In
het kader van het openbaar onderzoek maakten wij met onze brief van 20
december 2009 (verstuurd per e-mail) de hierna volgende opmerkingen,
voorstellen en bezwaren over aan de gemeentelijke commissie voor
ruimtelijke ordening (GECORO).
Wij vroegen dat al
onze opmerkingen en voorstellen (punten 1 tot 6) onderzocht zouden
worden (met vermelding in een verslag) en dat al onze bezwaren (punten 7 tot 25) gemotiveerd beantwoord zouden worden.
Belangrijkste opmerkingen,
voorstellen en bezwaren van het bestuur van de
Heemkring Opwijk-Mazenzele bij het ontwerp van ruimtelijk
structuurplan (RUP) 'Wijzigen van het aantal woonlagen binnen
kernwoongebieden', hierna kortweg 'Woonlagen' genoemd.
Algemene toelichtingen |
1. |
Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) is een strikt
onafhankelijke en sterk maatschappelijk geëngageerde
vereniging.
Anders dan veel andere heemkundige kringen is haar
werking ook sterk gericht op wat er gebeurt met een
aantal zaken in het heden. Wat onze huidige generatie nu
aanvangt met haar heemkundige waarden, op diverse
vlakken, is meestal onomkeerbaar en is bepalend voor het
verleden van de toekomst. Daarom heeft onze
verenigingswerking ook bijzondere belangstelling voor
sommige actuele dossiers over plaatselijke
ruimtelijke ordening, erfgoedbewaring en herwaardering
(roerend, onroerend en archeologisch erfgoed), buurt- en
andere landelijke wegen, nieuwe straatnamen, wijzigingen
aan onze natuurlijke waterlopen, archiefwezen, …
Wellicht in tegenstelling met de meeste andere
ingediende bezwaarschriften en opmerkingen kwamen de
mensen van de HOM hier niet op voor hun persoonlijke
belangen, maar reageerden zij vanuit hun werkingsveld
zoals hierboven beschreven. |
2. |
Deze opmerkingen betreffen slechts een eerder beperkt
aantal punten, die ons het meest relevant lijken, vooral
in functie van ons werkingsveld.
Dit betekent niet noodzakelijk dat wij akkoord zijn (of
niet-akkoord zijn) met de overige punten die in het
ontwerp van dit RUP 'Woonlagen' behandeld worden.
|
3. |
Enkele van onze opmerkingen betreffen niet direct de
inhoud van de documenten van het ontwerp RUP, maar ook
andere aspecten van de proceduregang van het RUP
(openbaar onderzoek,…). |
In verband met de bekendmaking van het ontwerp van RUP
en met de procedure van het openbaar onderzoek |
4. |
Ruimtelijke ordening is sowieso al een complexe materie,
met veel (gevoelige) aspecten.
De voorliggende documenten van ontwerp van dit RUP
'Woonlagen' zijn op vele vlakken (en vaak onnodig)
ingewikkeld door hun structuur, door de vele
verwijzingen, door een aantal fouten, schijnbare
tegenstrijdigheden en beschrijvingen die helemaal niet
overeenkomen met de werkelijkheid en door veel gegevens
die helemaal niet relevant zijn voor het onderwerp van
dit RUP (vooral in de delen 'Toetsing aan hogere
plannen' van het document 'Memorie van toelichting' en
'Planopvatting).
Het ontwerp van RUP is zeker niet gemaakt voor de mensen
die niet beroepsmatig bezig zijn met de materie. En toch
zijn het deze documenten die voorgelegd worden in het
openbaar onderzoek naar de burgers toe en waarvan
verondersteld worden dat de bevolking ze raadpleegt,
begrijpt, eventueel reageert,… Maakt dit een
democratische vorm van beleidsparticipatie en -inspraak
van en door de bevolking wel echt mogelijk? |
5. |
Het geheel van het dossier ontwerp van dit RUP
'Woonlagen' dat in openbaar onderzoek was beslaat uit
twee plannen, een 'toelichtingsnota' (34 p.), een
document 'Stedenbouwkundige voorschriften' (9 p.), een
fotoreportage (23 p. + plan) en een aantal gerelateerde
documenten als bijlage (i.v.m. Plan-MER-screening en
Plenair overleg, samen meerdere tientallen pagina's).
