Naar HOM-website

Startpagina HOM-algemeen

Nieuw op HOM-site

Naar externe links

Zoeken in HOM-site

Inloggen HOM-ledengebied

Vorige bezochte pagina

Volgende (reeds bezochte) pagina

Email naar HOM

Vernieuwing van deze pagina

Klik voor naar top van de pagina of dubbelklik linkermuisknop

Sluit dit vak met klik op linker muisknop.

Info rechtermuisknop

Volgende pag. of vorige pag.

  

  
  

aaaaaa

www

WO I - Volksgezondheid


Deze bijdrage is onder meer gebaseerd op de gegevens uit het oorlogsdagboek 1914-1918 van Louis Lindemans, de Geschiedenis van Opwijk (Jan Lindemans), de besluiten van de gemeenteraden Opwijk en Mazenzele, de uitgaande briefwisseling van de gemeenten Opwijk en Mazenzele, het frontblaadje De Stem uit Opwijck, de verslagen van de parochiepastoors Opwijk en Mazenzele over de oorlogsgebeurtenissen, de gegevens met betrekking tot de oorlogsomstandigheden uit het verslagboek (afroepboek) van de parochie Sint-Paulus nov. 1916-dec. 1920, de akten Burgerlijke Stand Opwijk en Mazenzele en de gemeentelijke Bevolkingsregisters Opwijk en Mazenzele.

Zie ook de meer uitgebreide lijst van bronnen en literatuur.

 

 

Opwijk

Bij het uitbreken van de oorlog werd een brief naar de Minister van Oorlog gestuurd om het pensionaat Lindemans ter beschikking te stellen van het Rood Kruis. Leden van de studententenbond, onderwijzers en leerlingen bemanden deze post. Ze haalden zelf beddengerief, linnen enz. op voor de inrichting van de post. Bij de gevechten eind september 1914 werden er talrijke gekwetsten verzorgd.

In 1914 waren er in Opwijk 2 geneesheren: burgemeester  Benoit De Smedt (Dorp 81) en Jozef Wynants (Dorp 233). Ze waren ook lid van het lokaal comité 'de salubrité publique', dat tot 1917 ongewijzigd bleef. In 1918 kwam een jonge arts, Emiel Markey, helpen en inwonen bij dokter Benoit De Smedt. Apotheken of drogerijen waren er niet in Opwijk.

Er was geen kliniek maar wel een gasthuis ('Godshuis'), waar zieke en behoeftige oude mensen en wezen verbleven. De dagprijs bedroeg 1,30 frank. In maart 1917 waren er 50 oude mensen en wezen (op 6.455 inw.), in februari 1918 waren het er al 60, waarvan 2 teringlijders. Alle plaatsen voor zieken waren toen volzet, vooral sedert de aankomst van de Franse vluchtelingen uit Halluin. Andere gebouwen in Opwijk waren niet geschikt om als ziekenhuis ingericht worden; ze waren allemaal bezet door de vluchtelingen.

De pokinentingen gebeurden regelmatig. Van 1-9-1915 tot 31-8-1918 was er geen enkel geval van pokziekte in Opwijk.

In december 1916 gaf de gemeente aan verschillende huisgezinnen de raad de mest- en beerputten van hun huizen te verwijderen omdat ze zich in slechte staat bevonden.

Op 21 juli 1916 stuurde de gouverneur-generaal een verordening om kosteloos geneeskundig toezicht in te richten in de lagere scholen. De gemeenteraad van Opwijk besliste op 17 januari 1917 –op voorstel van Frans De Smedt- dit tot later uit te stellen en nog geen geneesheer hiervoor te benoemen.

Op 4 april 1917 werd deze beslissing herhaald, wegens het gebrek aan geld om de grote kosten van de inrichting te dekken. Ondanks het aandringen van de voorzitter van het Burgerlijk Bestuur werd op de gemeenteraden van 11 oktober 1917 en 12 augustus1918 opnieuw een uitstel beslist.

