![]() |
  
|
Conferentie van Sint-Vincentiusgenootschap a Paulo Opwijk
De Opwijkse Conferentie van de H. Vincentius a Paulo van Opwijk werd in 1856 door pastoor Van Hemel opgericht met een geestelijk doel en had tevens de opdracht de arme gezinnen te bezoeken en ook materieel te steunen. (1)
De verslagen van de wekelijkse vergaderingen, van de jaarverslagen, van de algemene jaarlijkse vergaderingen,… geven een levendig beeld van de materiële problemen van onze voorouders tijdens de Grote Oorlog. Een aantal representatieve verslagen zijn opgenomen in het hoofdstuk De werking van de Conferentie van Sint-Vincentus a Paulo te Opwijk 1914-1918 van de publicatie Getuigenissen van de «andere oorlog». Opwijk en Mazenzele (en omstreken) 1914-1918, Heemkring Opwijk-Mazenzele, 2004, pag. 375-383.
In zijn oorlogsdagboek 1914-1918 schrijft Louis Lindemans over de plaatselijke Conferentie (waarvan hij voorzitter was):
Donderdag, 5 November 1914
Jaarlijksche rondgang van S. Vinc. Gen. De Confrerie is thans zeer bedrijvig. Talrijke huishoudens
worden ondersteund en wekelijks bezocht. Nooit toonden onze leden zooveel iever. Schier geene
afwezigheden op de wekelijksche vergaderingen.
Zondag, 18 April 1915
Alg. Vergadering van S. Vinc.Gen. Ik geef verslag over hetgene Vinc. samen met het pl. Kom..op
liefdadigheidsterrein verrichten.
Zondag 25 Jul 1915.
Alg. verg. van S.Vinc. Genootschap. Ik geef eene voordracht over het grootsche liefdewerk door onzen
H. Patroon gesticht in toenmalige oorlogstijden.
Zondag 23 Juli 1916
Algemeene vergadering van S.V. genootschap.
Voordracht over Karel de Goede. Zullen de woekeraars verstaan hebben ?
Woensdag 25e December 1918
Groote, druk bijgewoonde, algemeene vergadering van het Genootschap van den H. V. à Paulo. Ik geef
nogmaals verslag van hetgeen de werkende leden en het steunkomiteit gesticht en verwezenlijkt
hebben; van het goede ook dat onze werkende en eerleden (L. Geeurickx, Jan Buggenhout, Paul
Lindemans, Eug. Van den Broeck, Al. De Smedt) aan het front, door hun soldatenbladje
"De Stem uit Opwijck” hebben te weeg gebracht.
Op de algemene vergadering van Sint-Vincentius Genootschap geef ik geef breedvoerige uitleg over
stoffelijken onderstand, namelijk over uitgedeelde kleedingstukken en beddegerief. Ik spreek verder
over kindersterfte, over degelijke kindervoeding en over het zoo verdienstelijk werk, hier gesticht:
De Kindermelk. Een honderdtal kinderen (gemiddeld 50) hebben van dit werk tot hiertoe genoten.
13.859 liters melk zijn aldus uitgedeeld geweest, voor een weerde van 3.679,30 fr. (1/3e bekostigd
door de Gemeente 2/3e door het Nationaal Komiteit). Van de 100 kinderen zijn er slechts 2
gestorven….
Een beknopt overzicht van de werking van de plaatselijk Conferentie tijdens de oorlog lezen wij in het gedenkboekje bij het diamanten Jubelfeest op 11 oktober 1932:
III. — De Oorlogstijd
1914... Ongelukstijd! Toen brak de oorlog uit met zijn nasleep van ellende en achteruitgang op alle gebied. In 1916 zei M. Lindemans:
«We zijn door den oorlog 60 à 70 jaar teruggekeerd in de Geschiedenis. We leven terug in de jaren 1850 ongeveer...»
Telkenmale we vergaderden werd van Augusti 1914 een gebed gezegd voor de drie werkende en de negen eereleden van ons Genootschap, onder de wapens.
Enkele keeren werd veiligheidshalve de wekelijksche vergadering ge houden ‘s Zondags na de Hoogmis. (Toch niet geschorst of onderbroken.)
De oorlog was een tijd waarop velen dachten dat ze bij gebrek aan erkend burgerlijk gezag, alles doen mochten. De nood was daarbij soms prangend. Maar arm en deftig zouden ook samen wonen, besloot onze Conferentie. Hoe zouden we echter aan onze arme gezinnen, waarvan het aantal zoo groeide, den noodigen onderstand kunnen verleenen met onze schaarsche inkomsten? Dat was onmogelijk. Wat dan?
Er werd samenwerking gewenscht en beproefd met het Nationaal Steunkomiteit. In gemeenzaam akkoord werden er bv. in 1915 uitgedeeld: kleedingstukken, sarges en beddegoed; kleedsel voor Eerste-Communiekanten; 2 wagons kolen; verder aardappelen, brood, erwten, rijst, spek, vleesch, meel, winkelwaren; gebruikte kleederen uit Amerika, enz.