Het is niet zo evident om al deze documenten ter plaatse
(GAC I, aan de hoge balie rechtstaand,...) te
raadplegen, te bestuderen, te vergelijken, eventueel
fragmenten over te schrijven en over te tekenen...
Vooral niet in het geval men zich niet enkel focust op
één of enkele details (percelen,...) maar wel het geheel
van het betrokken gebied consequent wil onderzoeken.
Het zou de dienstbaarheid aan de bevolking en een goed
beleid 'ruimtelijke ordening' zeker daadwerkelijk ten
goede gekomen zijn moesten deze documenten bijvoorbeeld,
naast de klassieke papieren versie en een versie op
CD-rom (die voor dit ontwerp wel beschikbaar was), ook
digitaal op internet, raadpleegbaar gesteld zijn
(cfr documenten 'Screening plan-Mer-plicht',… op
www.mervlaanderen.be/uploads/nthnvg1034.pdf,...).
Ondertussen is het resultaat van de daadwerkelijke
betrokkenheid van de bevolking (de betrokken
ruimtegebruikers -niet alleen de inwoners en eigenaars
van betrokken woongebied-) bij de realisatie van het RUP
(met het openbaar onderzoek) gekend. Er boden zich
relatief weinig mensen aan om het ontwerp van RUP te
raadplegen. Of was dit juist de bedoeling van sommigen? |
6. |
Wij vinden het jammer dat het gemeentebestuur en sommige
individuele leden ervan in de aanloop van het openbaar
onderzoek, in diverse publicaties, verkeerde,
verwarrende en zelfs misleidende informatie in verband
met de inhoud (onderwerp) van dit RUP 'woonlagen'
verspreidden. |
7. |
Het advies van de Vlaamse overheid – Agentschap R-O
Vlaanderen – Onroerend Erfgoed van 6 april 2009, met in
bijlage de gedetailleerde lijst 'Beschermde Monumenten,
Stads- en Dorpsgezichten en Landschappen binnen het RUP
… ' en 'Lijst van niet beschermde, waardevolle gebouwen
binnen het RUP …' was niet aanwezig in het dossier dat
ter inzage van het publiek lag in het kader van het
openbaar onderzoek. In elk geval: deze brief met bijlage
is niet aanwezig op de CD-rom met de documenten
van het ontwerp van RUP dat door het publiek voor dit
openbaar onderzoek kon aangekocht worden (verspreiding
door gemeentebestuur).
Het feit dat dit advies laattijdig zou uitgebracht zijn
(zie notulen gemeenteraad 24.09.2009 – punt 11) kan
hiervoor geen geldig argument zijn. Het advies werd door
het Opwijks gemeentebestuur ontvangen op 9 april 2009.
De gemeenteraad nam pas op 24 september 2009 (dus ca. 22
weken later) een beslissing voor de voorlopige
aanvaarding van het ontwerp RUP. En het ontwerp RUP werd
pas ca. 26 weken na ontvangst van het advies in openbaar
onderzoek gesteld (19 oktober 2009). Er was dus zeker
tijd genoeg om het document in het dossier te voegen! |
In
verband met de inhoud (onderwerp) van het 'Ontwerp RUP
'Woonlagen'' |
8. |
In
tegenstelling met wat sommige beleidsmensen verkondigden
voorziet dit RUP 'Woonlagen' wel degelijk een verhoging
van het aantal toegestane bouwlagen en woonlagen, ten
opzichte van wat de beleidsplannen nu voorzien (voor het
grootste deel het Gewestplan) – zie punt 3.1 op p. 6.
Dat er vooral de laatste jaren zulk een enorm aantal
afwijkingen en overtredingen zijn toegestaan (en dus
spijtig genoeg gerealiseerd werden, ook in zones waar
enkel het Gewestplan geldig is, dus max. 2 woonlagen) is
hiervoor zeker geen verantwoording, integendeel! De
beleidsmensen die al die afwijkingen en overtredingen
toestonden (al of niet na een 'regularisatiedossier'
achteraf) zijn in heel grote mate verantwoordelijk voor
de erg slechte ruimtelijk ordening die er nu onder meer
in Opwijk-centrum bestaat.
Door dit RUP 'Woonlagen' wordt in feite deze niet
verantwoorde verhoging van het aantal bouw- en woonlagen
geregulariseerd en tot een regel gemaakt.
