwege de overheid, niet meer voor. Wij brengen U hierna de volledige tekst van het verslag van het gemeentebestuur van Opwijk, dd. 19 juni 1829. M.W. Heden Vrijdag negentienden Juny achtien honderd negenentwintig. Overeenkomstig en ten gevolge der aanschrijving van den heere Staats-Raad Gouverneur, dd. 25 Mei jl. Mal. van Administratie N°. 87, is gisteren binnen deze gemeente plechtiglijk gevierd worden den verjaardag van den gedenkwaardige overwinning bij Waterloo, en wel op de volgende wijze. Des Zondags 14 Junij 1829, had men openbaarlijk aangekondigd dat er in de kerk van Opwijck op Donderdag 18 deezer maand ten 11 uren voormiddag zoude gezongen worden een Te Deum in geheugenis der vermaarde overwinning te Waterloo: om dezen lofzang bij te woonen zijn in het bijzonder uitgenodigd geweest alle de Leden der Administratie, en in het algemeen, bij de afkonding, allen de ingezetenen van Opwijk. Ten bestemden dage 18de Junij, zijn de Gemeenteraad en andere autoriteiten stoetsgewijze vertrokken uit het gemeentehuis na de kerk die ten 11 uren juist bij na vervuld ware door de groote menigte der ingezetenen welke aan deze plechtige dankbaarheid deelnamen; de gevoelens van oprechte dankzegging schenen op ieders gelaat duidelijk te lezen; en vreugde teekenen van een waar genoegen heeft men des na middags alom ontwaard. Op de groote plaats vermaakte zich de jongheid met den kaatskamp tot behalen van prijzen die door de leden van den Raad, onder hun, aan de overwinnaars waren aangeboden; in deze lichaamsoeffening poogde de dappere jongheid blijken te geven van ingeboren moed en krachtdadige vlugheid om zoo na doende hunne houding te vergelijken met zoo veele helden die bij Waterloo de vijand overwonnen. Aan andere zijden was het niet zelde geroepen te ontmoeten die den roem vermelden der manhaftige gesneuvelden wiens trouwe moed den weg der Victorie baande en eeuwiglijk beerven de schat van heldendeugd. Ten slotte en onder allen waren de gemeene toejuichingen en aanhoudende vreugde galmen de aangename tijdverdrijving waar door de ouderlingen de jongelingen aanwakkerden en het voorbeeld gaven van eene onbepaalde vernoechtheid aan zijne Majesteitse vaderlijk beheer. Vivet de Koning, Vivet de Prins wiens zegepralende gebied en hevige dapperheid altijd zal overwinnen, was het laatste gejuich. Ter Ordonnantie
|
