|
|
|
Geschiedenis van de Brouwerij De Smedt. Bouwwerken in 1946 (vertelling) De blijvende bouwwoede heeft voor gevolg dat er van de oorspronkelijke brouwerij haast geen spoor meer overblijft. De moderne bedrijfsgebouwen, die sinds een paar decennia het dorpsansicht domineren, werden door de gebroeders Hubert en André De Smedt opgericht. In 1947 werd de brouwzaal hernieuwd en uitgerust met drie reusachtige koperen ketels, waarin per brouwsel 160 hl bier wordt klaargestoomd. Vertelling, uit de brouwerij-archieven. De werken voor het oprichten van de brouwzaal en stoomketelhuis vangen aan op1 juli 1946. De grond van het diepste deel moet 14,25 lang 10,60 breed en 1,25 m. diep uitgegraven worden en verder in den hof en boogaard gevoerd worden om daar de grond van o tot +- 1 meter aan te hogen. Voor het tweede deel moet 13 meter op 10,6 meter en 0,5 meter uitgegraven worden. Deze werken zullen uitgevoerd worden door de Gebroeders Jef Leemans (Seppen) en Jan Leemans met de hulp van hun helpers Jozef Berghman, Alf. …. en een jonge uit Mollem. Het werk is aangenomen 50 fr. de m3; gezien hun autocamion de brug gebroken heeft zullen ze onze camion Chevrolet gebruiken mits een vergoeding van 600 fr. per dag. Drank wordt ook geschonken door de brouwerij: tafelbier Op zes dagen werken t.t.z. van Woensdag 3 Juli tot Dinsdag 9 Juli waren de grondwerken gedaan. Afgerekend met Seppen den 16 Juli 1946. 10.000 gekuischte stenen van de oude muur zijn overgelaten aan den aannemer. Op 13 Juli is er 70.000 kg rijnzand gelost van de statie door ons volk met ons 2 camions. Op Maandag 15 Juli komt den aannemer Lefèver met een autocamion met 3 van zijn werklieden den eerste keer naar het werk camion geladen met allerhanden materiaal. Op 16 Juli in de voormiddag slecht weder, bij de middag vangen zij het werk aan. Op 19 Juli nog 2 camions: een autocamion materiaal en een betoneuse Zaterdag 20 Juli: aankomst van 120 ton gravier 5/30 te Opwijk statie. Aanvang met lossen te 13 uur, te 20 uur eindigen ze na +- 80 ton gelost te hebben. Maandag 22 Juli dezelfde mannen als Zaterdag lossen verder de gravier, begin te 7 uur 31 Juli: de fondamenten van het achterste gedeelte gemaakt zijnde, is men begonnen te betonneren met 9 man (stoomketelhuis). Het betonneren ging vlug vooruit, daags nadien was men begonnen met metsen, 3 metsers. Ook Ernest De Medts, broeder van Hendrik De Medts, is door de aannemer aan ’t werk gezet, na enkele dagen staat het ketelhuis een dertig centimeters boven bestaande grond. Terwijl de metsers aan het ketelhuis werkten, hielden de anderen zich bezig met de grondwerken: waar nog veel werk aan was, na een 10tal dagen waren ze dan gereed voor den beton in te gieten. Op een dag waren de betonblokken gegoten, dat ging heel vlug vooruit. Daags nadien konnen de metsers weer beginnen om het gebouw op te trekken gelijke hoogte met ketelhuis. De grondwerkers konnen zich bezighouden met de verdere funderingen. De nieuwe plaats voor funderingen was niet zoo gemakkelijk als de vorige. De twee waterputten die papa in 19.. en 19.. met een doormeter van … den 1sten is gevuld gewoon weg met grond zonder het water er uit te trekken hetwelk nog een hoogte van 1,50 meter was. Het waren groote kuilen voor te zien als het welfsel ervan ontdaan was. Het welfsel was nog heel sterk, deze zouden nog lange jaren stand gehouden hebben, er was nog geen spoor van verval. Het metswerk was heel hard. De tweede put zowel als de eerste is afgebroken tot 0,50 meter onder de funderingen, dezen is gevuld met brik maar vooreerst hadden wij het water uitgepompt. |