Met het RUP 'Woonlagen' zal de aangroei en de wildgroei
aan appartementen nog in hoge mate toenemen. Door de
hoogte van de gebouwen zal de kwaliteit van het
straatbeeld (architectuur en ruimtelijke ordening) er op
achteruitgaan, zullen de straten visueel versmallen en
somberder worden, zullen er meer en meer problemen komen
met het inzicht van buren op appartementen op de
bovenste verdiepingen in de woningen en in de tuinen,
terrassen en balkons van omwonenden (privacy?!). Het
aantal twistpunten van mensen met buren in omliggende
gebouwen zal verhogen… Algemeen zal het een negatieve
impact hebben op de woonkwaliteit.
De
plaatsing van liften in de woonblokken met een verhoogd
aantal woonlagen zal zeker toenemen. De voorziene
stedenbouwkundige voorschriften zullen het bouwen van
storende machinekamers voor deze liften buiten het dak
van het gebouw niet kunnen voorkomen.
Het optrekken van het aantal bouw- en woonlagen met dit
RUP zal de verstedelijking van Opwijk-centrum in de hand
werken.
Meer bouwlagen en meer woonlagen veroorzaakt natuurlijk
verdichting van de bewoning. De nieuwe situatie zal ook
aanleiding geven tot nog meer verfransing! Zijn er
voorwaarden verbonden op het vlak van integratie aan het
bewonen of het bezitten van woningen in die gebouwen met
meer bouwlagen en woonlagen (kennis van het Nederlands,
band met de gemeente,…) ? – zie hieromtrent o.m.
http://jsp.vlaamsparlement.be/website/htm-vrg/549650.html. |
9. |
De
begrenzing van het RUP 'Woonlagen' is op zijn minst
'bizar' te noemen.
Behoord de noordelijke uitloper, zijn één zijde van de
Heirbaan (deel vanaf Esp) wel tot het 'kernwoongebied' ?
Anderzijds: de Processiestraat, beide zijden van
de Esp, de Schoolstraat (dus ook het deel voorbij de
verbinding naar Heiveld), de Marktstraat, het eerste
deel van de Kloosterstraat, de Singel en de Kattestraat
behoren wel tot het 'kernwoongebied'. |
10. |
Dat de begrenzing van het ontwerp van RUP bijna overal
gevormd wordt door de as van een straat (of plein) is
absoluut onlogisch. Er zullen dus langs de ene kant van
de straat andere regels gelden wat betreft aantal
woonlagen, bouwlagen en bouwvoorschriften (dakvorm,
dakvensters, kroonlijsthoogten, materialen,…) dan aan de
andere zijde van de straat! Of is het in al deze
gevallen (praktisch de volledige grens van het RUP) zo
voorzien dat binnen aanpalende BPA's of RUP's dezelfde
regels gelden dan aan de overkant van de straat (dus
binnen dit RUP 'Woonlagen'?
Deze situatie zal nog een grotere chaos teweegbrengen in
de ruimtelijke ordening en in het straatbeeld in
Opwijk-centrum (qua architectuur en ruimtelijke
ordening).
Wij vonden in het ontwerp RUP geen enkele motivering of
logische verklaring voor dergelijk hoogst eigenaardige
begrenzing van het RUP. |
11. |
De
Sint-Annesite en de plaats van de St.-Pauluszaal (beiden
aaneensluitend en centraal in het RUP) worden zomaar
uitgesloten uit het RUP. De nieuwe gebouwen op deze site
moeten dus niet voldoen aan de regels van het RUP die
aan aanpalende en omliggende gebouwen worden opgelegd.
Dit is op het vlak van vlak van (goede) ruimtelijke
ordening een mislukking en onaanvaardbaar. Daarenboven
kent de gemeente hier aan haar eigen voorrechten toe die
zij niet toekent aan de aanpalenden. Ondertussen weten
wij dat het geplande (ontwerp) voor de nieuwbouw op de
Sint-Annasite een fiasco en misser zal zijn binnen de
bestaande ruimtelijke omgeving van de Processiestraat…!
(gevelontwerp, gevelhoogte, aantal bouwlagen, plat dak
tussen allemaal gebouwen met een hellend dak, tussen
verschillende waardevolle erfgoedgebouwen in de straat,
wegstoppen van de neogotische westgevel van de
Sint-Pauluszaal, volledig zonevreemde bestemmingen,…).