De Duitse overheid stelde een ontsmettingsdienst in. Politiecommissaris Victor Rombouts werd aangesteld als ontsmetter. Zijn helpers waren Jan Hermus  en Louis Verdoodt. Zij beschikten over 1 'formool-apparaat’ en 1 'sublimaatapparaat’, over creosoolzeep en kalk. Ontsmettingsmiddelen kocht de gemeente te Brussel.

De geneesheren leverden veel medische attesten af aan het Meldeamt over jonge mannen, die niet gemeld hadden. In augustus-september 1917 verbleef in dit ziekenhuis gedurende 23 dagen de vluchteling Polydoor Dupont. De gemeente betaalde hiervoor 138 frank. In december 1917 vroeg dokter Wynants dat de vluchteling Romanie Petry kon geopereerd worden in de Sint-Janskliniek te Brussel op kosten van het provinciaal komiteit.

Er waren veel gevallen van tuberculose. Deze zieken ontvingen een speciale hulp (T).

Van de 'Spaanse griep’ die in 1918 veel slachtoffers maakte, vooral bij jong volwassenen, bleef Opwijk vrij goed gespaard. Er waren wel meer gevallen van en overlijdens door typhus.

Het frontblaadje De Stem uit Opwyck berichtte :

De nood wordt grooter: vele menschen vermageren en worden ziek van verdriet en ontbering. Er sterven vele jonge menschen van de tering. (1-11-17) (22 Sept.).In ''t Luik” is er typhus geweest in 3 gezinnen; nu is er iedereen bijna genezen. (15-12-16)

Ten gevolge der typhuskoorts die in 't Luik heerschte, overleed Louis De Donder. (20-4-17)

Met hen (de geëvacueerden in Mazenzele) is een dokter van Waasten die eerst naar Wervick Meenen gevlucht was. Hij doet te Opwijck de geneeskundige bezoeken van onzen geachten heer Burgemeester, die nog niet gansch hersteld is. (1-8-17)

Kindervoeding

Een nieuw werk is gesticht: De melk voor de kinderen onder één jaar. Daardoor krijgt ieder behoeftig kind een liter melk per dag en gratis. 't Wierd tijd dat zoiets ingericht wierd, want wij moeten toch zorgen dat onze kleintjes blijven leven, terwijl er zooveel menschenoffers gebracht worden aan 't Vaderland. Verleden jaar waren er 56 kleine kinderen gestorven en dit getal is te groot voor de bevolking. (15-2-16)

Het werk der 'melk voor de kleine kinderen' werkt zeer goed. Dagelijks worden daarvoor ongeveer 70 lit. in de melkerij besteld. Van dat Comiteit maken deel: Mme. van den Burgemeester, van den Notaris, Mme. Lindemans', WVereertbrugghen. (15-5-17)

Mazenzele

Er was in Mazenzele geen 'krankenhuis’ en er waren ook geen gebouwen die er voor konden ingericht worden.

In mei 1917 vroeg de arrondissementscommissaris hoever het stond met het geneeskundig toezicht in de lagere scholen. De gemeenteraad besliste het toezicht uit te stellen.

In januari 1918 benoemde de gemeenteraad Jozef Wijnants tot geneesheer-toeziener van de scholen. In februari 1918 was er toch geen akkoord over de benoeming. Uiteindelijk vond de gemeente de kosten te hoog maar beloofde een grondig onderzoek.

In 1916-1917 werd de kosteloze inenting van de kinderen gedaan.

In augustus 1918 vroeg de gemeente Heuninckx Clement (°1.12.1890), zoon van Petrus Clement en Hendrickx op te nemen in het sanatorium Georges Brugman te Alsemberg.

Jan MEEUSSEN


www.heemkringopwijk.net - Print:
© Heemkring Opwijk-Mazenzele (HOM) 1999-