Op de vlucht van Mazenzele naar
Frankrijk
15 mei 1940
Vijf dagen na de inval van het Duitse
leger, werd op dinsdag 15 mei 1940, via de radio het
bericht verspreid, dat iedere Belgische weerbare man,
die de leeftijd van 15 jaar bereikt had, zich diende
te voegen bij een van de recruteringscentra van het
Belgische leger. Andere verordeningen desaangaande
waren er niet.
Naar aanleiding van dit bericht
verzamelden zich 26 mannen, die zonder begeleiding en
zonder bestemming, per fiets vertrokken op 15 mei
rond 13 uur. Wij waren zogezegd op vlucht uit schrik
voor de Duitsers. Eigenlijk waren wij op dat ogenblik
niets meer dan vluchtelingen en werden wij overal als
dusdanig aangezien.
Jozef De Valck (Jef van Valk) nam zo een beetje de
leiding van de groep op zich. Via Baardegem, Aalst
richting Gent, Kortrijk reden wij langs kleine
afgelegen wegen in de richting van Frankrijk.
Na zeven dagen onafgebroken fietsen door
Noord-Frankrijk kwamen wij aan te Alençon (50 km.
boven Le Mans). In de omgeving van Rouen waren wij
ondertussen Marcel en Leo De Nil en hun kozijn Marcel
Van Ingelghem verloren. Zij zouden, samen met Leon
Arijs en Emiel Verdoodt uiteindelijk in Sommières
belanden. Te Alençon werden wij door het stadsbestuur
verplicht de trein te nemen, richting Zuid-Frankrijk.
De treinreis duurde twee dagen en één nacht, in
'beestenwagens' (goederenwagens) om op 24 mei 's
avonds aan te komen in Toulouse. De eerste nacht
sliepen wij in de 'velodrome' en 's anderendaags
werden wij ondergebracht in een leegstaand lokaal.
De groep van nog 23 Mazelse koppen werd gescheiden.
De mannen ouder dan 20 jaar werden op transport gezet
met bestemming Châlons-sur-Marne. De overige, nog 14
in getal, verhuisden naar een klein zielig dorpje,
dat zelfs op een uitgebreide Michelinkaart niet te
vinden is: 'Juille': een boerderij, waar we een
paar dagen vertoefden, een vervallen kerkje, een
verwaarloosd kerkhof met een paar scheefgevallen
verroeste kruisen, van daaruit, steeds te voet, naar
de eindbestemming: Gimont (Département de la Garonne,
aan de voet van de Pyreneeën, 60 km. van Lourdes).
Ons hotel: een schapestal, lemen muren, strooien dak
en een harde gestampte vloer, met als matras enkele
centimeters stro !
Einde juni, ongeveer een maand na de overgave van
België, ontvingen wij tot ieders verbazing een brief
uit Mazel, van de hand van mijn broer Jan. Deze brief
kwam ter bestemming via het Rode Kruis, maar
passeerde natuurlijk eerst door de handen van de
militaire bewaker. Vermits de brief gericht was aan
Maurits Heuninckx, mocht ik de brief voorlezen ten
gehore van de kameraden.
Volgens dit schrijven was op dat ogenblik alles vrij
rustig in Mazel, toch vernamen wij de namen van drie
gesneuvelden: Henri Michiels, Ernest Engels en Albert
Leemans. Wat ons bijzonder interesseerde was, dat men
in Mazel plannen smeedde om ons per autobusje te
komen ophalen. Het grootste probleem leek de nodige
benzine verzamelen voor de reis heen en terug. De
grensovergang doorheen het gedeeltelijk bezette
Frankrijk zou geen probleem zijn. Na het voorlezen
van de brief moesten wij deze teruggeven maar ook
onze identiteitspapieren werden opgehaald. De
militaire bewaker vertrouwde het hele zaakje niet !
Maar onverwacht, op 2 augustus moesten wij opstappen
naar het station van Gimont. Daar wachtte ons een
treinstel 'beestenwagens', via Toulouse en Bordeaux
richting 'Belgique'. De treinreis duurde twee dagen
en één nacht, zonder begeleiding, zonder enige
bevoorrading van eten of drinken, om op zaterdag aan
te komen in Brussel-Noord rond 20 uur. Iedereen
dacht: 'nu zijn we vrij'!, maar neen ... in 't
gelid naar het sportpaleis te Schaarbeek om de nacht
door te brengen op de houten piste.