Voor de soortgelijke situatie van de Sint-Pauluskerk
wordt een logische motivatie gegeven (beschermd
gebouw,…). Voor het geval van de (ruime) Sint-Annasite
is geen concrete en geloofwaardige motivatie gegeven
(5.2.3.4 op p. 24 van het document 'Memorie van
toelichting'). Er wordt daar gesproken over een
noodzakelijke 'renovatie'. Het staat wel al geruime tijd
vast dat het een volledige nieuwbouw wordt.
Wij pleiten met aandrang voor de toepassing van de
bepalingen van het RUP 'Woonlagen' ook voor de
Sint-Annasite, of tenminste toch voor de nieuwbouw
langsheen de Processiestraat (2 verdiepingen + hellende
daken zoals alle andere gebouwen in de
Processiestraat,…) |
12. |
Voor binnen de bestaande vergunde verkaveling zullen
enigszins aangepaste regels van toepassing zijn.
Maar zijn alle locaties die op het plan van het RUP in
de blauwe kleur omlijnd zijn wel nog geldende vergunde
verkavelingen? Bijvoorbeeld langs de zuidoostzijde van
de Processiestraat (tuinen achter de woonhuizen
Marktstraat)? Is de hoek van de Kerkstraat en de
Kattestraat ook een verkaveling? |
Document 'Memorie van toelichting' |
13. |
p.
6, laatste paragraaf:
Het bewaren van 'het streekeigen karakter' zou één van
de hoofdbekommernissen zijn bij het invoegen van
'aanvullende stedenbouwkundige voorschriften'. Hiervan
is in het RUP weinig of niets terug te vinden. |
14. |
p.
7:
Winkels zijn geen woonlaag zodat er dan een verdieping
hoger kan gebouwd worden.
In
het RUP zou moeten vermeld worden dat, als deze
'bouwlaag' toch bewoond wordt, ze dan moet meegeteld
worden als woonlaag.
Is
het aantal bouwlagen niet beperkt? Tenzij dat 'er
rekening moet worden gehouden met de goede ruimtelijke
ordening en de goede plaatselijke aanleg’ (zie punt
3.3) ? |
15. |
p.
14: 4.5. Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed in
Vlaanderen.
De
inventaris 'Bouwen door de eeuwen heen…' is voor onze
streek erg onvolledig en verouderd (publicatie 1975).
Gebouwen van de 20ste eeuw en later werden helemaal niet
opgenomen,…
Deze inventaris werd trouwens in september jl. vervangen
door een door het Vlaams Instituut voor Onroerend
Erfgoed (VIOE) opgestelde lijst voor gans Vlaanderen
(?), die dan ook onmiddellijk rechtsgeldigheid kreeg.
Helaas, voor Opwijk (en wellicht ook nog voor andere
gemeenten) werden de onvolledige gegevens van de
inventaris van 1975 niet geactualiseerd of aangevuld.
Een voorbeeld:
met de slechts 18 opgenomen gebouwen op de 'vastgestelde
lijst' (waarvan er enkele sinds meerdere jaren niet meer
bestaan), aangevuld met de 5 beschermde gebouwen die nog
niet 'geactiveerd' werden, is het aantal gebouwen van
Opwijk dat opgenomen werd in de inventaris ca. 10 keer
minder dan het gemiddelde op Vlaams niveau (in
verhouding tot de oppervlakte van het grondgebied, het
inwonersaantal,…). Ter vergelijking ook: onze
buurgemeente Lebbeke, die 'slechts' ca. 30% groter is
dan Opwijk, heeft 217 gebouwen op de huidige Inventaris
Bouwkundig Erfgoed staan. Lebbeke zit dus wel in de orde
van grootte van het Vlaamse gemiddelde. Natuurlijk is de
grootte van een gemeente niet direct of evenredig
bepalend voor het aantal gebouwen met erfgoedwaarde op
haar grondgebied (wat zijn trouwens de criteria?), maar
toch…
Zie hieromtrent de tekst van onze gedachtewisseling (via
e-mail en internet) met de betrokkenen van het VIOE in
bijlage.
Om
voor het RUP 'Woonlagen' toch de erfgoedelementen aan te
duiden (gezien de officiële absoluut onvolledige lijst)
gaf de Vlaamse overheid – Agentschap R-O Vlaanderen –
Onroerend Erfgoed op 6 april 2009 een advies voor het
ontwerp RUP 'Woonlagen' met in bijlage de gedetailleerde
lijst 'Beschermde Monumenten, Stads- en Dorpsgezichten
en Landschappen binnen het RUP … ' en 'Lijst van niet
beschermde, waardevolle gebouwen binnen het RUP …'.