Hetzelfde jaar werd voor meer dan 4200 fr. in een groot handelshuis te Brussel kleedingstukken aangekocht aan zeer voordeelige prijzen en alles werd tus-schen ongeveer 200 gezinnen verdeeld.
De werkloozen ontvingen op de negen eerste oorlogsmaanden 60,150 fr., waarvan 6000 fr. ten laste onzer gemeente.
Opwijk telde 250 a 260 soldaten onder de wapens. Veertig ervan werden krijgsgevangen: deze ontvingen in 1915 zeven verzendingen met eetwaren en in ‘t begin van den winter een pak warme kleeren en kousen.
Achter het front stichtten, gedurende de oorlogsjaren, een handvol Opwijkenaars, waartusschen enkele
onzer leden, op hun eentje een soldatenbladje «DE STEM UIT OPWIJCK»
…
In 1918 kwam dan eindelijk de vrede, de langverwachte. De oorlog had allerlei werken van
stoffelijken aard zien geboren worden: het Nationaal Komiteit met al zijn vertakkingen. Honderd
duizenden frank moesten worden uitgekeerd, waar wij er slechts twee a drie duizend beschikbaar
hadden.
Een zeer klein getal gezinnen kon door ons bereikt worden en aldus ontsnapte de groote massa der door - 't komiteit - ondersteunden aan onzen invloed. Het goede dat we doen konden was gering. Zoo kloeg onze Voorzitter op de Algemeene Vergadering van einde 1918: «Wij hebben niet al het goede kunnen stichten, wat we zouden willen stichten hebben. De omstandigheden lieten ons zulks niet toe.»
Het officiëele, het schatrijke Nationaal Komiteit met zijn ijskoude aalmoes stond ons in den weg.
En toch deed elk wat hij kon en kon er bekomen worden wat het voorgaande met omstandigheid getuigt.
In 1919 treurde na den wereldoorog de Algemeene Voorzitter van België dat er gedurende de ongeluksjaren zes-en-veertig conferentiën verdwenen waren. Maar onze Conferentie stond bereid, was immer op den post gebleven, wachtende op gunstige tijden om terug in volle intense werking te treden.
en in het verslag van het honderdjarig bestaan in 1957 door voorzitter Leo Buggenhout:
Gedurende de eerste wereldoorlog 1914-1918 steunde men in medewerking van het Nationaal Steuncomiteit: kleedsel, sarges, beddegoed, aardappelen, brood, erwten, rijst, spek, vlees, meel, winkelwaar, gebruikte klederen uit Amerika, hele .wagons kolen, voor meer dan 4.000 frank kledingstukken in een groot Brussels warenhuis aangekocht.
Wekelijks had er een deling plaats van aardappelen: 2 kilo per persoon boven de zeven jaar, 1½ kilo voor de anderen.
Nog
een voorbeeld van onze werkzaamheid in die jaren: 60 pakken waren in gereedheid gebracht en
geschonken aan de mannen en jongelingen, die opgeëist werden, met als inhoud: hemd, onderbroek, kap,
halve kilo spek, brood van 1.200 gram, pak extract, sargie, 10 mark.
…
Onze Brei-kamer.
Wij noemden hierhoger «De Spinkamer». Zo zouden wij gedurende de droeve oorlogsjaren 1914-1918
kunnen spreken van een andere werkgelegenheid «Onze Brei-kamer». Wij kochten breiwol en schonken ze
aan onze armen om ze te verwerken. Maar, spijtig genoeg, alle huismoeders kenden de zo nuttige kunst
van breien niet of moesten uit werken gaan. Daarom gelastte een afdeling der «Kristene Moeders» zich
welwillend daarmee: voor de prijs der breiwol kregen wij mooi en warme afgewerkte stukken als
kousen, sjaals, pull-overs, mutsen, handschoenen, combinaisons, e.d.m.
Die edelmoedige werking der Kristen Moeders bleef bestaan tot ongeveer twintig jaar later.
(1) |
Vincentiusvereniging: genootschap van rooms-katholieke leken, in 1833 opgericht
door de Fransman Frédéric Ozanam (1813–1853), met het doel de christelijke idee
van caritas daadwerkelijk te verwezenlijken. De vereniging werd genoemd naar
haar grote voorbeeld Vincentius a Paulo,
een in 1736 heilig verklaarde priester, die zich
tijdens zijn leven hoofdzakelijk had ingezet voor de armenzorg.
De
Vincentianen kenden in België, na een aanvankelijk wat aarzelende start in
1841-1845, een haast spectaculaire verspreiding. Gedurende het eerste decennium
(1842-1852) werden er 62 conferenties opgericht. Dit gebeurde voornamelijk in de
steden van waaruit het Genootschap zich over het land verspreidde. Het volgende
decennium (1853-1863) waren er reeds 378 conferenties. |
![]() |
Samenvattend verslag van de
werkzaamheden van 1915 van de |