Op zondag 4 augustus waren wij
eindelijk vrij. Te voet naar de 'Nord', tram 'A'
op naar Asse-Wijndruif.
Wij hadden nog maar enkele stappen in
de richting naar Mazel gezet of men wist er reeds van
onze komst. Meerderen kwamen ons per fiets toegereden
om ons te verwelkomen. Na het nemen van een
groepsfoto, eindelijk naar huis, om zich na drie
maanden eens degelijk te wassen en te verschonen !
Het was meer dan nodig.
Nu, na 54 jaar vragen wij ons af
waarom wij samen zijn gaan lopen, terwijl tientallen,
honderdtallen thuis bleven! Als onvolwassenen,
eigenlijk grote kinderen, hebben wij meer ontbering
doorstaan dan menig Belgisch soldaat, die zelfs geen
enkele Duitse soldaat heeft gezien van kort of van
ver. Sommigen hiervan worden vereerd met
onderscheidingen en decoraties en genieten zelfs een
geldelijke vergoeding.
Al hebben wij niet gestreden voor het
Vaderland, wij hebben des te meer geleden: honger,
dorst, afzondering, overgelaten aan ons lot. Nooit is
deze groep gewaardeerd of erkend.
Samen vertrokken uit
Mazenzele
15 mei 1940
De Boeck Jan
De Coninck Gaston
De Coninck Petrus
De Nil Emiel
De Nil Leo
De Nil Marcel
De Rijck Jozef
De Valck Jozef
De Valck René
Heuninckx Maurits
Jacobs Alfons
Jacobs Henrie
Laurent Petrus
Laurent Victor
Lefever Alfons
Luypaert Albert (Asse,
verloofde van Madel. Verdoodt)
Meert Albert
Toussaint Frans
Van den Eede Frans
Van der Straeten Emiel
Van Ingelghem Marcel
Van Limberghen Frans
Van Limberghen Marcel
Van Stappen Albert
Van Stappen Frans
Verhertbrugghen Petrus
Leo Arijs en Emiel Verdoodt
waren niet samen met deze groep vertrokken. |
Aangekomen in
Toulouse
De Boeck Jean
De Coninck Gaston
De Coninck Petrus
De Nil Emiel
De Rijck Jozef
De Valck Jozef
De Valck René
Heuninckx Maurits
Jacobs Alfons
Jacobs Henrie
Laurent Petrus
Laurent Victor
Lefever Alfons
Luypaert Albert
Meert Albert
Toussaint Frans
Van den Eede Frans
Van der Straeten Emiel
Van Limberghen Frans
Van Limberghen Marcel
Van Stappen Albert
Van Stappen Frans
Verhertbrugghen Petrus
Achtergebleven, verloren in de
massa vluchtelingen in de omgeving van Rouen:
De Nil Leo
De Nil Marcel
Van Ingelghem Marcel
|
Op transport naar
Châlons-sur-Marne
De Boeck Jean
De Coninck Gaston
De Nil Emiel
De Valck Jozef
Luypaert Albert
Meert Albert
Van Limberghen Frans
Van Stappen Frans
Verhertbrugghen Petrus
Verbleven in Gimont
De Coninck Petrus
De Rijck Jozef
De Valck René
Heuninckx Maurits
Jacobs Alfons
Jacobs Henrie
Laurent Petrus
Laurent Victor
Lefever Alfons
Toussaint Frans
Van den Eede Frans
Van der Straeten Emiel
Van Limberghen Marcel
Van Stappen Albert
|
|
Maurits HEUNINCKX
Augustus 1994 |
|
Mazenzele 4 augustus
1940:
aankomst van
vluchtelingen uit Frankrijk.
Staande van links naar
recht:
Marcel Toussaint, Petrus
Laurent, Emiel Van der Straeten,
René De Valck, Henrie Jacobs, Maurits
Heuninckx, Alfons Lefever.
Onderaan van links naar
rechts:
Petrus De Coninck, Albert
Van Stappen, Alfons Jacobs,
Marcel Van Limberghen.
Rechts leunend op fiets:
William Michiels, de
latere Missionaris-Scheutist |
|