Maar, in de notulen van de gemeenteraad 24.09.2009 –
punt 11 (voorlopige goedkeuring RUP), lezen wij
...
Gelet op het feit
dat het advies van het Agentschap R-O Vlaanderen -
Onroerend Erfgoed pas ingekomen is op 9 april 2009;
Gelet op het feit
dat met dit advies geen rekening moet gehouden worden
vermits dit buiten termijn is;
...
Dit was een voorstel van het gemeentebestuur. Het RUP
werd voorlopig goedgekeurd meerderheid tegen minderheid.
Wij beschouwen dit als een geval van slechte wil van het
Opwijks gemeentebestuur ten aanzien van het ons nog
schaars resterend plaatselijk bouwkundig erfgoed.
Temeer omdat het uitbrengen van een advies door het
Agentschap R-O Vlaanderen – Onroerend Erfgoed al
aangekondigd was met een brief van 18 november 2008 aan
Soresma NV in het kader van de 'screening
plan-MER-plicht' voor het voorontwerp van het RUP
'Woonlagen', waarbij onder meer gemeld wordt:
…
Onze dienst zal wel inhoudelijke opmerkingen over de
ruimtelijke aspecten formuleren bij advisering van het
RUP. Deze opmerkingen zullen zich voornamelijk
toespitsen op de onmiddellijke omgeving van de
beschermde monumenten en de uitbreiding van de lijst
"niet beschermd waardevol bouwkundig patrimonium".
…
Het feit dat dit advies van 06.04.2009 van R-O
Vlaanderen - Onroerend Erfgoed laattijdig zou
uitgebracht zijn kan geen valabel argument zijn om er
geen rekening mee te houden in het RUP. Het advies werd
door het Opwijks gemeentebestuur ontvangen op 9 april
2009. De gemeenteraad nam pas op 24 september 2009 (dus ca. 22 weken later) een beslissing voor de voorlopige
aanvaarding van het ontwerp RUP. Er was dus zeker tijd
genoeg om de inhoud van dit document te integreren in
het ontwerp RUP.
In
de gedetailleerde lijst van het VIOE ontbreken nog wel
enkele niet beschermde waardevolle gebouwen en plaatsen,
zoals de neogotische Sint-Pauluszaal in de
Kloosterstraat (1910-1911), de 19de-eeuwse lage woning
in de Kattestraat, het dorpspark tussen Marktstraat
(aftakking) en Processiestraat, het neoclassicistisch
'schoolhuis' en vroegere gemeenteschool (nu BuSO) in de
Schoolstraat nr. 11 (met hoek met Schuttershof, arch. L
Spaak, 1860-'61),...
Hierbij pleiten wij met aandrang om met het advies
06.04.2009 van R-O Vlaanderen - Onroerend Erfgoed (en de
bijhorende lijst van niet beschermd waardevol erfgoed)
en met de mogelijke aanvullingen door HOM zoals
hierboven vermeld, wel rekening te houden in het RUP
'Woonlagen'. |
16. |
p. 15: 'Het RUP draagt op deze manier bij tot de
verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen voor de
nederzettingsstructuur zoals opgenomen in het GRP'.
Dit is juist voor twee doelstellingen, maar in
tegenstrijd met de doelstelling dat het aantal bouwlagen
in alle omstandigheden dien rekening te houden en
afgewogen te worden met de goede ruimtelijke ordening en
de goede plaatselijke aanleg’ (punt 3.3, p. 7)
° het eigen karakter van de wijk / omgeving
° de straatbreedte
° de vloerindex
° de stedenbouwkundige aanleg
° de harmonie met de omgeving |
17. |
p. 16 (punt 5.2.1. Ruimtelijke visie): 'De gemeente
Opwijk wenst met de opmaak van dit RUP voor bepaalde
zones de beperking op het maximaal toegelaten aantal
woonlagen te herbekijken.'
Ondertussen heeft de gemeente reeds geruime tijd de
voorschriften overtreden, want er zijn talrijke
voorbeelden van gebouwen, waar al drie woonlagen zijn
ge- of verbouwd. Men heeft dus eerst de voorschriften
overtreden en regulariseert ze nu. Of was dit al
toegestaan binnen de bestaande BPA’s en RUP’s?. |
18. |
p. 20-22 (punt 5.2.3.1. Selectie volgens de gewenste
ruimtelijke structuur)
Waren er in het gedeelte van de Heirbaan in het BPA 3
'Station' als 3 woonlagen toegelaten?
