Naar HOM-website

Startpagina HOM-algemeen

Nieuw op HOM-site

Naar externe links

Zoeken in HOM-site

Inloggen HOM-ledengebied

Vorige bezochte pagina

Volgende (reeds bezochte) pagina

Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Klik voor naar top van de pagina of dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Info rechtermuisknop

Volgende pag. of vorige pag.

  

  
  

aaaaaa

HOM - Heemkundige bijdragen
Artikel verschenen in het HOM-tijdschrift 1990-4, p. 16-17.


Middeleeuwse lakenweverij te Opwijk

In de , , Geschiedenis der gemeente Opwijk' schrijft Jan Lindemans een paragraaf over de nijverheid in de middeleeuwen. De weefgetouwen, die in enkele dorpen van het Land van Dendermonde voor het lakenweven opgericht werden, dreigden door hun snelle vermenigvuldiging een sterke concurrentie te worden voor de weversambachten te Dendermonde. De Dendermondenaars vernielden de weefgetouwen en de graaf van Vlaanderen, onder druk der stedelijke ambachten, verbood het herstellen van deze getouwen (1).

De inwoners van Dendermonde hadden in de middeleeuwen belangrijke privileges verworven, waardoor het o.a. buiten de stad verboden was de wolweverij uit te oefenen, op straf van verbeurdverklaring der getouwen en het weefsel en een boete van 3 pond parisis (2).

Wanneer in het begin van de 15de eeuw meer en meer weefgetouwen opgericht werden in de dorpen van het Land van Dendermonde trokken de Dendermondenaars er zelf op uit om de getouwen in beslag te nemen en naar Dendermonde mee te voeren, waar zij op de Grote Markt openbaar werden verbrand.

In het , , Register van Vonnissen' van de hoofdschepenbank te Dendermonde (3) wordt een relaas gegeven van zulke inbeslagname te Zele, Hamme, Grembergen, Opwijk, Lebbeke en Zwijveke in 1421. Te Opwijk werden twee weefgetouwen in beslag genomen, te Hamme twee getouwen en een volderskom (4) en te Zele drie getouwen. De boeten werden geïnd en het in beslag genomen laken werd verdeeld in drie gelijke delen: één voor de heer van Dendermonde, één voor de schepenen en één voor , , diet bevonden'. De getouwen werden te Dendermonde op de markt verbrand.

Het leek ons interessant de tekst van dit levensecht stuk middeleeuwse geschiedenis van Opwijk en andere buitengemeenten van het oude Land van Dendermonde hierna volledig weer te geven, eerst een eigen vrije omzetting in hedendaags Nederlands en daarna de oorspronkelijke tekst.

'Op 5 maart 1421 werden Jan Vaernewijc, hoogbaljuw, Jan van Ghiseghem, Heinric Stalle, Pieter van den Bruele en hun medeschepenen van de stad en het land van Dendermonde ingelicht door de ouderlingen van de gilden der wevers, volders en scheerders en door vele notabelen van de stad dat het van oudsher gebruikelijk was dat men in het land van Dendermonde geen weefgetouwen, volkommen en scheertafels mocht oprichten en het ambacht niet uitoefenen buiten de vrijheid van de stad.

De straf die hierop stond was een boete van 3 pond parisis ten voordele van de heer van Dendermonde en verbeurtverklaring van de getouwen en het laken dat men erop vond, de volkommen en het laken dat men erin vond, de scheertafel en al het laken dat men in het huis van de scheerders vond 1/3e ten voordele van de heer van Dendermonde, 1/3e voor de schepenen en 1/3e voor hen die het misdrijf vaststelden.

De baljuw en schepenen ontvingen van dag tot dag meer klachten over overtredingen van bovengenoemde verordeningen.

Mede op bevel en in opdracht van de dekens en gezworenen van de Dendermondse gilden trokken Willem Pottier, onderbaljuw van Dendermonde en Benoyt, hoofdmeier van het land van Dendermonde naar de parochies (dorpen) Zele, Hamme, Grembergen, Opwijk, Lebbeke en Zwijveke.

Zij brachten mee: uit Zele drie weefgetouwen, uit Hamme twee weefgetouwen, uit Opwijk twee weefgetouwen en uit Hamme een volderskom zonder scheren of scheerderstafel. De weefgetouwen en de volderskom werden te Dendermonde op de markt verbrand in het bijzijn van de baljuw, de schepenen en veel volk. De boeten werden geïnd en het verbeurde laken werd verdeeld.

