Naar HOM-website

Startpagina HOM-algemeen

Nieuw op HOM-site

Naar externe links

Zoeken in HOM-site

Inloggen HOM-ledengebied

Vorige bezochte pagina

Volgende (reeds bezochte) pagina

Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Klik voor naar top van de pagina of dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Info rechtermuisknop

Volgende pag. of vorige pag.

  

  
  

aaaaaa

HOM - Heemkundige bijdragen
Artikel verschenen in het HOM-tijdschrift 1990-2, p. 35.


Onweder en brand te Mazenzele in 1761

Uit een handschrift: 'Verscheyde gedenckweerdighe aenteekeninghen raekende niet alleenlijk de pastorije, maer oock andere nutte curieusheden' door Petrus De Meyer, pastoor van Mazenzele 1744-1763, en dat ingebonden is in het 'Register der kerke Maesel', dat vroeger op de pastorie van Mazenzele beruste: (1)

Den 27 Mey 1761 tusschen ellef en 12 uren smiddag isser soo vervaerdelijck onweder geweest van donder blixem hagel en regen datter vier dondersteenen gevallen sijn bevonden, te weten een in 't groot hof van Guillam Goossens in houwelijck met Anna-Françoise TSas waer door eenen ijsselijcken brant ontstaen is bringende eene schuere van 78 voet lanck en 36 breet tot asschen, daer in eenen grooten hoop hout in tbranden was tusschen 2 a 3 stappen van het huys waer door het selve met de meerder reste van het hof in het uytterste perijckel was van gansch afte branden. (2)

Doch den genadigen en almogenden Godt laetende den wint keeren en door de groote regens de walmen verdooven hebben de prochianen geholpen door de naest gelegene, besonderlijck door die van Opwijck, de groote vlammen eyndelinge meester geworden malkanderen helpende ieder om het meeste, waer onder den Smet van Droeshout op den vorst van het huys sittende met andere die langs een leere hem met eene uyterste dapperheyt water opgaven niet tegenstaande de grootte hitte en rook hun wel hebben doen verwonderen en prijsen; ook den schaper van de weduë TSas die opde brandende schuere boven de brandende haut mijte sittende het stroey dede afvallen met de kwissen afte snijden opdat die opthuys saeten hunnen post niet sou¬den moeten verlaeten door de vlammen en hitte, loopende opdie brandende grooten hoop haut, en dat met de mutsaerts afsmijtende terwijl andere hem hielpen dat voort weg te werpen.

't Verlies wordt geschat op 800 a 900 gulden doch noch gehauwen voor winste en voor geluck uyt consideratie van het groot perijckel van, om recht te seggen, onvermijdelijck verlies van heel thof dat nog door Godts bijstant genadelijck behouwen is.

Men heeft gesien noch ten selven tijde eenen dondersteen gevallen in eenen boom op den bogaert van tselve hof, eenen aan den meulen, en eenen aen de weyden aen den Maeselecauter.

Den haegel heeft eenen buyten gemeyne schade gedaen onder Opwijck en Merchtem. Die onder Opwijck wort geschat op 6000 gulden en Merchtem niet min mits die sig uitstreekt tot voorbij den meulenvan Merchtem tot aende kerkcke en voorder begginnende van Aschterheyen Krockegem etc. door Opwijck Merchten tot Steenhuffel toe, doch de schade is hier op veel naer soo groot niet geweest, altijd dat sij haer daegelijcks meer openbaert doordien dat de terwe aerkens al geboogt uytkomen, daerde terwe van boven geraekt sijnde van den haegel geboogt was en tsop gekroockt.

Maurice WILLOCX         


(1)

Tekst gepubliceerd in Eigen Schoon, 1913, blz. 27-28.

(2) Het betreft hier de hofstede langsheen de huidige Vossestraat, nabij de grens met de Merchtemse Waaienbergkouter, vroeger gekend als Goossens-Hof, nu Suysens-Hof.

www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-