Er ontstaat een grote onduidelijkheid door de ene kant
van de Heirbaan op te nemen in een BPA en de andere kant
in een RUP. |
19. |
p. 23 (punt 5.2.3.3. Bespreking van de planopties): 'De
specifieke culturele identiteit van de verschillende
kernen niet aangetast' aangezien de aangeduide locaties
voor het optrekken van het toegelaten aantal woonlagen
telkens centrumlocaties betreffen' ?!
Uit de doelstellingen (punt 3.3, p. 7) wordt geen
rekening gehouden met:
° het eigen karakter van de wijk / omgeving
° de harmonie met de omgeving
'Het RUP bevat één gebouw opgenomen in de inventaris
van het bouwkundig erfgoed in Vlaanderen.'
Dit is volledig in tegenstrijd met de feitelijke
toestand, waar een vijftigtal gebouwen normaal in deze
lijst moesten zijn opgenomen - zie punt 15 hierboven.
|
20. |
p. 24 (punt 5.2.3.4. Uitsluiting bijzondere gebouwen
zonder woonfunctie): '-
de percelen bevattende de brandweerkazerne en het
politiekantoor in de Processiestraat'
Zie opmerkingen over dit project onder punt 11.
|
Document 'Stedenbouwkundige voorschriften' |
21. |
Het samenraapsel van de vele vermelde bouwvoorschriften
(gabarits, afmetingen, te respecteren afstanden, vorm
van de daken, dakvensters, kroonlijst- en nokhoogten,
bouwdiepten, materialen,…) bevat heel wat
tegenstrijdigheden en onlogische bepalingen en veel
vaagheden.
De opgenomen bouwvoorschriften garanderen in geen geval
een correcte ruimtelijke ordening met de nieuwe
bouwwerken. |
22. |
1.2.1. en 2.2.1.: 'De voorbouwlijn van de nieuw op te
richten hoofdgebouwen dient waar mogelijk de
voorbouwlijn van aanpalende percelen binnen de zonegrens
te volgen.'
'Waar mogelijk' is een formulering die ongeveer alles
toelaat… |
23. |
1.2.3. – Dakvorm.
Het ontwerp van RUP bepaald: '… De dakvorm,
kroonlijst en de materiële van de zichtbare gevels
moeten evenwel harmonieus aansluiten op voorkomende
aanpalende gebouwen. Er dient een kwalitatieve en
esthetisch verantwoorde aansluiting te gebeuren'.
Dergelijke bepaling zal natuurlijk aanleiding geven tot
discussie, verschillende interpretaties, willekeur en
favoritisme bij de beoordeling,… Waarom bijvoorbeeld
niet gewoon zeggen dat een plat dak tussen twee gebouwen
(al of niet aansluitend) met een hellend dak, niet kan.
|
24. |
1.2.3. – Dakhelling
Men voorziet een max. dakhelling van 45°.
In Opwijk-centrum staan nu nog een behoorlijk aantal
waardevolle huizen (die er hopelijk nog lang zullen
staan) met een hogere helling (tot ca. 55°). Om de daken
van de eventuele nieuwe gebouwen hierop te kunnen laten
aansluiten zou men de toe te laten max. dakhelling best
ook aanpassen tot bijvoorbeeld 55°. Om de totale hoogte
(nokhoogte) te beperken kan men dat best de bouwdiepte
beperken. |
25. |
1.2.4. en 2.2.4.: 'Voor de van op de openbare weg
zichtbare bouwdelen dienen materialen gebruikt die qua
kleur de continuïteit van het straatbeeld ondersteunen'.
Deze formulering is erg vaag en zet hierdoor de deur
open voor interpretatie en beoordeling met willekeur,
favoritisme,… die niets met een goede 'ruimtelijke
ordening,…' te maken hebben (integendeel!). |
Opwijk, 17 december 2009
Maurice WILLOCX |
Ingo LUYPAERT |
bestuurder |
voorzitter |
Bijlage:
de tekst van onze gedachtewisseling (via e-mail en internet) met
de betrokkenen van het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE)
in verband met de niet beschermde waardevolle gebouwen,… binnen
het RUP. |