De gezworenen van de wevers waren toen Pieter Nieulandt, Jan Oste, Pieter de Lappere en Jan de Garecoopere zoon van Jan. Van de volders was de deken Jan Clincke en de gezworenen Heynric van Oest, Daniel van den Hoygate, Maes van Rijssele en van de scheerders Gillis Goessens en Gillis Boschman.

Van dit vonnis zijn drie kopieën gemaakt, één voor de wevers, één voor de volders en één voor de scheerders.'

, , UUte dien dat Jan Vaernewijc, hooghe bailliu vande poort ende lande van Denremonde, Jan van Ghiseghem, Heinric Stolle, Pieter van den Bruele ende hare ghesellen, scepenen in de vors. poort int jaar XIIIIc een ende twintich, den vijfsten dach der maendt van maerte, goede volcommen ende clare informatie hadden vanden ouders der poort vors. uuter neeringhen vande weverije, der volderie, der scheerers ende van vele anderen goeden notabelen persoenen vande poort, ende ooc bij den ouden gheschriften die sij saghen ende hoorden lesen, dat van hardden ouden tijden in voorbode gheleeght hadden ghesien gheuseert ende wel ghehouden dat men gheen weveghetouwen, vollecomme noch sceerdissche setten noch stellen en mochte, noch die neeringghen doen buyten de vrijheede vander poort van Denremonde, binnen den lande van Denremonde, op de payne van drie ponden parisis verbuert te wesene, gheheel jeghen den heere van Denremonde, ende tghetauwe ende dlaken dat menre op vonde, de com ende dlaken dat men jn de volders vonde, de sceeren, sceerdisch ende al dlaken dat men jn der scheerers huus vonde, soude verbuert wesen, deen IIJe deel jeghen den heere van Denremonde, dander jeghen scepenen ende terdde IIJe deel jeghen deghene diet bevonden, soo es waer dat int jaer ende ten daghe vorscr. uut Denremonde trocken, mids der groeter clachte die ter kennessen vanden bailliu ende van scepenen vors. quam, als dat daghelijcx ende so lanc so meer de contrarie gheschiede, Willem Pottier, onder bailliu van Denremonde, ende Benoyt de overmeyer vanden lande van Denremonde, mits den bevele ende laste vanden vors. bailliu ende van scepenen vorn., ende ooc omme dneerenster versouc sdekens ende gheswoorene vander hallen ende neeringghen vorscr. inde prochien van Seele, van Hamme, van Grimberghen, van Opwijc, van Lebbeke ende van Swieveke, brochten met hem uuter prochie van Zele drie ghetouwen, uut Hamme twee ghetouwen, uut Opwijc twee ghetouwen ende uut Hamme eenen vollecom, sonder scheeren of scheerdisshe, mids dat se gheene en vonden, ende waeren doen de ghetouwen ende com te Denremonde op de marct verbrant ter kennessen vanden bailliu, scepenen ende van vele goede lieden, de boeten gheint ende dlaken ghedeelt; doen gheswoorne vande wevers Pieter Nieulandt, Jan Oste, Pieter de Lappere ende Jan de Garecoopere, fs Jans, ende haeren medeghesellen; vande volders, deken Jan Clincke, gheswoorne Heynric van Oest, Daniel van den Hoygate, Maes van Rijssele ende haeren medeghesellen; van den scheerers, Gillis Goessens ende Gillis Boschman; ende hieraf sijn ghemaect drie ghelijke ghescriften, daeraf hebbende de wevers, volders ende scheerers elc een.'

Jan MEEUSSEN                           


(1) LINDEMANS J., Geschiedenis der gemeente Opwijk, Brussel, 1937, blz.  83.
(2) 1 pond parisis was een munteenheid = 20 schellingen of stuivers = 1 gulden, toen een grote som geld.
(3) Gepubliceerd in , , Oudheidkundige Kring der stad & des voormaligen lands van Dendermonde - Gedenkschriften', Tweede Reeks, D.V, 4de aflevering, Dendermonde, 1894, blz. 372-374.
(4) , , Vollen' was een bewerking, waarbij de vezels van het wollen weefsel vaster en dichter gemaakt werden. Het laken werd daartoe in een volkom of een volmolen behandeld, d.w.z. geperst, met hamers bewerkt en in alle richtingen heen en weer bewogen, terwijl onder invloed van warmte, vocht en voldersaarde (die vette oliën opslorpt) de vezels meer kneedbaar gemaakt werden.

www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-